In de tumultueuze openingsfase van de negende etappe moest Robert Gesink al snel passen. De 27-jarige renner bleef echter vol koersen en vond weer aansluiting bij de voorste renners. Zodoende kon hij kopman Bauke Mollema en Laurens ten Dam in de laatste kilometers bijstaan.

Door Nando Boers

“Ik moest al lossen op de eerste klim”, verklaarde Gesink na afloop van de bergetappe. “Maar ik ben blijven knokken en vechten. Ik ben blij dat ik weer met de beteren mee bergop kan. Kennelijk ben ik een taaie en dat geldt voor de rest van onze mannen ook.”

De voormalige kopman van de ploeg kon zaterdag in de eerste echte bergetappe niet mee, nadat hij eerder ook al op Corsica tijdverlies opliep. Zondag bleek dat vanuit het vertrek meteen vol koersen niet de favoriete bezigheid van Gesink is.

“Gisteren kon ik niet mee en ontplofte ik, maar ik was niet slecht. Op Corsica was ik gewoon niet goed genoeg. Ik krijg hier wel moraal van.”

Alpen

Die opsteker neemt Gesink mee de Alpen in waar hij doorgaans beter uit de voeten kan. “We krijgen straks de Alpe d’Huez en de Ventoux, die liggen mij beter”, aldus de renner die zichzelf omschrijft als een diesel.

“Ik ben beter als het langer duurt. Maar de focus ligt natuurlijk op onze kopmannen.”

Ben je opgelucht dat je vandaag dit niveau weer hebt kunnen laten zien?
“Rare vraag, natuurlijk is het lekker als je zo’n niveau hebt.”

© NUsport/Nando Boers