Woensdag zijn in Berlijn de wereldkampioenschappen baanwielrennen van start gegaan. Voor Nederland kon het evenement niet beter beginnen: de teamsprinters pakten in een recordtijd het goud en ook Kirsten Wild voegde een wereldtitel toe aan haar imposante erelijst.
Voor het derde jaar op rij waren de teamsprinters de sterkste op een WK. Roy van den Berg, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland reden in de eerste ronde een wereldrecord (41,275) en waren in de finale te sterk voor Groot-Brittannië. Dat deden ze in dezelfde samenstelling, opnieuw in een wereldrecord: 41,225.
De Britten, met onder anderen zesvoudig olympisch kampioen Jason Kenny, gaven meer dan een seconde toe: 42,400. Het was een ongekende marge. Australië pakte ten koste van Frankrijk het brons. Een gevoelige klap voor de concurrentie, want ze reizen over een half jaar als torenhoge favorieten af naar de Spelen in Tokio.
Van den Berg opende twee keer in 17,0, Lavreysen reed twee keer een tweede rondje onder de 12 seconden, terwijl Hoogland in de finale afsloot met een slotronde van 12,2 seconden. Het zijn indrukwekkende cijfers. Met 41,225 zetten de Oranje-mannen een nieuwe standaard. Het is een tijd waar de concurrenten voorlopig alleen van dromen.
Wild
Kirsten Wild is voor de derde keer in haar loopbaan wereldkampioene geworden op het onderdeel scratch. Daarmee bezorgde ze Nederland woensdag in Berlijn de eerste medaille bij de WK baanwielrennen. Wild sprintte van kop af naar de winst. Eerder was ze in 2015 en 2018 de beste van de wereld op het niet-olympische nummer. Geen vrouw behaalde eerder drie wereldtitels op de scratch.
