Doelen stellen voor beginnende wielrenners
Michael Kerkhof
19 mei 2021
Fietsen is leuk, maar fietsen met een doel is wellicht nog leuker. Je kunt toewerken naar je eerste toertocht, of trainen om voor het eerst een afstand van 100 kilometer te halen.Met een doel in het achterhoofd is het makkelijker om op de fiets te stappen.Niet iedereen heeft behoefte aan een doel. Veel mensen stappen op de fiets om even aan alle verplichtingen te ontsnappen en vinden het juist heerlijk om zonder gezeur aan hun hoofd een rondje te maken. Maar dat geldt niet voor iedereen. In de warme zomermaanden is het meestal geen probleem om jezelf te motiveren de fiets uit de schuur te halen. Maar wat als het koud is of regent? Dan is het fijn om een doel te hebben, als stok achter de deur.Doelen heb je in allerlei soorten en maten. Je kunt jezelf voornemen om iedere week minstens een keer op de fiets te zitten. Of om elke maand 250 kilometer te rijden. Maar het kan ook iets eenmaligs zijn. Een keer naar die tante in het noorden fietsen, gecombineerd met een familiebezoekje. Jij op de fiets heen, de rest van het gezin met de auto en dan samen terug. ‘Ik fiets wel, zie jullie daar!’ Een ander doel kan zijn om je in te schrijven voor een zware, maar leuke toertocht, zoals de toerversie van de Amstel Gold Race.Als je begint met fietsen is het belangrijk om haalbare doelen te stellen. De voldoening van het halen van een doel kan enorm motiveren. Maar leg je de lat te hoog, dan keert het effect zich tegen je. Je kunt gedemotiveerd raken en dat moeten we niet hebben. Als beginner is het een prima doel om eerst eens een keer 30 kilometer aan een stuk te rijden. Gewoon een rondje bij jou in de buurt waar je de weg kent. Aan de hand van apps als Komoot of Strava kun je vooraf mooi een route uittekenen, dan weet je precies hoeveel kilometer je te wachten staat en kom je niet voor verrassingen te staan. Als dat is gelukt, zou je dat uit kunnen breiden tot 50 of misschien wel 100 kilometer. Is de lengte niet uitdagend genoeg? Voer dan bijvoorbeeld een keer het tempo op en probeer boven de 30 kilometer per uur gemiddeld te rijden. Je zult merken dat het best lastig is om dat tempo vol te houden, maar als je de volgende keer weer op de fiets stapt voor een rustiger trainingsritje zal dat makkelijker gaan. Oefening baart kunst.
Michael Kerkhof
19 mei 2021
Gerelateerd nieuws
Michael Kerkhof
Schrijft over alles wat met wielrennen en fietsen te maken heeft. Houdt van mooie brilletjes, helmen en schoenen. Favoriete koers: Parijs-Roubaix, maar vindt het ook prima om naar de Ronde van Guangxi te kijken.
Meer artikelen van Michael Kerkhof