Zonder meer het moeilijkste onderdeel van het veldrijden. Los zand. Recht door zo’n bak mul spul rommelen moet nog wel lukken. Verstand op nul en gaan. Tot er bochten bij komen. Los zand, het blijft een vak apart.Recht vooruit
Stap 1
Eerst nog maar even de basis. Recht door het zand klieven is voor vele namelijk ook al een hele opgave. Belangrijk is om niet een te zware versnelling te kiezen. Door genoeg omwentelingen te blijven maken houdt je momentum en daarmee snelheid.
-
-
Een lichte versnelling…
-
-
…Het juiste (niet te zware) profiel…
-
-
…En een lage bandendruk
Stap 2
Schuif jezelf wat naar achter op het zadel waardoor de meeste druk op het achterwiel terecht komt en niet op het voorwiel. Het is net tractorpulling. Zodra de voorkant grip heeft graaf je jezelf in en is het einde zoek.
Ver naar achter op het zadel.
Stap 3
Heb je een lichte versnelling en ben je in zijn geheel wat naar achter bewogen kom dan lichtjes uit het zadel. Door pakweg één centimeter boven het zadel te zweven ben je in staat de fiets meer zijn eigen spoor te laten kiezen. De fiets vind eenvoudig de makkelijkste weg, laat hem die maar nemen. Zolang je voldoende kracht blijft leveren kom je op deze manier vanzelf aan de overkant van de zandbak.
Laat de fiets maar zoeken. Het voorwiel gaat vanzelf vooruit.
De bocht om
Stap 1
En dan nu haaks om. In het losse zand wil je graag zo min mogelijk druk in de band. Heeft een parcours veel zandpassages en weinig wortels dan is het eenvoudig: druk aflaten. Door een lagere druk zakt de band meer uit wanneer je op de fiets zit waardoor het contactoppervlak groter wordt. Ook snijd de band minder diep in het zand waardoor het significant eenvoudiger word om door het losse zand te rijden.
…Even controleren…
Stap 2
Rijdt met behouden snelheid het zand in. Fiets je te hard dan is de kans dat je de controle verliest groot. Het is verstandiger iets trager het zand in te rijden zodat je zelf de baas blijft over de fiets. Kies een niet te zware versnelling en verplaats je gewicht naar achteren.
Rijdt rustig het zand in en kom licht uit het zadel.
Stap 3
Een goede bocht rijdt je door de fiets het werk te laten doen. Je laat jezelf als het ware het zand in ‘vallen’. Ga je te hard dan rem je af door enkel de achterrem te gebruiken.
Hang naar achter en laat de fiets de bocht in ‘vallen’
Stap 4
Zodra je dreigt te vallen trap je krachtig terwijl jezelf licht uit het zadel komt. Zo houdt je de fiets onder controle trap je de fiets weer richting het rechte pad.
Flink kracht zetten…
Stap 5
De gang blijft er in door niet te ver naar voren te leunen. Houdt druk op het achterwiel en blijf trappen.
En hop, daar is de controle weer. Het voorwiel komt bijna van de grond.