Als recreant kan je op de racefiets beter geen hoge trapfrequentie aanhouden. Minder goed getrainde fietsers verbruiken hun energie inefficiënt bij een hoge cadans, stellen onderzoekers van de Universiteit van Oxford. “100 toeren per minuut trappen, werkt misschien voor een Tourwinnaar. Voor de meeste andere wielrenners is het niet aan te raden”, aldus onderzoeksleider Federico Formenti.

De wetenschapper testte tien recreanten tussen de 19 en 48 jaar oud. Zij reden diverse tijdritten met een verschillende trapfrequentie. Hierbij werd onder meer het vermogen, de zuurstofconsumptie en de hartslag bijgehouden.

Bij een trapfrequentie van 100 omwentelingen per minuut ging 60 procent van de energie naar het rondkrijgen
van de pedalen. “Slechts 40 procent van de energie gaat dan naar het voortbewegen van de fiets”, aldus Formenti.

Het is volgens hem lastig te zeggen wat de ideale trapfrequentie voor recreanten is. Daarvoor is het belangrijk om onder meer je VO2max en je gewicht te weten. De ideale cadans ligt waarschijnlijk in elk geval een stuk lager dan de 110 omwentelingen van Chris Froome.