Dylan Groenewegen is weer helemaal terug. Afgelopen Tour de France won hij voor alweer de vijfde keer een etappe in de grootste ronde ter wereld. Voor Fiets 10 spraken wij met de Amsterdammer over zijn trainings- en voedingsgewoonten. Een voorproefje van wat te wachten staat.
Met Groenewegen hebben we over het prille begin, zijn scootertrainingen met zijn vader en over het sprinten. Lange tijd leefde de renner van BikeExchange in de veronderstelling dat hij ook bergop aardig meekon, al kwam hij daar later van terug. Lees de passage uit het verhaal. hieronder.
Tot de beloften moet je redelijk allround zijn, ben je daarna pas aan je sprint gaan werken?
“Klopt. Mijn sprint was altijd al mijn sterkste wapen en ik wist dat áls ik met een groepje naar de finish reed, dat ik het dan wel af kon maken. Maar inderdaad: tot de beloften is het niet alleen maar sprinten, je moet ook redelijk heuvelop kunnen rijden, je moet de klassiekers aankunnen en je moet echt kunnen koersen. Maar ik wist toen al wel: sprinten is mijn sterkste eigenschap. Op een gegeven moment word je prof, ga je dat verder ontwikkelen en merk je: oké, ik ben misschien toch wel een echte sprinter.”
Twijfelde je daar dan aan?
“Ik heb nog best lang gedacht dat ik bergop goed meekon, althans: dat ik dacht dat ik een puncheur was. Maar bij de profs heb ik dat toch wel van me afgezet. Ik kwam er al snel achter dat dat hem toch niet ging worden, haha!”
Het hele verhaal lezen? Fiets 10 is nu te bestellen.