Ja hoor: een trend. Wel een lichte Endurance-fiets maar dan met een lekker uiterlijk. En goede prestaties. Dat belooft Trek ook voor deze Domane.

2012

Ho. Wacht. De Domane? Die is er toch al een tijdje? Letters door elkaar husselen en na de Madone (sinds 2005) ontstonden de Trek Emonda (2014) en de Domane. De eerste als pure allround racer, de tweede als klimfiets en de derde als kasseienvreter. En nu in 2019? De drie zijn er nog -uiteraard. Alleen zijn ze wel wat naar elkaar toegegroeid. De voornaamste reden: de toevoeging van schijfremmen en de trend om van alles te mixen. Even uitleggen: alle moderne racefietsen zijn deels aero, zijn heel comfortabel, lenen techniek van elkaar, hebben breder(e) banden en zijn ook inzetbaar op meerdere terreinen. Hoe gaat dit nu op voor de Domane? Toen de fiets gepresenteerd werd in 2012 was dit in de buurt van Kortrijk, midden in de Vlaamse Ardennen. Kasseien! Een renner als Cancellara gold als ideale coureur voor de Domane. Toen had de Domane al een ingebouwd veerelement en konden er banden tot pakweg 28 mm gestoken worden -dat kon het frame aan en pasten de wielen nog netjes tussen de Shimano remhoeven. En nu? De nieuwe Domane is er alleen met schijfremmen, hij is er in een SLR uitvoering en in een SL. Meteen maar: er zijn zes uitvoeringen, er is een ‘Project One’ mogelijkheid, de duurste SLR 9 met 12-speed RED eTap AXS kost ruim 10.000 euro, de meest betaalbare is de SL 4 met 10-speed Tiagra voor € 2299,-. En er zijn negen maten en géén WSD uitvoering – ook Trek stapt over op genderneutraal. Dat wil zeggen: de meest betaalbare alu racers zullen er nog wel in WSD zijn.

Vermomming

De Domane heeft een verstelbare IsoSpeed ‘achtervering’ -geleend van de Madone- een spitse neus -ook geleend van de Madone- een nieuwe ‘seatmast’ (zowel lang als kort en in twee offsets), het frontje heeft een Iso Core en Iso Zone stuur en stuurpen. De remleidingen en eventueel derailleurkabels lopen aan de onderzijde van het stuur en de stuurpen aan de achterzijde van de pen het frame in. Geen ‘cockpit’ zoals op de Madone dus! En er zijn goed verstopte nokjes voor spatborden (!) en dragers verwerkt. Uiteraard steekassen, flat mount aansluiting, een ingebouwd achterlampje en -nieuw!- een gereedschapskastje in de onderbuis. Er kunnen banden tot 38 mm gemonteerd worden. De Domane ziet er nog steeds uit als de pakweg Domane van Fabian -maar is veel meer een soort RAN fiets geworden. Een dikke snelle ‘gravel’ racer -maar dan vermomd. We reden kort met de duurste uitvoering. Het gewicht van een 56er licht rond de 8 kilo (maar dat is dan wel met de duurste eTap…) en de geometrie is dezelfde als bij de ‘oude’ Domane. Ik zelf had een langere ‘seatmast’ nodig om de 56 op hoogte te krijgen -de 58 is dan weer te lang…

‘Old skool’

Wat bleef bij? Wat zijn de moderne racefietsen toch vreselijk comfortabel… We ervaarden dat bij de Supersix Evo, Roubaix en C64 Disc -en ook deze Domane is dat. De reden -nogmaals-: vooral de dikke banden, de brede velgen en de trend om met minder lucht te rijden. Daar moet je als ‘old skool’ racert wel aan wennen trouwens. Het is zitten en heerlijk trappen. Gas geven Trek heeft de Domane ook nog prima uitgerust voor zijn taak: naast de geometrie zijn het stuur en het zadel en natuurlijk de IsoSpeed daar debet aan. Maar je voelt vooral de + of –  van een of twee bar meer of minder lucht. We reden met de 28 en 32 mm banden -in die laatste setup is de Domane ‘gewoon’ een gravel racert… Het groeit wel erg naar elkaar toe. Wat is het dan het verschil tussen pakweg een Trek Boone crosser en de Trek Domane? De wielbasis van een 56er is bij de Boone net wat langer en de voorvork staat wat meer ‘onderuit’. Stack en reach zijn vrijwel gelijk. Maar een Boone heeft dan weer een kortere balhoofdbuis. En een crosser is dan weer minder geschikt voor een lange ‘race’ op onverhard terrein. Conclusie: was de eerste Domane eigenlijk alleen bedoeld voor Vlaamse klassiekers, de nieuweling is veel meer allround. En de invloed van ‘gravel’ is zeer aanwezig. Fijn, maar wij hebben geen gravel he… Nee, dat klopt, maar de invloed van al dat ‘gravel’ heeft er wel voor gezorgd dat het aloude adagium van ‘een racefiets is oncomfortabel’ de kast in kan. Dat is de verdienste van de Domane. Wordt vervolgd.