Janke is al 35 jaar fietsenmaakster in Utrecht. Ze beschrijft het dagelijkse leven van een ‘rijwielhersteller’, over haar passie en liefde voor fietsen en de mooie dingen die ze in haar winkel én in haar leven meemaakt.
Eind vorig jaar, ergens in november, werd ik gebeld door Marin van stichting DOENJA dienstverlening. Er was budget beschikbaar voor een workshop. Daardoor kon er een professional ingehuurd worden die vrouwen en meisjes, in de Utrechtse wijk Kanaleneiland, fietstechniek lessen zou kunnen geven. Ze was erg enthousiast over het feit dat ze een vrouwelijke fietsenmaker in Utrecht had gevonden en de vraag aan mij was of ik een dergelijke workshop wilde verzorgen.
In de loop van de tijd ben ik een beetje voorzichtiger geworden met meteen maar JA! zeggen, zeg maar roepen. Als je een cursus/workshop gaat geven is het wel fijn gemotiveerde cursisten te hebben. Als het opgetrommelde exemplaren zijn wordt het toch al snel trekken aan een dood paard.
Het chique Kanaleneiland
Toen ik nog een kleine genderbender was van een jaar of tien, kwam ik eens te logeren bij mijn tantes in Utrecht. Dat waren twee zussen van mijn oma. Ze woonden “op chic” aan de Livingstonelaan in heel moderne nieuwe hoge flats. Er stonden er toen drie in een nieuwe wijk van Utrecht, Kanaleneiland. (Ik woonde in een dorpje in Twente en was nog nooit in een flat geweest.) Mijn tantes waren diaconessen die in het gelijknamige ziekenhuis werkten.
Net als mijn oma steunde ze mij op mijn weg naar een ongewoon professioneel leven voor een vrouw
Tante Lien, de oudste, was hoofd van de kinderafdeling en bij haar thuis (op de eerste verdieping), was alles duur en van zilver. Tante Geert was hoofd inkoop en een zuinige, bescheiden, leergierige, sportieve en actieve vrouw met een Volkswagen kever. (Zij woonde op de veertiende, tsjonge,wat was dat hoog!) Ze reed er altijd alleen in en niet zonder reden, stapte je bij haar in dan kwam je geheid wagenziek thuis. Net als mijn oma steunde ze mij op mijn weg naar een ongewoon professioneel leven voor een vrouw.
Kanaleneiland nú is niet meer chic als in duur, het is een wijk waar minder bedeelden wonen en je kunt er met je auto naartoe voor de autoboulevard, de meubelboulevard en IKEA. Je kunt er bijna geruisloos voorbijgaan aan het leven van anderen die zich géén nieuw of oud huis kunnen permitteren, géén auto kunnen rijden, géén nieuwe fiets kunnen kopen, géén studie kunnen volgen. Sterker nog, hier leven vluchtelingen, hier leven Nederlanders die “anders” behandeld worden.
Cursus fietsenmaken
Op vijf maart jongstleden ging ik naar de bikeshop van DOENJA op Kanaleneiland om de eerste cursus te geven. Ik heb genoten van die eerste les, want dat is het voor mij ook. Iedere keer weer. Wie kom je tegen, wat leg je uit en hoe? Wie wil er wát leren?
Bij de eerste cursus staken er twee vrouwen bovenuit, beide gevlucht uit Afghanistan
Bij deze eerste cursus staken er twee vrouwen bovenuit. Beide gevlucht uit Afghanistan zit de één op een krukje te kijken, de ander wil heel graag leren hoe ze haar band kan plakken, kabels kan monteren en daarmee haar velgremmen af kan stellen en haar opgedane kennis over kan dragen op haar zoon.
Alles wat ik haar laat zien zuigt ze op als een spons, ze is trots en blij dat ze zelf ineens die dingen dus gewoon kan! Haar Nederlands is nog wat beperkt maar de vrouw op het krukje kan goed vertalen en zo doen we het dus samen.
Deze ervaring doet me erg denken aan mijn tijd in het township bij Kaapstad. Misschien is Kanaleneiland wel een township bij Utrecht. In ieder geval is Kanaleneiland een eiland waar ik zomaar naartoe kan varen. Een eiland waar heel bijzondere gewone mensen wonen, waar je welkom bent, waar mensen dankbaar zijn voor wat ze krijgen maar die bovenal ook medemens zijn.
Kanaleneiland ís chic!