Janke is al 35 jaar fietsenmaakster in Utrecht. Voor Pedala beschrijft ze het dagelijkse leven van een ‘rijwielhersteller’, over haar passie en liefde voor fietsen en de mooie dingen die ze in haar winkel én in haar leven meemaakt.

Iedereen glibberde en gleed over sneeuw, bevroren weggedeelten en opgevroren sneeuwblubberhompen, netjes opgehoopt bij de oversteekpunten voor fietsers en voetgangers. Iedereen, behalve Bram.

Als Bram de winkel binnenkomt schudt de pui zo’n beetje uit de gevel. Als zijn fiets gestolen is helemaal! Natuurlijk al de zovéélste en natuurlijk met alle kinderzitjes en alle andere extra’s die hij nodig heeft… Hij wil geen nieuwe meer, maar wel een goeie en omdat het bij mij nu vrij rustig is beloof ik hem, binnen een paar dagen, een sterk herenrijwiel te bouwen.

Ik beloof hem binnen een paar dagen een sterk herenrijwiel te bouwen

In de opslag staat een mooie oude Banier die groot en sterk genoeg is om Bram en zijn kinderen te dragen. Dat is de basis. Allereerst sloop ik de fiets, totdat er een kaal en leeg frame over is. Onderweg kom ik allerlei fijne dingetjes tegen. Zo is de trapaslug uitgerust met trekboutjes, héél handig. Als de cups ooit nog eens gedémonteerd moeten worden, gaan ze altijd los en de BSA as kan heel mooi afgesteld worden.

De oude koplamp

Oude fiets vol verrassingen

Er zit een prachtige, roestige, oude koplamp op die, na restauratie, mooi zacht licht geeft. Op de ouderwetse manier, met een dynamo.

Het démonteren van het balhoofd (het gelagerde deel van de voorvork), levert een enorme verrassing op! Er zit een Engels type balhoofdsetje in. Dat betekent dat er geen vaste onderconus op het kroonstuk zit maar dat er losse cupbakjes gebruikt worden die precies in een framecup passen.

Bij dit systeem worden 1/8 kogeltjes gebruikt, de allerkleinste binnen de fietstechniek en het is lang geleden dat ik dit voor het laatst zag en dus nog nooit eerder in een Nederlandse fiets. (Deze kogelmaat wordt tegenwoordig gebruikt in trapas-units voor nieuwe fietsen,ook door gerenommeerde merken,in sommige gevallen ligt zo’n as-unit al binnen drie maanden aan diggelen.)

Het is lang geleden dat ik dit voor het laatst zag en nog nooit
eerder in een Nederlandse fiets

Voor de cranks is natuurlijk een spieverbinding gebruikt en omdat de fiets zo oud is, komen de spietjes er gemakkelijk uit. Dankzij de trekboutjes komen de cups ook goed los uit de trapaslug en de trapas zelf blijkt nog puntgaaf te zijn. Dat betekent dat de ¼ kogels ook nog mooi rond zijn en ik kan alles simpel en met een lekkere klodder vet terug monteren. Géén kogelringen, losse kogels!

De kogeltjes van klein naar groot: 1/8. 5/32, 3/16, 7/32, 1/4, 9/32 en 5/16

Conische as

Een BSA as is geen conische as. Het is een staaf met kogelbanen, het enige wat hij doet is ronddraaien, de cups en het frame van de fiets zorgen samen voor de afstelling ervan. De rechterkant (de aandrijfzijde van de fiets) is de vaste kant, daar wordt alles direct “vastvast” gezet. Dat is ook logisch, omdat daar tandwielen, ketting en kettingkast gemonteerd zijn. De afstelkant is dus bijna altijd de linkerkant.

De BSA as wordt afgesteld met de contraring.De rechtercup zit dus vastvast,de linkercup wordt,iets te strak,in het frame gedraaid. Vervolgens wordt de contraring op de cup geschroefd en die loopt vast tegen het frame waardoor het cupje weer iets naar buiten wordt getrokken. Een simpel en effectief systeem.

Voor de wielen gebruik ik de originele velgen. Lekker sterk en de mooie rood/witte bies is nog goed te zien. (Geschilderde lijnen op fietsframes- en velgen heten biezen, vroeger was dat een vak, veel oude fietsen zijn handgebiesd.)

Geschilderde lijnen op fietsframes- en velgen heten biezen,
veel oude fietsen zijn handgebiesd

De wielen

De oude transportnaaf

Het achterwiel krijgt een simpele terugtraprem, voor het voorwiel gebruik ik een prachtige oude transportnaaf. Beide wielen krijgen extra dikke spaken en ik kruis over vier: de sterkste manier om een wiel te bouwen.

Iedere spaak in het wiel kruist vier andere, de binnen- en buitenspaken die naast elkaar in de flens zitten komen daardoor in de cirkel van het wiel recht tegenover elkaar uit waardoor er heel gelijkmatig aan de spaakkopjes getrokken wordt.

De spaken: kruis over vier

De proefrit

De originele spatborden kunnen ook nog prima gebruikt worden, hier en daar wat roest, maar dat deert niet. Tot slot nog een zadeltje op de stang, voetrusten op de schuine onderbuis en een extra lange superdrager voor gereedschapsvervoer.

Op één ding na is nu alles gedaan…. De proefrit! Als alles naar behoren werkt en de fiets bovendien ook nog spoort, dan is hij klaar. En dat doet ie!

Bram is blij! Z’n kinderen zijn blij! Ik ben blij, maar bovenal: de fiets is blij!