Team Jumbo-Visma heeft het wagenpark uitgebreid met een nieuwe bus. Wij werden door PON en Jumbo-Visma uitgenodigd om alvast een kijkje te nemen in de nieuwe teambus en kregen van ploegleider Jan Boven een rondleiding.

Het is woensdagochtend als het voor het eerst in dagen geen straf is om de auto in te stappen. De afgelopen dagen voelde de auto als een sauna aan, vandaag is het een koele bedoening als ik ‘Den Bosch’ in de navigatie zet. Daar heb ik een afspraak bij de service course van Jumbo-Visma, want vandaag wordt de nieuwe teambus gepresenteerd. Wij – een select gezelschap van journalisten – mogen de bus als eerste bekijken.

In de welkomsthal sta ik binnen een mum van tijd al een Bossche bol weg te werken. Ik kijk op mijn horloge en zie 8.58 uur staan. Een persoonlijk record; nog nooit eerder at ik zo vroeg al een Bossche bol. Het is niet zomaar een Bossche bol, maar een Bossche bol van Jan de Groot, de place to be als het om Bossche bollen gaat.

Na een welkomstwoord krijgen we een rondleiding door het pand van Jumbo-Visma. Vroeger, zo wordt er verteld, werkte Jumbo-Visma vanuit twee kantoorpanden, nu beschikken ze als het ware over een hele loods. Beneden kun je niet om de successen van de wielerploeg heen. Overal waar je kijkt zie je wel herinneringen aan de afgelopen succesvolle seizoenen. Ook mooi: alle shirtjes van de ploeg, van het prille begin met Blanco (toen had de ploeg nog het kleinste budget van alle World Tour-teams) tot de onlangs veroverde gele trui van Jonas Vingegaard met een volwassener budget.

De ploeg is flink gegroeid. Tien jaar geleden was de omkadering van de ploeg nog lang niet zo groot als nu. Om maar aan te geven: toen hield één persoon de social media-kanalen bij, nu werken er zes mensen op dat gebied. Ook de lijst met voedingsdeskundigen, masseurs, ploegleiders en trainers is enorm gegroeid. Alle mensen die werkzaam zijn voor Jumbo-Visma dragen met trots hun teamkleding, met daarop de logo’s van de welbekende partners. Een verplichting: voor 95 procent haalt Jumbo-Visma de inkomsten uit partnerships. Waar een voetbalclub als Ajax nog inkomsten krijgt uit kaartverkoop of televisiegelden, gaat voor Jumbo-Visma die financiële vlieger niet op. Daarom is het voor de ploeg ook zo belangrijk om de teamkleding te dragen, van materiaal en masseur tot Primoz Roglic. Wat sponsorinkomsten betreft is er geen sportclub zo groot als Jumbo-Visma in Nederland.

Service course

Na op de eerste verdieping de vergaderzalen te hebben bekeken, nemen we een kijkje in de service course van Jumbo-Visma. Voor materiaalliefhebbers is dit dé plek: overal waar je kijkt zie je fietsen staan. Alle renners (mannen, beloften en vrouwen, alles van de schaatsers is in Heerenveen gestald) hebben een eigen ‘rek’ met daaraan alle fietsen en daaronder de overige spullen zoals helmen. Niet geheel onlogisch beschikt Wout van Aert over de meeste fietsen. Van Aert rijdt namelijk niet alleen op de weg, maar gebruikt voor de crossjes ook de Caledonia. Er wordt mij verteld dat niet bij iedereen de Caledonia ‘standaard’ in het pakket zit, alleen als je hem ook echt voor wedstrijden gebruikt. Bij Jumbo-Visma gaat het dus om een handjevol renners. Er kan uiteraard wel over gepraat worden… De minste fietsen hangen trouwens op het rek van Tom Dumoulin. Sterker nog: zijn rekje is al helemaal leeg. Deze week maakte hij bekend dat zijn carrière er definitief op zit.

Dan is het tijd voor de hoofdact: de nieuwe teambus. Ik heb wel in een paar teambussen mogen kijken en ben dus wel iets gewend, maar qua ruimte is dit echt nieuw voor mij. Tot halverwege ziet de MAN-bus er redelijk normaal uit, maar daarachter is er echt een zee van ruimte. Het lijkt met een beetje fantasie op een kleedkamer, met ieder zijn eigen naamhanger en plekje. Aan ruimte absoluut geen gebrek in deze bus. Aanstaande vrijdag zullen de renners van Jumbo-Visma voor het eerst gebruik maken van het nieuwe voertuig.

Wist je trouwens dat er zo’n 15.000 kilometer per jaar gereden wordt met zo’n teambus? En dat zo’n bus best wel lang mee kan gaan? De vorige bus kwam uit het jaar 2000 en had uiteindelijk zo’n 850.000 kilometer op de teller staan. Lange tijd was dat de enige ploegbus, nu heeft Jumbo-Visma een heel wagenpark tot haar beschikking. De mecaniciens hebben bijvoorbeeld ook een eigen bus, waarin ze de fietsen schoon- en klaarmaken voor de volgende dag. Tegenwoordig werken ze ín de bus en niet onder de luik naast de bus. Het komt de arbeidsomstandigheden ten goede: ze hoeven niet meer in weer en wind buiten te staan, maar kunnen gewoon (eventueel in de airco) binnen werken. De masseurs maken dan weer gebruik van een andere bus, waarin de mensen van de voeding de gerechten klaar kunnen maken. Tijdens de start van de Vuelta is het hele wagenpark wel in de omgeving van Utrecht te vinden en staat er geen één wagen meer op stok in Den Bosch. Een megaklus om allemaal te regelen.

Diegene die dat allemaal regelt is oud-renner Jan Boven, van 1996 tot en met 2008 renner bij Rabobank en na zijn actieve carrière geswitcht naar het ploegleiderschap. Hij had het de laatste maanden druk met het ontwerpen van de nieuwe teambus, maar het resultaat mag er absoluut zijn. Aan beenruimte geen gebrek in de MAN-bus. Alle renners beschikken tijdens een wedstrijd over een eigen draaistoel, waarmee ze bijvoorbeeld naar de tactiekbespreking op een van de drie schermen in de bus kunnen kijken. Als voorbeeld laat Boven een presentatie uit 2020 zien, toen Wout van Aert naar de winst reed in Milaan-San Remo. Op het scherm laat Boven zien wat voor opdrachten hij zijn renners destijds meegaf. Van Aert mocht bijvoorbeeld geen moment ‘wind voelen’. Toch geinig om te zien.

In de bus spelen de renners spelletjes. Boven legt uit dat de sfeer per ‘ploeg’ ook verschilt. De klassementsmannen zijn bijvoorbeeld een stuk rustiger dan de mannen die de klassiekers rijden, daar is de sfeer veel uitgelatener. Kaarten doen de renners in de bus niet. Tegenwoordig spelen ze online spelletjes op hun mobiel tegen elkaar of doen ze andere spelletjes.

De bus is van alle gemakken voorzien, en dat is ergens ook logisch: tijdens een rittenkoers moet je zo goed mogelijk herstellen voor de volgende dag. Daarom is de nieuwe bus uitgerust met drie douches. Na afloop van de etappe springen de renners onder de douche, want pas als iedereen heeft gedoucht, kan de bus rijden. Door drie douches – ik moet toegeven: het is wel erg krap in de doucheruimte – te gebruiken is de bus sneller vertrokken en zitten de renners eerder in hun comfortabele draaistoel aan een herstelmaaltijd. Tijd = geld. In dit geval: tijd = herstel.

Het is leuk om de bus van binnenuit te bekijken, maar uiteindelijk blijft het ook slechts een bus. Na even op de plek van Primoz Roglic gezeten te hebben, is het tijd om de ruimte weer te verlaten. Als iemand aan Boven vraagt of hij Roglic wel in zijn Vueltapool moet nemen, is de ploegleider vaag en duidelijk tegelijk. “Als hij meedoet, is hij goed genoeg om ook echt mee te doen.” Aan alles en iedereen proef je bij Jumbo-Visma dat de Sloveen wel in goede vorm steekt. Maar goed: het kan ook een spel zijn.

Als ik de bus uitstap, word ik erop gewezen dat de teambespreking ook op het scherm aan de buitenkant te zien is. Hopelijk laten ze de komende weken niet zo in hun kaarten kijken als Roglic voor de vierde keer op rij de Spaanse ronde hoopt te winnen, maar dat zal wel niet.

Nog vol van de Bossche bol stap ik weer in de auto en denk ik na over de bus en alles wat ik heb gezien en gehoord. Bij Jumbo-Visma hebben ze alles van de bingokaart wel af kunnen strepen na het winnen van de Tour, maar toch blijft er volgens Boven nog één ding over, naast andere koersen die ze nog niet hebben gewonnen: uitgeroepen worden tot Sportploeg van het Jaar. “Dat zou het voor Jumbo-Visma echt compleet maken.” Wellicht dat de bus met een geschatte waarde van €600.000 daar een beetje bij kan helpen.