Een blog over de zin en onzin van een groot doel: zes keer de Alpe d’Huez op.
Je ruikt het, je ziet het, het is er als je wakker wordt: De lente is nu dan echt begonnen. En het wielerseizoen natuurlijk! Ritjes s’ochtends vroeg en s’avonds na het werk behoren in eens weer tot de mogelijkheden. Ik geniet volop van de mooie scenario’s van zon, windmolens, weilanden en kleine lieve lammetjes. Voor mijn voorbereiding voor de Alpe d’HuZes betekent dit ook: Veel buiten fietsen, eindelijk!
Er staan lange ritten op het programma en in voel me helemaal topfit. Wat ik trouwens heel graag doe is lange ritten in m’n eentje maken. Daar krijg ik vaak veel vragen over en dus dacht ik ik vertel daar eens wat over.
Bye, winterdip
Sinds een week voel ik eindelijk dat ik energie heb en sterker ben geworden. Ik zat echt in een soort winterdip. Ineens gaat de training lekker, heb ik super zin om te fietsen en te sporten en ook het afvallen begint echt te lukken. Gelukkig maar. Einde frustratie! Wat heb ik naar dit moment gehunkerd. Voor de Alpe d’HuZes gaan de voorbereidingen ook lekker: naast de training zijn mijn vriendin Anna en ik bezig met de organisatie van een super tof wielercafé (info volgt natuurlijk) om geld op te halen en heb ik een plan gemaakt om de bedrijven in de wolkenkrabber waar ook mijn werk gevestigd is om geld te vragen. Zo hoop ik dat we ons sponsor bedrag op tijd vol kunnen krijgen. Daarnaast gaan we heel veel fietsen! En na een tijdje dat ik ‘mezelf een beetje kwijt was’ op de fiets, heb ik mijn zelfvertrouwen gelukkig weer te pakken. Ritten van 120 km en ook de ritten met hoogtemeters gaan ineens erg lekker.
Zalige, eenzame kilometers
Ik geef het toe: Vooral als ik fietsen moet combineren met de drukte van ons werkschema en patchwork-gezin of als ik het idee heb dat ik niet zelfverzekerd genoeg ben over mijn krachten, dan fiets ik graag alleen. Dat vind ik niet erg: sterker nog, dat vind ik zalig. Twee weken terug ging ik naar Schoonhoven naar het geweldige Fausto fietscafé, gerund door hele lieve en leuke kennissen van mij. Aldaar nam ik een lekker broodje en koffie en kletste met de wielrenners aan de tafels om me heen. Vervolgens via Woerden terug: 120 km helemaal alleen. Het weer was heerlijk!
Het idee dat ik op alles ben voorbereid, vind ik rustgevend
Laatst hielp ik mijn vriend, die fotograaf was in de koers Parijs Roubaix, door zijn auto te verplaatsen van start naar finish. Maar ik wilde eigenlijk ook nog een lange training doen dat weekend. Dus hadden we een route gemaakt en ben ik me in de persruimte in Roubaix gaan omkleden. Op mijn oren een lekkere playlist met hitjes en veel zin in de klimmetjes onderweg: Paterberg, Oude Kwaremont, la Houppe- ik had ze nog nooit gedaan! Om zeven uur kwam ik na 111km moe, maar voldaan weer bij de persruimte aan.
Goed voorbereid
Een van de dingen die ik zelf onwijs rustgevend vind is het idee dat je op alles bent voorbereid. Ik ga fietsen en ik neem mee…. Als je een tocht gaat maken, neem je natuurlijk de basis dingen mee in je achterzak of zadeltasje. Een reserve band, banden lichters, een multitool (heb ik nodig om mijn wiel eruit te kunnen halen), je opgeladen mobiel, een volle bidon en wat te eten. Als je een langere tocht gaat maken, kun je een powerbank mee nemen voor je mobiel of gps. Misschien je OV kaart. En natuurlijk je pinpas. Je weet maar nooit: misschien heb je wel extra eten nodig of wil je ergens koffie drinken? Of je hebt een betaalde dienst nodig zoals een fietsenmaker of taxi?
Een fietsenmaker heb ik trouwens serieus wel eens nodig gehad: na drie keer lek rijden stond ik toevallig bij een fietsenmaker om de hoek. Bleek er een scheur in mijn buitenband te zitten waar de binnenband steeds klem in kwam te zitten, waardoor hij scheurde. Gelukkig kon hij helpen en kon ik daarna rustig en zonder lekke banden door! Wat het eten betreft, ik fiets prima op bammetjes met appelstroop of (pinda)-kaas. Maar zo nu en dan een reepje of gelletje kan geen kwaad. Reepjes neem ik vaak als reserve mee. Niks is immers erger dan een dikke hongerklop. Door deze maatregelen voel ik me veilig omdat ik mezelf kan redden in een boel vervelende situaties.
Better safe than sorry
Natuurlijk kun je in een situatie terecht komen dat je jezelf niet meer kunt helpen. Als je helemaal alleen onderweg bent, zorg dan wel dat er iemand op de hoogte is van het feit dat je aan het fietsen bent en de route. Wat ik wel eens doe is via Whatsapp mijn live locatie delen met bijvoorbeeld mijn vriend. Zo kun je in ieder geval zolang je telefoon aanstaat en bereik heeft precies zien waar ik ben.
In de basis zijn dit hele handige tooltjes om je ‘traceerbaar’ te maken
Daarnaast heb ik een helm met ANGi systeem. Dit houdt in dat mijn helm, op het moment dat ik val en hij dus een impact registreert, een countdown inzet en via een app een berichtje stuurt naar alle ingestelde nood-contacten. Als ik anticipeer dat ik ergens geen bereik ga hebben, kan ik ook instellen dat ik me rond een bepaalde tijd moet hebben ‘teruggemeld’, gebeurt dat niet, verstuurt hij dus ook weer een notificatie naar mijn noodnummers, zodat zij weten dat ik ‘vermist’ ben. Natuurlijk zal er wel enige foutgevoeligheid in dit systeem zitten, als je helm in een cafe van tafel dondert of je raakt ergens aan de klets en komt onverwachts twee uur later thuis, maar in de basis zijn dit hele handige tooltjes om je ‘traceerbaar’ te maken. Wie zich het ongeval van ex-prof Steven de Jong vorig jaar in Spanje herinnert, die weet wel hoe belangrijk dat kan zijn.
Saai? Nee hoor
Natuurlijk babbel ik graag en in een groep fietsen is vaak heel erg leuk. Maar in je eentje hoeft ook niet saai te zijn. Ik heb een speciaal koptelefoon voor sporters, waarmee je alle geluiden uit je omgeving nog kan horen. Deze werkt via ‘bone conduction’ en laat de gehoorgang vrij. Zo kan ik veilig een playlist of luisterboek opzetten zonder dat ik afgesloten ben van de buitenwereld. Het nadeel is wel dat hij veel wind vangt, dat kan bij tegenwind wel eens irritant zijn. Maar goed, met ‘dichte’ oordopjes durf ik dus niet te fietsen, dan hoor je niks en dat lijkt mij link. Maar een muziekje vind ik lekker. Momenteel ben ik groot fan van Billie Eilish. Maar misdaad romans zijn ook zeker aan te raden om te trainen. Ook Podcasts kunnen vermakelijk zijn. En soms is het ook heerlijk om niks te horen behalve de natuur. Meditatie op de fiets.
Ik ben in ieder geval blij dat de training eindelijk lekker gaat en de afstanden makkelijker worden. Kom maar op met die Alpe!