Het zat de organisatie van de Ötztaler Radmarathon dit jaar niet mee. Eerst was het coronavirus waardoor allerlei beperkingen golden. Daarna was een rotsblok dat losbrak op de Kühtai, waardoor de opgang van de klim geblokkeerd werd. Als klap op de vuurpijl werd er ook nog vreselijk weer voorspeld. Maar de organisatoren van Europa’s belangrijkste cyclo gaven niet op. De koppen werden bij elkaar gestoken en men zette binnen no time een nieuwe aanvliegroute van de Kühtai uit, via de Silzer Sattel. Steiler, en bovendien goed voor 10 km en 200 hoogtemeters extra. Dit bracht het totaal op 235 km en 5700 hoogtemeters. Het feest kon dus uiteindelijk toch doorgaan.
Verslag door Cycloworld.ccAan de weersvoorspelling kon zelfs deze organisatie echter niks veranderen. Maar waarschijnlijk waren de Oostenrijkers er ook niet erg van onder de indruk. Het weer is vaker extreem bij deze granfondo. Het is vaak óf heel koud of juist heel warm: iets daartussen lijkt voor de ORM simpelweg niet mogelijk. Wel kwam de organisatie met een zeer dringend kledingadvies: houd rekening met regen en zeer koude temperaturen. Daaraan werd massaal gehoor gegeven. Renners van ieder niveau waren gehuld in dikke jassen, beenstukken, winterhandschoenen en buffs. Zelfs sneeuw werd niet uitgesloten – gelukkig kwam dat scenario overigens niet uit.
Zo’n 1000 mannen zo’n 100 vrouwen zagen weinig in een epische strijd tegen de elementen: zij besloten niet te starten. Een ongekend hoog aantal voor een cyclo waarvoor de belangstelling ieder jaar enorm is.De toppers hadden van het slechte weer geen last. Zij reden de hele dag in koud, maar droog weer. Zoals altijd bestond het deelnemersveld zowel bij de mannen als bij de vrouwen uit talloze grote namen. Nothegger, Alleman, Hagenaars, De Marchi, Hoogerland, Glorieux, Cini om er eens een paar te noemen. De Nederlander Bert Dekker, viervoudig winnaar van de Marmotte, stond ook aan de start. Ruim 10 jaar na zijn laatste grote granfondo-overwinning. Bij de dames stonden onder meer Christina Rausch, Monika Dietl, Sonia Passuti, IIls Van der Moeren, Nadja Priedling en Carla Mellema aan de start. Spektakel gegarandeerd, dus.
Vroege aanval
Bij de mannen barstte de koers al op de Brenner open. Dekker had de strijd al eerder moeten staken vanwege een opspelende maag. Maar Glorieux en De Marchi voelden goed aan dat zij bergop niet met de allerbesten mee konden en besloten weg te rijden. “Ik wist dat ’t zelfmoord was maar ja. Soms is de goesting te groot”, aldus de sympathieke Belg van Team Corratec. Ook Tim Alleman beleefde niet zijn beste dag: “Ik was vandaag niet zo goed. Te snel op de omleidingsklim in het begin en daar later de prijs voor betaald. Aangezien top-10 niet meer mogelijk was ben ik de Timmelsjoch rustig gestart, zodat ik er wat van kon genieten en op het einde niet moest strompelen. 21
e was mijn slechtste uitslag ooit. Toch blij om deze eens gereden te hebben.”De grote favoriet en
defending champion Mathias Nothegger moest nog voor de top opgeven met rugpijn. De Marchi demarreerde en reed de Jaufenpass en het grootste deel van de Timmelsjoch alleen; hij leek op weg naar de eindzege. Maar dat was buiten Johnny Hoogerland gerekend. De ex-prof had zich de hele dag goed verstopt en maakt in de laatste, zeer steile 8 km, korte metten met de ex-beroepsrenner van Androni Giocattoli. Hoogerland begon met minuten voorsprong aan de slotafdaling, een voorsprong die hij niet meer uit handen gaf. Zelfs kramp vlak voor de finish kon niet voorkomen dat de in Oostenrijk woonachtige hotellier zijn eerste “Ötzi” won in een tijd van 7h21. Overigens niet zijn eerste zege dit seizoen.
Voor plek 2 en 3 moest gesprint worden. De Marchi had inmiddels gezelschap gekregen van ex-Conti rijder Hans-Jörg Leopold, die in de sprint iets sneller bleek dan de nummer 2 van de ORM van 2019. Dat ultrafietser De Marchi, die volgende week een gravelrit van 700 km rijdt in Granada, het onderspit delfde verbaasde niemand. Beide heren konden tevreden zijn met hun prestatie. En dat gold uiteraard ook voor de winnaar: “De dag verliep perfect voor mij, al kreeg ik 5 km voor de finish nog kramp. Op de Brenner had ik al door dat ik hele goede benen had. Op de Jaufen voelde ik dat het nog harder kon en de Timmelsjoch heb ik alles gegeven. Nu ik in Oostenrijk woon en ik dagelijks in de bergen train, ben ik veel beter gaan klimmen dan toen ik nog prof was. Ik was zelfs een beetje emotioneel toen ik over de finish kwam.”Veel last van de kou had Hoogerland niet gehad. “Ik heb alles wat ik in de kast had liggen van thuis meegenomen, maar ben uiteindelijk alleen gestart met beenstukken en een Gabba. Het weer viel voor ons uiteindelijk goed mee en aan het einde had ik alleen nog armstukken aan. Ik rijd dit seizoen nog het WK in Sarajevo en verder heb ik geen echte plannen meer”.
Er staat geen maat op Rausch
Vanaf de finish van Hoogerland was het wachten op de eerste vrouw. Zoals vaker bij de dames was er sprake van een wat ander soort koers; de meeste dames rijden in groepen met mannen die een gelijk niveau hebben in plaats van tegen elkaar. Favoriete Christina Rausch, die in 2019 ook won, verpulverde de concurrentie en kwam binnen in 8h15. Het gat met de nummer 2 (de Duitse Veronika Weiss) was meer dan 35 minuten. Thuisrijdster Bianca Somaville completeerde het podium. Carla Mellema werd 1e in haar categorie.
Beestenweer
Terwijl de toppers een douche opzochten, werd het weer in het Ötztal slechter en slechter. Eerst kwam de mist opzetten, en niet later de ijskoude regen. Op dat moment waren pas zo’n 700 van de in totaal 2750 starters binnengekomen.De beelden van de livestream werden met de minuut heftiger. Eerst mist, paraplu’s en regen en nog meer paraplu’s. Iets later lopende, zwalkende, liggende renners en zelfs warmtedekens. Eén ding is zeker: er is dit jaar meer dan ooit geleden. Diep respect voor al die renners die de uitdaging aangegaan zijn. Een ongekend aantal van 493 deelnemers (17%) moest de strijd staken, bepaald geen schande gezien de omstandigheden.Deze lustrumeditie van de Ötztaler is er eentje om nooit te vergeten.