Paniek! Paniek! Blessure! Er zijn weinig dingen die je als sporter meer frustreren. Het ergste is nog dat je vaak niet precies weet hoe lang het gaat duren. Of je weet juist wél dat het lang gaat duren, maar die wetenschap maakt het er niet echt beter op. En hoe los je zo’n blessure op? ‘Rust.’ Blegh, wat een naar woord.

In de sportpsychologie wordt de reactie op een blessure weleens vergeleken met een rouwreactie, omdat je vaak dezelfde kenmerken ziet: 1) Ontkenning (stug doortrainen), 2) Woede (‘Het is niet eerlijk!’), 3) Somberheid (‘Ik kom nooit meer op niveau’) en 4) Acceptatie (‘Het moet maar’).

Balen, balen, balen
Nu heb je het natuurlijk niet makkelijk als je zelf een blessure hebt, maar het is ook zeker niet alles als je sportieve partner een blessure oploopt. Die van mij voelde 4 weken geleden de behoefte om een salto te maken met zijn fiets, om zich vervolgens op te vangen met zijn elleboog. Conclusie: gebroken. Oeps.

Het lijf kan misschien niet zoveel meer als je geblesseerd bent, maar het hoofd maakt overuren. Met vaak als grootste zorg het behouden van je niveau.

Aan de ene kant een mooi studieobject voor mij, maar ik raad het zeker niet aan om te dichtbij te komen bij een sporter die verplicht rust moet houden. De verschillende fasen kwamen wel mooi langs: ‘Ik hoef niet naar het ziekenhuis, een glas whisky en ibuprofen werkt ook!’, naar ‘Het is stom. Stom. Stom!’ en ‘Daar gaat m’n seizoen’, tot ‘Hmpf, vooruit, ik doe wel rustig aan’. Gelukkig zie ik zelf altijd het positieve van een situatie in en kon ik mooi zijn nieuwe wielen inpikken.

Wat gebeurt er in je hoofd bij een blessure?
Het lijf kan misschien niet zoveel meer als je geblesseerd bent, maar het hoofd maakt overuren. Met vaak als grootste zorg het behouden van je niveau. Het voelt natuurlijk alsof je direct 10km/u langzamer fietst als je 2 weken niet traint. Ook kan je het gevoel krijgen het contact te verliezen met je trainingsmaatjes. Iedereen traint immers gezellig door, en jij staat langs de kant. En zelfs als de blessure weg is kan je lang bang blijven dat de blessure terugkomt, waardoor je erg voorzichtig wordt of anders gaat bewegen. En dan duurt het nog langer voor je de oude bent.

Bij het stellen van je doelen kijk je naar wat je wel kan en hou je je niet bezig met wat niet kan. Elk doel wat je haalt is weer een stap in de richting van herstel.

Wat kan ik doen om zo goed mogelijk te herstellen?
Er komen dus genoeg dingen kijken bij een blessure die je totaal niet helpen: negatieve gevoelens, pessimistische gedachten, doemdenken. Daar heb je helemaal niks aan. Oftewel, tijd om te accepteren en je te richten op de dingen waar je wél iets aan kan doen. Ik heb drie tips voor je:

  • Stel doelen voor je herstel
    De meeste sporters stellen wel doelen als ze lekker kunnen sporten, maar niet als ze een blessure hebben. Maar ook voor het herstel van een blessure kan je doelen stellen! Een voorbeeld is om doelen te stellen om stap voor stap op te bouwen, of voor oefeningen die je kan doen om sneller of beter te herstellen. Bij het stellen van je doelen kijk je naar wat je wel kan en hou je je niet bezig met wat niet kan. Elk doel wat je haalt is weer een stap in de richting van herstel, dus zo ervaar je met elke stap weer succes.
  • Blijf betrokken in je sport
    Als je door een blessure niet kan trainen valt er soms ook een deel van je sociale leven weg. Dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Kijk of je op een andere manier betrokken kan blijven. Wie weet kan je helpen bij de training of kan je een bepaald deel van de training nog wel volgen. Als je fysiek helemaal niks kan, kan je misschien nog wel aansluiten bij de appeltaart met slagroom halverwege de rit, of spreek een keer buiten het sporten af. Daar word je een stuk vrolijker van dan thuis zitten balen en zo kom je er ook nog eens achter of je ook wat gemeen hebt buiten het sporten!
  • Denk positief en kijk naar de toekomst
    Een blessure zorgt vaak voor een hoop gemopper in je hoofd. Ook kan je tot in den treuren blijven nadenken over ‘wat nou als…’, en ‘had ik nou maar…’. Even balen is oké, zo lang je daarna maar weer vooruitkijkt. Het heeft geen zin om te blijven balen over wat je anders had kunnen doen. Dan kan je veel beter kijken naar wat je nu en in de toekomst kan doen om ervoor te zorgen dat je blessurevrij blijft. Maak er concrete actiepunten van en voer ze uit!

Het heeft geen zin om te blijven balen over wat je anders had kunnen doen.

Gelukkig is het salto-incident nu alweer 4 weken geleden, dus meneer gebroken elleboog mag langzaam weer opbouwen met sporten. Je zou denken dat het hierbij heel handig is om een sportpsycholoog als vriendin te hebben en dat hij braaf zal luisteren. Nou, het zal me benieuwen. De rust keert gelukkig wel weer terug (voor mij) nu hij weer mag buitenspelen. En die wielen? Ha, die krijgt ‘ie echt niet meer terug!

Mooie wielen he? 😉

——————-

Sportpsycholoog & triatleet Daniëlle Vermeulen helpt sporters van alle niveaus om zichzelf mentaal te ontwikkelen, zich goed te voelen en beter te presteren. Ze doet dit vanuit haar bedrijf Animo Sportpsychologie.

Nieuwsgierig naar wat sportpsychologie voor jou kan doen? Volg de Facebook-pagina van Animo Sportpsychologie, kijk op de website of neem contact op met Daniëlle via danielle@animo-psychologie.nl.