Janke is al 35 jaar fietsenmaakster in Utrecht. Voor Pedala beschrijft ze het dagelijkse leven van een ‘rijwielhersteller’, over haar passie en liefde voor fietsen en de mooie dingen die ze in haar winkel meemaakt. Ik was zes, we waren pas verhuisd en mijn band stond plat. In de nieuwe schuur, van ons nieuwe huis, plakte ik voor het eerst mijn eigen band. Alléén het ‘laatste stukje’ kon ik nog niet zelf over de velg heen krijgen, daar waren mijn vaders handen nog voor nodig. Op mijn twaalfde sloopte ik voor het eerst een fiets. Vanaf een kaal frame bouwde ik hem weer helemaal op, nadat hij geschilderd was. Zwart en met blauwe bloemetjes. Dat laatste ontlokte mijn moeder de gevleugelde uitspraak: ”Godzijdank zit er toch nog iets vrouwelijks in je!”Ik ben Janke, rijwielhersteller. Toen studeren niet wilde lukken besloot ik op mijn negentiende (1983) fietsenmaker te worden, iets wat ik al van kleins af aan wilde zijn. Na enkele, wat korte avonturen, bij verschillende tweedehands warenhuizen kwam ik terecht bij de jongens van de Tegenwind.Beide heren, Peter en Paul, vonden het gelukkig geen enkel probleem dat ik een vrouw was en ik mocht bij hen in de leer. Paul nam mij onder zijn hoede, hij was het die me de taal van de fiets leerde.
Contactbreuk
In die tijd was het niet erg gebruikelijk om als meisje/vrouw te kiezen voor een technisch beroep. De maatschappij stond er onwennig tegenover, het vertrouwen in mijn vakmanschap was laag en deze beroepskeuze leidde zelfs tot een contactbreuk met mijn ouders. Nog steeds is de keuze voor een vak als rijwielhersteller voor vrouwen en meisjes niet gemakkelijk, ik vind dat kwalijk en ontzettend jammer.
Op zijn graf heb ik hem beloofd met mijn handen door te geven wat ik van hem heb geleerd.
Wegwerpmentaliteit
In 1991 kwam mijn leermeester Paul bij een auto-ongeluk om het leven. Op zijn graf heb ik hem beloofd met mijn handen door te geven wat ik van hem heb geleerd. In deze tijd van wegwerpmentaliteit sterven ambachten uit, rijwielen herstellen is er daar één van. Fietsen worden op internet gekocht, banden worden nauwelijks nog geplakt en nieuwe fietsen worden zo goedkoop mogelijk opgebouwd, waardoor vitale delen, zoals bijvoorbeeld de trapas unit, binnen drie tot vijf jaar kapot gaan. De liefde is eruit verdwenen.
Iedere fiets wordt met liefde behandeld, zelfs de ‘afgeschreven’ fietsen.
da Vietsie
Na een verblijf van één jaar in Masiphumelele, een township bij Kaapstad, om daar fietsenmakersters op te leiden, keerde ik terug in Nederland. Een beetje ontheemd werkte ik eerst nog een klein jaartje bij een vrouwelijke collega in Amsterdam, maar op enig moment kwam Peter vragen of ik verder wilde gaan met het bedrijf waar ik ooit de liefde en passie voor het ambacht leerde kennen.Toen ontstond
‘da Vietsie‘, mijn eigen rijwielherstelbedrijf waar ik vijf dagen per week werk. Voor mijn gevoel was daar de cirkel rond. Ik had mijn belofte aan Paul gestand gedaan. Ik was terug op het nest met een nieuwe naam!
Liefde voor ambacht
Mijn liefde voor het ambacht is groot, heel groot. Ik repareer graag oudere en soms door collega’s afgeschreven fietsen. Alles is er netjes ingevet op gemonteerd, losse kogels in trapas en balhoofd, de wielen over vier gespaakt, fantastisch!Voorlichting en kennisoverdracht maken ook een belangrijk deel uit van mijn werk. Deze week vertrek ik weer naar Kaapstad om daar o.a. de ambacht van het rijwielherstellen door te geven. Maar hierover meer in mijn volgende blog.Janke.