Thomas Dekker heeft een nieuw boek uitgebracht. Na ‘Mijn gevecht’, geschreven door Thijs Zonneveld, is het nu tijd voor ‘Koersen op geluk’. Wij hebben ‘m gelezen.
Het eerste boek Mijn gevecht sloeg in als een bom. Dekker, sowieso altijd pratend met het hart op de tong, deed een boekje open over alle dopingschandalen en nam daar ook oud-collega’s als Michael Boogerd in mee. Met ruim 200.000 verkochte exemplaren was het een van de meest gelezen wielerboeken van de afgelopen jaren.
Logisch dat er dus een vervolg zou komen, al stelde ik me op voorhand al de vraag waar het precies over zou moeten gaan. Dekker is immers gestopt en louter in het nieuws gekomen door nieuwe liefdesrelaties en daaropvolgende relatiebreuken. Daar blijkt zijn nieuwe boek dus ook vooral over te gaan.
Des te meer bladzijden ik omsloeg, hoe meer ik mij een psycholoog begon te voelen. Dekker heeft het vooral over zijn eigen (liefdes)problemen en vertelt ronduit over zijn exen Nathalie en José. Vooral over Nathalie gaat het veel. Niet gek: Dekker leefde jaren het leven van een absolute ster in Hollywood en werd naar eigen zeggen niet warm of koud van een avondje kaarten met Bruno Mars of een ritje in de Uber met Al Pacino. Omringd door psychologen en ‘healers’ ging hij echter op zoek naar de ware ik. In dat traject neemt hij de lezer mee.
De eerste helft van het boek heb ik zonder problemen uitgelezen, maar daarna ging het moeizamer en moest ik me er echt toe zetten om het boek weer te pakken. Toen het eindelijk een keer over wielrennen ging en hij zijn relatie met Laurens ten Dam beschreef, veerde ik op. Maar uiteindelijk ging het toch weer over zijn (mislukte) relaties en zoektocht naar geluk. Niet helemaal my cup of tea.
Koersen op geluk
Of zoals collega Elias schrijft: “Net als in Mijn gevecht heeft Dekker er weinig moeite mee om anderen ongevraagd bij zijn zoektocht te betrekken: de manier waarop hij zijn exen vol in de spotlights zet en gevoelige informatie deelt over beide relaties is niet chic – het moge duidelijk zijn dat ze daar niet op hebben zitten wachten. Dekker, die zichzelf meermaals omschrijft als empathisch, komt wel vaker níet zo empathisch over, bijvoorbeeld richting Michael Boogerd, die nog altijd boos is over Dekkers vorige boek. ‘Ik begrijp zijn boosheid. Ik kan er alleen niets mee, omdat dat blijven hangen in het verleden in hem zit, in zijn karakter.’ – het is makkelijk gezegd als jij degene bent die de tik heeft uitgedeeld. Al met al rijst het beeld van iemand die nog volop zoekende is, maar ook rijst de vraag waar dit boek nou precies voor nodig is, want qua diepe inzichten blijft het nogal aan de oppervlakte hangen. Ja, het leest als een trein, maar deze therapiesessie had ook prima binnenskamers kunnen blijven.”
Kortom: als je een uitgebreide terugblik op zijn wielercarrière verwacht kom je bedrogen uit – koop dan vooral Mijn gevecht, maar over de mens Thomas Dekker kom je in Koersen op geluk wel een boel te weten.