Yara Kastelijn is vijfvoudig NL kampioen veldrijden én professioneel wielrenster, maar daar stopt het niet. Ze is ook nog gewichtsconsulent. Haar kennis over gezonde voeding wil ze doorgeven aan anderen. De twintigjarige Kastelijn werkt hard en haalt plezier uit beide banen: “Dit leventje zou ik voor geen goud willen en kunnen missen.”

Yara, wat vind je zo leuk aan de wielersport?
“Toen ik voor het eerst de fiets opstapte droomde ik al van het profpeloton en gouden medailles. Van je hobby je beroep kunnen maken, is het mooiste dat er is, het blijft keer op keer hard werken en het zit niet altijd mee. Je vraagt veel van je lichaam, van jezelf en je omgeving. Racen, zo hard mogelijk rijden, werken voor de ploeg en je eigen kansen pakken. Als we met de ploeg een overwinning behalen, geeft dat veel voldoening. Zonder mijn ouders, broer en zus was ik nooit zo ver gekomen. Week in, week uit, elke keer gingen ze mee naar de wedstrijden en daar ben ik ze ook erg dankbaar voor.”

Van je hobby je beroep kunnen maken, is het mooiste dat er is

Wat verkies je: wegwielrennen of veldrijden?
“Als klein meisje verkoos ik het veld boven de weg, later als junior genoot ik ook van het wegwielrennen en nu staan de disciplines op gelijke hoogte. Binnen de ploeg heb ik de kans gekregen om ze te combineren en voorlopig wil ik nog niet kiezen. Soms is het wel keuzes maken. Zo moest ik dit jaar bijvoorbeeld kiezen tussen het EK op de weg en het EK in het veld. Het EK op de weg was vlak, dus de keuze was snel gemaakt en het werd het EK veldrijden. Daardoor mistte ik de trainingsstage van mijn ploeg in Australië. Mijn ploeggenoten rijden allemaal een volledig programma op de weg, mijn maatjes en concurrenten in het veld focussen volledig op de cross en rijden van september tot eind februari. Ik doe het fifty-fifty.”

Lukt die combinatie?
“Veldrijden en wielrennen zijn aparte disciplines die ik beide graag doe. Het vraagt voorbereiding en planning met mijn trainster en coach, maar de combinatie lukt doordat ik twee ‘halve’ seizoenen rijd. Rust heb ik ook voldoende. Na het NK op de weg dit jaar, zat ik drie weken niet op de fiets. Er was tijd om bij te komen van het wegseizoen, de batterij op te laden en andere leuke dingen te doen.”

In Gavere had ik weer pech, een schijfrem kwam in mijn been terecht…

Nu ben je bezig aan je veldritseizoen, maar die startte niet vlekkeloos?
“Dat klopt, het is lang geleden dat mijn veldritseizoen vlekkeloos verliep. Door omstandigheden had ik al geen optimale voorbereiding. Ik werd eerst ziek, daarna kreeg ik te maken met een ontsteking bij mijn achterhoofd, waardoor ik de hele dag hoofdpijn had. Ik kwam drie weken niet aan de bak. Tijdens het EK voor beloften merkte ik dat ik wedstrijdritme mistte. De laatste ronde kwam ik mezelf tegen en verloor ik de medaille race. Met mijn vijfde plek was ik toch erg tevreden. Ik deed vertrouwen op voor de komende wedstrijden. In Gavere kreeg ik opnieuw te maken met pech. Een schijfrem kwam in mijn been terecht waardoor ik een wond had die gehecht moest worden. Ik moest dus opnieuw mijn trainingsweek staken, maar dat alles is in orde nu.”

Yara Kastelijn tijdens de veldrit. © Anton Vos/Cor Vos

Welke belangrijke veldritten staan er nog op je planning?
“Doordat ik vorig jaar een minder seizoen had, sta ik niet in de top 50 met het gevolg dat ik geen wereldbekers kan en mag rijden. Enkel als een renster uitvalt, mag ik misschien deelnemen. De kans is dus klein dat ik dit seizoen nog wereldbekers rijd, maar dat geeft niet. Ik houd ervan om te crossen in België en met deze wedstrijden kan ik mezelf ook meten met de wereldtop. Het nadeel is dat ik veel UCI-punten misloop en zo krijg ik geen betere startpositie. Komende week vertrek ik naar Mallorca om te trainen met Annemarie Worst. De volgende belangrijke wedstrijden zijn het Nederlands Kampioenschap op dertien januari in Surhuisterveen en het Wereldkampioenschap op drie februari in Valkenburg.”

Naast je leven als profwielrenster, ben je ook gewichtsconsulent. Was het een bewuste keuze om niet enkel te kiezen voor je profcarrière?
“Ik probeer zo gezond mogelijk te leven. Sinds november heb ik mijn eigen bedrijfje gestart. Ik ben afgestudeerd op school en vind het erg leuk om ook bezig te zijn met andere dingen. In een dag heb je 24 uur waarvan ik negen uur slaap. De rest van de uren ben ik niet de hele tijd bezig met fietsen. Ik doe vaak in de ochtend mijn training en zo heb ik in de middag nog tijd voor andere dingen zoals werken. Doordat ik mijn eigen baas ben, kan ik mijn tijd beter indelen en zo ook nog mensen helpen met hun voedingspatroon.”

Een wedstrijd kan je niet winnen met voeding, maar wel verliezen

Let je zelf erg op je voeding?
”Ik let goed op mijn voeding. Een wedstrijd kan je niet winnen door de juiste voeding, maar wel verliezen. Ik vind het belangrijk om goed voor mijn lichaam te zorgen. Elke dag is anders. De ene dag heb je een zware training, de andere dag staat in het teken van herstel na een zware wedstrijd. Ook wil je je spieren niet afbreken, om dat te voorkomen plan ik bijvoorbeeld elke drie uur een eiwitmoment in.”

Wat wil je nog bereiken in je leven als topsporter, en daarnaast?
“Ik hoop dat ik het over een paar jaar ver kan schoppen binnen het wielrennen. Ik wil mezelf elk jaar zien verbeteren. Op termijn wil ik meedoen voor de overwinning in belangrijke wedstrijden. Maar ik heb vooral geleerd dat plezier hebben in de sport het belangrijkste is en je het verste brengt. Ik werk er hard voor, meer kan ik niet doen.”

Als topsporter moet je veel opgeven. Heb je het gevoel dat je als 20-jarige voldoende kan genieten van het leven?
“Ik geniet van elke keer dat ik op de fiets stap, van het afzien tijdens de wedstrijden en de sfeer eromheen. Tijdens het wegseizoen is mijn ploeg mijn tweede familie, bij hen voel ik me thuis. In de winter op de cross is iedereen een soort familie, ons kent ons. Ik heb niet echt het gevoel dat ik er iets voor moet laten. Het uitgaansleven, fastfood en alcohol mis ik totaal niet. Mijn leven ziet er anders uit dan dat van mijn leeftijdsgenoten, maar dit leventje zou ik voor geen goud willen en kunnen missen. Ik denk dat ik het mooiste leven heb dat er bestaat.”

Mijn leven ziet er anders uit dan dat van mijn leeftijdsgenoten, maar ik zou het voor geen goud willen missen

Hoelang zie je jezelf de combinatie topsport-gewichtsconsulent nog doen?
“Ik zie mezelf nog mijn hele carrière de combinatie doen. Het is sowieso goed om naast mijn leven als sporter aan het werk te zijn. Zo blijf ik op de arbeidsmarkt en kan ik mensen begeleiden naar een gezonde levensstijl. Ik vind het fijn om afleiding te hebben en niet de hele dag aan het wielrennen te denken.”

 

Tekst en interview door Pauline Farazijn