Hoofdredactrice Marijn de Vries is zwanger! Via deze blog deelt ze haar ervaren over haar zwangerschap in combinatie met het wielrennen. Deze week, deel 1. 

Maar serieus. Wat gebeuren er bizarre dingen als je bekend maakt dat je zwanger bent. Ineens ben ik blijkbaar alleen nog maar de lichamelijke staat waarin ik verkeer. Bij elke tweet over lammetjes in de wei of eendenkuikens of het maakt eigenlijk niet uit waarover krijg ik als reactie: “Ach ja, dat zie je nu ineens, nu je zwanger bent hè?” of “Haha, dat kan echt alleen een zwangere vrouw schrijven.” Alsof ik voorheen nooit oog had voor leuke en lieve dingen in de wereld. Alsof werkelijk alles wat ik nu zeg alleen nog maar met mijn ongeboren kind te maken heeft.

En niet één iemand die dat zegt hè. Nee, een stroom aan mensen! Wat zeg ik? Mannen. Eigenlijk vooral mannen reageren zo. Want ja, “toen mijn vrouw…” of “toen ons eerste kind…” Als je daar dan wat van zegt, dat je zulke opmerkingen niet zo op prijs stelt, zijn de verongelijkte reacties niet van de lucht. “Wacht jij maar tot je kind er eenmaal is” vind ik al vrij stuitend – maar vooruit, van dat dreigement begrijp ik de projectie nog wel, maar bij “Nou nou, jij hebt last van je hormonen” ben je echt uitgeluld. Dan geef ik diegene maar gewoon gelijk. Ik bedoel, in een welles-niets-spelletje heb ik echt geen zin.

Op dit moment merk ik mijn zwangerschap vooral in de snelheid waarmee ik fiets (laag) en mijn ademhaling (die van een vis op het droge)..

Afijn, terug naar het fietsen. Want daar komen jullie tenslotte voor. Tussen alle “doe je wel voorzichtig” (van mannen) door vind ik de verhalen van andere vrouwen die tot ver in hun zwangerschap zijn blijven fietsen erg bemoedigend. Hoe het bij mij zal gaan weet ik natuurlijk niet, maar ik sta er soepel in. Denk ik. Ik eis niet van mezelf dat ik ten koste van alles door ga, maar ja, op dit moment fiets ik dan ook nog steeds heel makkelijk.

Ik ben nu bijna achttien weken zwanger en de horrormoeheid des doods van de eerste weken is godzijdank over. Op dit moment merk ik mijn zwangerschap vooral in de snelheid waarmee ik fiets (laag) en mijn ademhaling (die van een vis op het droge). Je ziet nog nauwelijks een buik, laat staan dat ik er last van heb. Niet dat ik niet dikker word, trouwens. Ik zie eruit alsof ik de laatste tijd behoorlijk veel teveel gevreten heb. Dat is erg wennen als je altijd strak en fit bent geweest. Een uitdijend lijf, dat vind ik niet leuk. Maar ook daar mag je niks van zeggen, want je moet van je zwangerschap genieten. En het hoort erbij. En “wacht maar tot je echt dik bent, dan lach je om jezelf nu”. Dit zijn overigens steevast opmerkingen van vrouwen.

En voor ik het weet sta ik voor de spiegel te janken in mijn strakke fietspakkie (vooruit, toch wat hormonen), omdat ik op de foto moet voor een magazine.

Ja, het zal allemaal vast zo zijn. Maar het ding is: ik vind het allemaal nog erg onwerkelijk. Ik voel het kindje nog niet. Ik wéét dat het er zit, daarbinnen, maar ik kan me er zo weinig bij voorstellen. Dus blijft mijn verdwijnende taille over. Mijn dikker wordende benen. Om nog maar te zwijgen van mijn billen. En voor ik het weet sta ik voor de spiegel te janken in mijn strakke fietspakkie (vooruit, toch wat hormonen), omdat ik op de foto moet voor een magazine. Nee, ik wil niet!

Dus voorlopig geniet ik er nog niet zo van. Niet van dat aspect van zwanger zijn, tenminste. Waar ik wel enorm van geniet: van mijn slome tochtjes op de fiets. Ik hoef niks van mezelf. Een dag overslaan of een heel kort rondje vind ik niet zo erg; ik sport tenslotte nog steeds vier tot vijf keer in de week – naast het fietsen doe ik ook aan yoga en sinds kort aan Mom in Balance. Komt die relaxtheid ook door de hormonen? In dat geval, moet ik nu bekennen, mogen ze toch wel blijven!