Key points
1: Je gebruikt tijdens het fietsen voor 70% je voorrem en de rest doe je met de achterrem. Oud-renner Steven Rooks zegt zelfs dat een verhouding van 80/20 juist is.2: Nood aan de man? Ga iets achter het zadel zitten, armen gestrekt en gebruik bijna volledig de voorrem. Door deze houding aan te nemen vlieg je niet over de kop en sta je waarschijnlijk sneller stil dan je groepsgenoten.3: Fiets je in een groep? Probeer dan zoveel mogelijk te ontspannen. Wanneer je gespannen bent ga je juist meer remmen, waar de mensen achter je niet bepaald gelukkig van worden.4: Nader je een bocht, neem dan voor de bocht al gas terug. Je komt soepel door de bocht en komt zo ook weer sneller op je oude snelheid.5: Rem niet op grind of nattigheid zoals olie. Moet je toch remmen? Gebruik in dit geval dan de achterrem in plaats van de voorrem.6: Als je aan het afdalen bent kun je overwegen om je lichaam als rem te gebruiken. Ga wat meer rechtop zitten en je vermindert al zo’n 5% van je snelheid.7: Logisch, maar we noemen het toch even: bij regen moet je rekening houden met een langere remweg. Rem zo nu en dan ook even lichtjes af om het vuil van de velgen te verwijderen.8: Om oververhitting tijdens een afdaling te voorkomen rem je niet permanent, maar steeds lichtjes om zo de snelheid te beheersen.9: Haarspeldbochten werken eigenlijk exact hetzelfde als normale bochten. Remmen op het rechte stuk, loslaten in de bocht. Wees niet bang dat daardoor je snelheid weer toeneemt. Bang zijn is sowieso niet zo slim bij afdalen.