Vertaling: ‘Ik hoop dat je een goede zorgverzekering hebt’

2. ‘Hij is best goed’
Vertaling: ‘Ik weet dat ik sneller ben’

3. ‘Fiets je veel?’
Vertaling: ‘Hoe fit ben jij?’

4. ‘Valt mee, jij?’
Vertaling: ‘Mijn anaerobe drempel is 250 en mijn rustpols is 13. ‘

5. ‘Kom op, nog maar één heuvel’
Vertaling: ‘Grootste. Leugen. Ooit’

6. ‘Steiler dan dit wordt het niet’
Vertaling: ‘Wacht maar…’

7. ‘Ik denk dat mijn bandenspanning laag is’
Vertaling: ‘Iets zachter rijden, a.u.b.’

8. ‘Ik was niet écht aan het sprinten’
Vertaling: ‘Ik was aan het sprinten. Heel hard zelfs’

9. ‘Wacht even, volgens mij is er iets met m’n fiets’
Vertaling: ‘Nu stoppen, zodat ik op adem kan komen’

10. ‘Dit ging niet eens zo slecht’
Vertaling: ‘Ik…kan…niet…meer…’

11. ‘Wow dat waren minstens 1000 hoogtemeters!’
Vertaling: ‘600 max, misschien 500.’

12. ‘Deze route is te saai’
Vertaling: ‘Ik haal het einde nooit’

13. ‘Maar zij fietst ook héél veel’
Vertaling: ‘Ik zou willen dat ik zo goed was’

14. ‘Deze beklimming viel mee’
Vertaling: ‘Nooit meer.’

15. ‘Zullen we het rustig aan doen vandaag?’
Vertaling: ‘Ready, set go!’

16. ‘Het wordt al donker, zie je?’
Vertaling: ‘Ik wil naar huis’

17. ‘Mijn fiets deed raar’
Vertaling: ‘Anders had ik je sowieso verslagen’

18. ‘Deze route is een makkie’
Vertaling: ‘Deze route is best pittig, maar dat ga ik je niet laten merken’

19. ‘Het is niet zo ver’
Vertaling: ‘Neem je paspoort mee’

20. ‘Ik doe de laatste tijd iets rustiger aan’
Vertaling: ‘Ik heb al 2 maanden niet gereden’