Is het oké om te trainen als je moe bent?

‘Bij mijn renners kom ik de laatste tijd tegen dat ze moe zijn van de trainingen en dan meteen een rustdag willen nemen. Wat is wijsheid?’ Deze vraag over vermoeidheid werd ingestuurd. Psycholoog Martijn Veltkamp geeft antwoord.

Tekst: Martijn Veltkamp

Trainen voor een doel is altijd een goed idee, ook al is het niet altijd leuk. Hoewel ik geen trainer ben – daar hebben we immers een expert voor in dienst – kwam één van mijn renners recent naar mij toe met de mededeling dat hij ‘moe’ was. Hoewel de taalbarrière in dit geval ook een rol kon spelen, werd mij al snel duidelijk dat hij de opeenvolgende trainingen te zwaar vond. Op zich niet bijzonder, want de wedstrijdloze periode wordt zoals gewoonlijk ingevuld met meer lange trainingen. Het is namelijk een uitgelezen periode om aan de basis te bouwen. Of, zoals in dit geval, je voor te bereiden op het tweede deel van het seizoen.

In Frankrijk in de omgeving van Nice zorgen de hoogtemeters voor een groot deel voor de intensiteit van de trainingen. Na vele uren op de fiets, met zomerse temperaturen, is het daarom heel belangrijk je vochthuishouding op orde te houden. Doe je dat niet, dan is het te verwachten dat je hartslag stijgt. Met als gevolg dat de intensiteit van de trainingen nog hoger wordt – veel lange trainingen die elkaar opvolgen, hoge temperaturen en geaccidenteerd terrein. Die verhoogde hartslag zou tijdens een wedstrijdperiode aanleiding zijn om rust te nemen.

Nu kon ik niet anders dan denken aan de renners in de Tour de France. Hoewel het tweede-weekgevoel niet is na te bootsen is het gevoel dat mijn renner had na intensieve trainingsweken misschien wel vergelijkbaar. En dan is er nog de derde week. Verhoogde rustpols, lusteloosheid, stramme benen; serieus vervelend, maar geen reden om in de tweede week uit de Tour te stappen. Gelukkig was mijn renner het daarmee eens en pakte hij de trainingen weer op.

Parijs 2024

De renners in mijn ploeg, China Glory Cycling, zijn op weg naar de Olympische Spelen van Parijs, en omdat ze van ver komen, is er voor iedereen veel werk aan de winkel om dat plan te laten slagen. Samen bouwen we aan de juiste fysieke, mentale en emotionele gezondheid om dat doel te halen. Als begeleidersteam bieden wij de renners de mogelijkheden om te groeien en zich te ontwikkelen, en hoewel je als wielrenner al snel wordt afgerekend op je resultaten is dat nu nog secundair. De tijd dringt, 2024 komt met rasse schreden dichterbij. Dus is het voor mijn renner van groot belang dat hij zijn perceptie van de beleving van vermoeidheid verandert. Een gebrekkige basis, lees onvoldoende trainingsuren in de voorbereiding, zorgt voor deze reactie op de trainingsarbeid. Gelukkig heeft deze renner de juiste mindset en stapte hij weer op de fiets, om hopelijk in de toekomst de vruchten te kunnen plukken van zijn investering.

Wat je hieruit kunt meenemen is dat je door te investeren ontdekt onder welke omstandigheden jij je goed voelt – en wanneer niet. Je leert de parameters kennen, en daarmee kun je in de toekomst je schema’s optimaliseren. In dit geval had mijn renner nog twee trainingsdagen voor de boeg, en had hij voldoende aan twee rustdagen om daarna weer te kunnen koersen. Dus omarm ook de momenten dat je nog niet precies weet wat er gebeurt en vertrouw op het proces. Als je in staat bent genoeg rust in te bouwen na een zware trainingsperiode is het helemaal oké om te gaan trainen als je een dag moe ben en/of een verhoogde hartslag hebt. Let vooral op rustpols, herstel hartslag, vermogens in trainingszone, maximale hartslag en kwaliteit van slaap. Dus: vergroot je comfortzone. En: je kunt meer dan je denkt! Als je hiermee aan de slag wilt, en eens wat anders wilt doen dan je standaard trainingsrondjes – neem dan een trainer in de arm. En anders denk je nog even aan de mannen in de Tour in week drie.