Steeds vaker gaan wielerkoersen niet door omdat er geen motoragenten beschikbaar zijn. Hoe komt dit? Waarom kan de politie niet zomaar worden vervangen door particuliere motards en waarom zien we wél veel politie bij voetbalwedstrijden?

Door Elias de Bruijne

Sinds 2018 is de inzet van politie voor het begeleiden van wielerwedstrijden flink verminderd. Twee jaar geleden spraken we hier al over met de KNWU, die hoopte met een aantal oplossingen – zoals particuliere motards – de schade te kunnen beperken. Tot nu toe is daar echter niets van gekomen. Diverse grote wedstrijden moesten dit jaar (mede) vanwege een tekort aan politiemotoren de handdoek in de ring werpen. Zo meldde de Benelux Tour dat de Nederlandse politie ‘dit jaar niet kan instaan voor de begeleiding door de Landelijke Eenheid’ en ging er ook een streep door de Ronde van Noord-Holland. Stanley Derks, woordvoerder van het Team Motorondersteuning van de Landelijke Eenheid, legt uit hoe het zit.

“Wielerronden zijn verdeeld in drie categorieën: A, B en C. Onder categorie A vallen lokale ronden op een afgesloten terrein, onder B de regionale koersen en onder C de grote (inter)nationale wedstrijden, zoals de Benelux Tour en de Amstel Gold Race. De wedstrijden in categorie C worden begeleid door de Landelijke Eenheid, die een pool heeft van 27 motorrijders die gecertificeerd zijn om koersen te begeleiden. De uitvoering van de B-wedstrijden ligt bij de regionale eenheden, die in totaal zo’n 60 gecertificeerde motorrijders hebben, en dat is de categorie waar de politie naar 50 procent minder inzet wil. Deze regionale eenheden hebben zelf vaak niet voldoende gecertificeerde motorrijders, dus die vragen dan hulp aan de Landelijke Eenheid. Maar als onze motorrijders al bezet zijn voor andere werkzaamheden, kunnen ze geen bijstand leveren.

Daar komt bij dat veel motorrijders bij de regionale eenheden doordeweeks ‘gewoon’ wijkagent zijn en uit de surveillance of noodhulp moeten worden gehaald om een wielerronde te begeleiden. Als je dan meerdere wedstrijden kort achter elkaar hebt, is het lastig om de diensten rond te krijgen. Dit geldt voor de Benelux Tour van dit jaar: die was gelijktijdig met de Simac Ladies Tour gepland, terwijl de Vuelta daar vlak voor zit. Zo kan het gebeuren dat een regionale eenheid of de Landelijke Eenheid te weinig motorrijders heeft om een wielerronde te begeleiden.”

Particuliere motards

Een oplossing is de inzet van particuliere motards, maar er is één probleem: zij mogen geen verkeerstekens geven vanaf de motor en moeten deze eerst neerzetten. Daardoor wordt het lastig om een wielerronde te begeleiden: organisaties moeten dan met statische verkeersregelaars op kruisingen gaan werken en in de praktijk kom je dan snel uit op een vast rondje. Volgens de KNWU zou een wijziging in de Wegenverkeerswet uitkomst kunnen bieden, maar dat is niet alles, zegt Derks. “Ook al zouden particuliere motards mogen signaleren vanaf de motor, dan is het nog altijd zo dat zij geen ontheffing hebben van de verkeersregels, zoals de politie. Bij ons zit daar een heel systeem van regels achter om te waarborgen dat er geen misbruik wordt gemaakt van de mogelijkheden. Dat luistert bijzonder nauw. Je moet je afvragen of je burgers vrijstelling wilt geven voor het overtreden van de regels.”

Er wordt met een scheef oog gekeken naar het voetbal: waarom ‘bezuinigt’ de politie zo op wielerkoersen, terwijl er bij voetbalwedstrijden soms honderden agenten worden ingezet? Het antwoord is simpel. Derks: “Het grote verschil tussen de inzet bij een voetbalduel en een wielerwedstrijd is dat de inzet bij een voetbalduel puur gericht is op het handhaven van de openbare orde. Overal waar een risico op ongeregeldheden is, grijpt de politie in, of dat nou bij Ajax-PSV is of een wedstrijd van FC Knudde, of bij een coronademonstratie. En het voetbal niet door laten gaan is ook geen optie.”

Politie in koers: de cijfers

Bij C-koersen, op profniveau dus, zet de politie per wedstrijd 26 agenten in: 21 motorrijders, twee instructeurs voor kwaliteitsbewaking, de commandant en zijn chauffeur en een monteur. Bij B-koersen is dit aantal beduidend lager. Afhankelijk van de infrastructuur gaat het om twaalf tot zestien motorrijders.