Het was fijn, een weekje in de sneeuw, maar het leidt wel af van de doelen, zeg. Gelukkig is skiën ook een sport, die in zekere zin ook wel iets oplevert voor de wielrenner. Ik herinner me nog een column van Karsten Kroon in ons blad, die aan zijn ploegbaas Bjarne Riis vroeg of hij met kerst op wintersport mocht. Tot zijn verbazing zei de Deen ja, met als onderbouwing dat de spierbelasting bijna identiek is. Vervolgens ging Karsten niet skiën maar snowboarden, een totaal andere sport, en brak hij zijn pols bij een val, maar dat allemaal terzijde.
Ik heb niks gebroken, maar ook niet of nauwelijks een positief trainingseffect overgehouden van mijn skitrip. Het dorp lag te laag om van een hoogtestage te spreken en skiën in het tempo van de kids is wel leuk voor de gezinsbinding, maar niet voor mijn podiumambities.
Ach, loslaten was het devies van mijn stukkie voor ik wegging. Dat heb ik dan maar geoefend. Loslaten tegen de fietshonger in, want wat heb ik zin. Nou ja, ook dat moet ik specificeren, want ik heb vooral zin in zon. Want sinds ik zaterdag terugkwam is het rotweer geweest en heb ik moeten werken op momenten dat de zon wel scheen. Gericht trainen is er dus niet bij geweest, hooguit een beetje training ertussen friemelen. Het lot van een welwillende amateur, het zal jullie bekend in de oren klinken. Slechts vorige zondag heb ik flink kunnen trainen:125 kilometer. Maar meer dood dan levend kwam ik thuis.
Misschien dat volgende week alles anders is. Het weer belooft beterschap en bovendien vlieg ik vrijdag voor drie dagen naar Zuid-Frankrijk. Eens kijken of ik Parijs-Nice kan combineren met wat eigen Parijs-Nice.