De Spaanse coureur stortte in dienst van de Raboploeg 80 meter in een ravijn en overleefde het ternauwernood. In een column in de Spaanse krant El Païs probeerde hij zijn gevoelens onder woorden te brengen.
“Het was maandag een trieste, een heel trieste dag. Op het moment waarop ik dit schrijf gieren de emoties door alle poriën van mijn lichaam. Ze willen eruit, ze willen de vrijheid, maar het instrument dat ik bezit om ze te uiten, woorden, lijkt volstrekt onvoldoende”, aldus Horrillo.
Intens
De renner leeft intens mee met de nabestaanden en zijn collega’s. “Helaas ben ik in staat om de pijn, die al deze mensen voelen, te begrijpen. En dan niet omdat ik het zelf ook heb meegemaakt, maar omdat ik er zeker van ben dat het erg lijkt op wat mijn naasten bijna twee jaar geleden meemaakten.”
“Ik denk aan de vrouw van Weylandt, in verwachting, die het vreselijke telefoontje ontvangt, en het beeld dat ik zie is van mijn vrouw, met twee kleine kinderen, in elke hand één, die dezelfde informatie ontvangt.”
Ardila
Horrillo beseft dat het ook zwaar is voor het team van Weylandt. “Ik denk aan zijn ploeg, aan zijn kamergenoot en ik denk aan de mijne, aan Mauricio Ardila met wie ik twee jaar geleden in de Giro de kamer deelde. En ik zie de arme Mauricio, wakker in de vroege ochtend, bezorgd kijkend naar het lege bed naast hem.”
“Ik ontwaakte uit mijn coma en kon in mijn onwetendheid optimistisch zijn. Aan de medici dank ik mijn leven. Maar het mocht niet zo zijn. Wouter werd een tweede kans onthouden, die mij wel werd gegeven. Rust in vrede, vriend en collega, jij die net als zoveel anderen mij omhelsde toen je me de eerste keer zag na mijn ongeluk. Zo zal ik je herinneren, met een glimlach, die je me op die dag schonk.”
© ANP