Overmatige focus
Angst komt vaak door een overmatige focus op iets waarvan je niet wilt dat het gebeurt. Bij fietsen is dat vaak vallen, dus dan fiets je continu met de gedachte: ‘Als ik maar niet onderuit ga!’. Je hebt vast weleens gemerkt dat hoe harder je denkt dat je iets níet wilt, hoe sneller het gebeurt. En in dit geval is dat zeker zo, omdat zo’n gedachte je wat gespannen kan maken en dus ook de spierspanning in je lijf kan vergroten. Je hebt dan net wat minder controle, dus de kans om ook echt te vallen wordt groter. Niet wat je wilt!Hoe harder je denkt dat je iets níet wilt, hoe sneller het gebeurtMaar wat is dan de oplossing? Profrenners krijgen deze vraag ook weleens, en zeggen dan vaak: ‘Je moet er gewoon niet aan denken’. Maar als je ergens bewust niet aan denkt, dan denk je er toch eigenlijk nog steeds aan? Uiteindelijk kom je zo in een negatieve spiraal terecht, want de angst blijft in je hoofd zitten. Met de volgende tips doorbreek je dit.
Tip 1: Confronteer jezelf stap voor stap
Er wordt weleens gezegd dat je je angsten onder ogen moet komen, maar als je afdalen eng vindt dan hoef je echt niet ineens met 60 km/u naar beneden. Geef jezelf de tijd om stap voor stap vertrouwen te krijgen. Begin heel klein, en pak een korte, makkelijke afdaling in de buurt. Doe deze eerst rustig, en als je merkt dat dat goed gaat, ga je steeds harder. Daarna breid je stapje voor stapje uit naar langere en steilere afdalingen.Geef jezelf niet op je kop als je toch in de remmen knijpt, maar doe het gewoon nog een keer. Uiteindelijk wordt je angst minder. Dit werkt ook zo met groepen of met bochten rijden; begin langzaam en klein, en breid steeds verder uit naar grotere groepen, een hogere snelheid en scherpere bochten. Elke stap is weer een kleine succeservaring en geeft je een stukje vertrouwen.Tip 2: Focus bewust op iets wat je helpt
Als je bang bent, dan denk je vaak alleen aan je angst. De manier om dit te omzeilen is simpelweg door aan iets anders te denken. Afleiding kan je op veel manieren vinden, maar je hebt er het meest aan als het ook functionele afleiding is. Daar zijn techniekpunten superhandig voor. Kies van tevoren een techniekpunt en focus daar bewust op wanneer je iets eng vindt. Ga dus bewust aan de slag met je cadans als de weg nat is of ga letten op je houding als je in een groep fietst. Wanneer je hoofd vol zit met nuttige dingen om aan te werken, dan is er geen ruimte meer voor je angst. En je wordt er gelijk beter van!Wanneer je hoofd vol zit met techniekpunten om aan te werken, dan is er geen ruimte meer voor je angst
Tip 3: Breathe!
Bij spanning ga je vaak anders ademen, wat korter en gejaagder. Door op een moment van spanning bewust te letten op je ademhaling en diep in en uit te ademen, kan je deze spanning weer uit je lijf krijgen. Zorg ervoor dat je je ademhaling helemaal doortrekt naar je buik, wat betekent dat je buik een stukje uitzet als je inademt. Het is misschien even wennen om zo diep te ademen, maar op deze manier richt je je aandacht op iets anders dan je angst en ontspan je ook gelijk je lijf. En dan gaat alles stukken makkelijker!Sportpsycholoog & triatleet Daniëlle Vermeulen helpt sporters van alle niveaus om zichzelf mentaal te ontwikkelen, zich goed te voelen en beter te presteren. Ze doet dit vanuit haar bedrijf Animo Sportpsychologie.Meer weten? Volg de Facebook-pagina van Animo Sportpsychologie of neem contact op via danielle@animo-psychologie.nl.