Door: Richard Snijders
Je kon het al ruiken nog voor dat je aansloot bij de eindeloze rij fietsers die opgesteld stonden in de smalle strook voor de start van de Marmotte. Die mengeling van verwachting, van angst, van het eerste zweet, van wel 87 verschillende soorten smeerseltjes, van de eerste scheten..Ik had het al eens eerder geroken maar nu wist ik ineens wat het was. Stress…dat was het, gewoon de lucht van Stress!Vanaf dat moment herkende ik het ook meteen toen ik om mij heen keek. Die soms bleke gezichten, dat hele drukke of juist die naar binnen gekeerde blik, het zenuwachtig over het gras langs de rij naar voren piepen, het met fiets en al over het dranghek klimmen en even later weer dezelfde weg terug, het nog voor de start panische proberen de band weer op de velg te krijgen bij de eerste lekke band, de komieken met hun, soms geijkte, grappen en geluiden.Het was voor mij het mooiste begin dat ik me had kunnen wensen.Langzaam schuifelden we richting start. Dan de eerste pedaalslagen. Al gauw was daar het prachtige gezicht van een kilometers lang kleurig lint in de nog platte groene eerste kilometers. Natuurlijk waren ze er nog, de gesprekjes tussen de rustig op gang komende deelnemers. Maar natuurlijk was er ook het geroep, gebel en soms geschreeuw van gehaast door alles heen racende zenuwpezen. Je zal maar een stuk of 13 van de ongeveer 7000 man voorbijgereden zijn in het eerste vlakke stuk. Mooi meegenomen toch? Het verschil met de wat meer bedachtzame rijders die rustig de tijd namen een laatste kus te stelen van de aan de kant staande geliefden had wat mij betreft niet groter kunnen zijn.Ach, het was allemaal nog wel bekend. Dat eerste rechte stuk, rechtsaf naar het dorp voor de eerste berg, de eerste klimkilometermeters. Ze zaten nog niet zover uit elkaar, degene die kalm waren gestopt om het windvangertje uit te trekken en de secondejagers die al slingerend probeerde onder het rijden de overtollige kleding uit te doen en weg te stoppen in de al overvolle zakken van het fietsshirtBijna 7000 deelnemers op de eerste klim van een prachtige fietstocht door de Alpen. Kun je het je voorstellen? Het leek wel of het landschap wat verwonderd en bezorgd de rust verstorende slinger gedoogde. Zelfs het weer leek, door af en toe een extra windduwtje in de rug, mee te werken om de indringers zo vlug mogelijk van “hun” gebied af te hebben.Natuurlijk waren de meesten goed of zelfs heel goed voorbereid op deze dag. Die eerste klim bracht dan ook weinig problemen met zich mee.Op de top, met tijdmeting en bevoorrading, was het dan ook al gauw gezellig druk en praatjes waren er daar nog genoeg. Dat dat al vlug zou veranderen was wel duidelijk.Al snel bleek dat de daarop volgende tijdloze afdaling kennelijk niet voor een ieder het sein was om rustig naar beneden te rijden. Secuur schraapten de ambulancemedewerkers de sporen van de eerste gevallen wielrenners van het asfalt. Het zou een waarschuwing moeten zijn, maar kennelijk zijn dit soort momenten maar kort vastgelegde herinneringen op een dag van vele indrukken.De kop was er af, nee ik bedoel niet van die zojuist beschreven pechvogels, maar van deze mooie fietsdag. De routine was al gauw in het systeem geslopen. Drinken, lozen, drinken, lozen, gellen en repen eten, lozen, bidons vullen, drinken, lozen. En vooral steeds weer kijken en verwonderen, kijken en genieten.De tweede klim, de praatjes werden al wat minder. Alleen die Italianen, die kletsten overal. Omhoog, omlaag, tijdens het eten (ook nog met volle mond), tijdens het lozen en dan niet alleen het gezicht draaien naar degene met wie je staat te praten, maar gewoon automatisch je lichaam die halve draai mee laten maken. De Madre Mia’s die daarop volgden. Genieten toch?Dan, na de korte afdaling, de derde klim. Een lastige werd rond verteld in het peloton. Ja natuurlijk ook voor mij niet de makkelijkste, maar mijn ingebouwde waarschuwingssysteem was precies op tijd op de juiste manier afgesteld. Trappen en dan het seintje voor een korte rust, weer trappen en weer dat seintje. Voor mij de perfecte manier om gestaag de in het vooruitzicht gestelde steile kilometers te verteren. Niet alleen die enkele spanningsloze minuten waren voor mij ideaal, maar vooral de mogelijkheden die die momenten nog een extra bonus gaven, waren prachtige, niet in de folder vermeldde, extraatjes. Het leek wel of er juist in de steilste stukken wat stoeltjes bij gezet waren, die platte afdakjes van grote zware stenen boven de afwateringsgaten aan de kant van de weg. Rustig mijn eten en drinken nemend trokken ze als een eindeloze rij zombies aan mij voorbij daar in de laatste kilometers van die klim. Nee, praten was er niet meer bij. De meesten met verwrongen uitgewoonde koppies bijna hangend op het stuur. De soepel ronddraaiende pedaalslag veranderd in het trap voor trap voortduwen. De lichte klimfietsjes leken in de afgelegde kilometers langzaam veranderd in zwaar overbeladen bakfietsen. Genieten van de in elke kilometer veranderende natuur, de prachte vergezichten, de peilloze dieptes? er was geen enkele interesse meer voor. Het gaf mij, daar gezeten op zo’n stenen stoel, met het schitterend uitzicht op de afgelegde, met traag voortbewegende deelnemers omhoog slingerende weg, de mooiste momenten van de hele dag. De bijna voelbare pijn, de holle naar binnen gekeerde blikken, de krachten die je bijna zichtbaar weg zag vloeien, de zo normaal lijkende fietsbeweging waarvan nu elke trap van het ene been niets meer te maken leek te hebben met de daarop volgende pedaalslag van het andere. Het was het volmaakte plaatje van zwijgend aan mij voorbij trekkende levende schilderijtjes, omringt door een ontroerende, soms beklemmend mooie stilte, die naadloos leek aan te sluiten bij de imposante, je zo klein voelende omgeving.Het waren juist die momenten die ik nooit meer zal vergeten.Ja natuurlijk moest ik ook nog verder, maar het lukte bijna niet. Ik kon me niet losrukken van waar ik was. Het was te mooi, te betoverend, te rustgevend, te ontroerend. Het weten dat je het zo nooit meer mee zou maken was bijna te zwaar voor mijn simpele ziel.Hoe ik toch verder ben gekomen? Ik weet het niet eens meer.Ja, het was druk op die top. De afdaling mooi, de tunnels soms eng, de ambulancebroeders hadden nog steeds wat schraapwerk te doen. Voor ik het wist stond ik aan de voet van de laatste klim. Het was warm en boven was de finish. Mijn gouden brevet. Een pasta, nee laat maar. Het was klaar. Mijn tijd nog net gemeten met een stopwatch i.p.v. met een kalender. Belangrijk?…welnee. Nog even die verwonderende opflikkering van mijn gemoedstoestand daar in die drukte. Met verbazing hoorde ik ze aan: Jammer ik had tien minuten sneller willen zijn- Ik was totaal uitgewoond aan de finish- Hij was een paar minuten voor mij, daar baal ik van-.Ik kon niet mee met de eersten en ben maar gestopt- Ik was net te laat aan de voet van de Alp- Ze motten die hoge pieken in die diepe dalen flikkeren-… en vele andere opmerkingen.Maar die ene, voor mij eigenlijk de meest veelzeggende, die hoorde ik nergens. Ik besloot hem maar voor mezelf te houden, die opmerking van“Ik heb er van genoten”Richard Snijders
Startnummer 5876
Cat. 67+.