We zijn in de Belgische Ardennen op een druilerige voorjaarsdag. Mijn man gaat in juni meedoen aan de Alpe d’Huzes en om te trainen ‘in de bergen’ heeft hij zich opgegeven voor een klim- en daalclinic. Aangezien zijn fietsvrienden niet meekunnen en ik wel zin heb in een weekendje weg, ben ik van de partij.

Het is nog vroeg in het fietsseizoen, ik (race)fiets nog geen jaar, heb weinig kilometers in de benen, helemaal geen klimervaring en het weer werkt dus niet mee. Allemaal factoren die het zwaar maken, maar die in de loop van het seizoen ‘vanzelf’ goed komen. Maar die fiets… die blijkt gewoon niet geschikt is voor dit klimgeweld. Om mij heen peddelen mensen omhoog terwijl ik de pedalen nauwelijks rondkrijg.

Ik heb gescholden en (bijna) gejankt van frustratie

Man, man, wat ben ik mezelf tegengekomen tijdens die klim- en daalclinic. Ik heb niet alles kunnen fietsen, de steile stukken moest ik lopen. Wat voel je je dan …. Ik heb gescholden en (bijna) gejankt van frustratie. Er moest dus wat gebeuren, want ondanks het afzien had ik genoten en wilde ik vaker gaan klimmen.

Terug in Nederland ben ik me gaan verdiepen in de mogelijkheden. Ik woon op de vlakke Veluwe en fiets daar ook het meest. Ik wilde dan ook een fiets, waar ik zowel in de ‘polder’ als in de bergen mee uit de voeten kan. Verder ben ik niet technisch, dus niet te ingewikkeld graag.

Kleiner voorblad

Ik begon met een kleiner voorblad; van 50-36 naar 50-34, dat zou al veel verschil maken. Rond de Posbank bij Arnhem zijn leuke klimmetjes, daar maar eens proberen dan. Hoewel ik dapper riep dat ik heus wel verschil merkte, was dat niet het geval….

Meer versnellingen betekent: makkelijker bergop, maar ook prima op het vlakke

Verder zoeken dus; ik heb gespeurd op internet en kenners geraadpleegd. Ondanks dat er mensen (lees: macho’s 😉) zijn die zeggen dat ‘drietjes voor mietjes’ zijn, was ik er al snel uit dat dat een triple (drie kettingwielen voor) weleens de oplossing voor mij kon zijn. Want: meer versnellingen, makkelijker bergop, maar ook prima op het vlakke.

Ik mocht er één testen in Zuid-Limburg en dat beviel goed. Op de vlakke stukken schakelde ik naar het midden- of buitenblad en op de klimmetjes kwam ik prima boven op het kleine blad. De fiets had een Tiagra schakelgroep, mijn eigen fiets Ultegra. Dat verschil vond ik duidelijk merkbaar en te groot. Deze fiets viel dus af.

Toch een triple

Helaas worden er sinds de komst van ‘compact’ nog maar weinig triples gemaakt, maar uiteindelijk heb ik een tweedehands carbonfiets mét triple én 105 gevonden. Hierop heb ik afgelopen zomer in Frankrijk heerlijk gefietst. Zo hebben we onder andere de Col de la Croix de Fer en de Alpe d’Huez bedwongen. Zelfs op de steilste stukken kon ik blijven zitten en met een mooie cadans naar boven trappen.

Zijn er dan geen nadelen aan triple? Jawel, van triples wordt gezegd dat ze minder mooi zijn (want breder, je moet immers drie kettingwielen i.p.v. twee kwijt), zwaarder (wel 200 gram 😉) en de schakelprestaties zouden minder zijn. Wie weet stap ik ooit , als ik meer klimervaring heb, wel over op compact. Maar vooralsnog ben ik zielsgelukkig met mijn triple en wegen de voordelen ruimschoots op tegen de nadelen!

Tekst: Marina Kroese