Voor profrenners zou het een zegen zijn: nooit meer de gevreesde hongerklop. Zover zijn we nog niet, maar de glucosemeter zou in de toekomst uitkomst kunnen bieden. Wielerteams experimenteren er volop mee.

Wie de Instagram-pagina van Supersapiens bekijkt, ziet dat de Amerikaanse producent van glucosemeters een rijk klantenbestand heeft. Marathongrootheid Eliud Kipchoge, triatlontopper Kristian Blummenfelt, de renners van Ineos, Jumbo-Visma en SD Worx: allen staan ze op de foto met de typische ronde sensor op de arm geplakt. Al snel nadat de continuous glucose monitor zijn intrede deed in de wielerwereld besloot de UCI om die in competitie te verbieden, maar dat lijkt weinig uit te maken: het apparaatje raakt steeds meer ingeburgerd in het peloton (zij het buiten koers dus). Wat zit daar achter? Jumbo-Visma werkt al sinds augustus 2020 met de sensoren van Supersapiens.

De innovatie is afkomstig uit de medische wereld, vertelt Martijn Redegeld, voedingsdeskundige bij het team. “Diabetespatiënten gebruiken al jaren zo’n sensor, maar Supersapiens heeft het nu de sportwereld binnengebracht. Het gaat om een sensor ter grootte van een flinke knoop die je op je bovenarm plakt en met een miniscuul naaldje een gaatje prikt tot net onder de huid, in de zogenoemde interstitiële vloeistof. Het naaldje komt bij het aanbrengen van de sensor in de arm en trekt zich daarna terug. Op het contactpunt tussen de pleister en de huid ontstaat een mini-ecosysteem waarbij steeds een druppeltje vloeistof wordt geanalyseerd en met een aantal berekeningen wordt bepaald wat je glucosewaarde is.

De sensoren in de plakker werken twee weken, waarbij je data ontvangt zonder dat je er naar om hoeft te kijken. Vroeger moest je de sensor met je telefoon scannen om de waarde af te kunnen lezen in een app, maar inmiddels heeft de sensor een realtime bluetooth-verbinding waardoor je je waarden continu op je telefoon, Garminhorloge of fietscomputer kunt zien. Alle data worden opgeslagen en zo ontstaat er een database met realtime data.”

Wat kun je met die data?

Dat klinkt allemaal mooi, maar de grote vraag is natuurlijk: wat kun je precies met die data? Het korte antwoord is: dat weten we nog niet precies, aldus Redegeld. “Het oorspronkelijke idee van Supersapiens is dat de sensor een hongerklop moet voorkomen: wanneer je bloedsuikerspiegel begint te dalen, zou dat betekenen dat er binnen twintig minuten een hongerklop volgt, en dan zou je dus moeten gaan eten. Dat is iets wat je in theorie uit je glucosewaarde zou kunnen afleiden, maar ik ben daar sceptisch over.

Als je op het moment dat je bloedsuikerspiegel begint te dalen nog moet gaan eten, dan ben je vaak al te laat. Al met al is er nog onvoldoende bekend om alle data precies te kunnen interpreteren, omdat naast het eetpatroon nog veel andere zaken effect hebben op de bloedsuikerspiegel. De mate van activiteit, stress, vermoeidheid: het zijn factoren die lastig in kaart zijn te brengen, maar het is wel belangrijk om ze mee te nemen in analyses. Dat maakt het tot een complex geheel.

Nooit meer een hongerklop?

“De bloedsuikerspiegel is voorlopig dus vooral iets waar wij met een open blik naar kijken en waarin we patronen proberen te ontdekken bij de renners. Zo proberen we de inname op de fiets te verbeteren en kijken we naar wat er gebeurt in de herstelperiode direct na de finish en ’s nachts. Er zijn enkele onderzoeksgebieden die veelbelovend zijn, maar in mijn ogen is geen gebied al zover om daar de voedingsstrategie op aan te passen. We zitten echt nog in de fase van testen en data en kennis verzamelen, wat vooral gebeurt tijdens trainingskampen.” De glucosemeter als volgende marginal gain? Zover wil Redegeld niet gaan.

“Ik zou het nog geen marginal gain willen noemen omdat we er nog geen winst uit halen, maar we zien wel potentieel. Het kan zijn dat het meten van de bloedsuikerspiegel uiteindelijk niet nuttig blijkt te zijn, maar als dat wél het geval is, willen wij graag de eerste zijn om dat te weten. Maar voor het zover is moet er dus meer onderzoek worden gedaan. Hopelijk komen we er dan achter hoe we de kennis in ons voordeel kunnen gebruiken.”

Meer weten over voeding? Check dan deze pagina.