Klimmen en gewicht
Als je doel een klim, een klim-cyclo of de Alpe d’HuZes is, dan is gewicht best een belangrijke factor voor je prestatie. Op de vlakke weg is je snelheid veel hoger waardoor de belangrijkste weerstand die je moet overwinnen de luchtweerstand is. Bergop gelden andere wetten: zodra je langzamer dan 25 kilometer per uur omhoog fietst wordt het overwinnen van de zwaartekracht steeds belangrijker. Als je een helling van 12% op fietst dan wordt je prestatie vrijwel volledig bepaald door je relatieve vermogen. Het relatieve vermogen is het vermogen wat je wegtrapt gedeeld door je lichaamsgewicht. Dus als je met 70 kg lichaamsgewicht 210 watt levert (3 watt per kg) dan hoef je, als je 60 kg weegt, om net zo snel te fietsen, maar 180 watt te leveren (ook 3 watt per kg). In mijn geval betekende dit dat als ik niet 6,5 kg was afgevallen, ik elke keer als ik de Alpe d’Huez op fietste ongeveer 4 minuten langzamer zou rijden. Aangezien ik maar een kwartier speling had, zou ik slechts 5 keer omhoog kunnen rijden in plaats van 6 keer.Rustig aan
Niet iedereen die voor een doel traint moet per se afvallen. Dat ligt absoluut aan het doel, aan je bouw en gewicht en aan je persoonlijke doelen. In mijn geval was ik heel wat aangekomen door een verbouwing (2 maanden geen keuken dus veel afhaal en pizza) en wilde ik graag weer op een ‘fit gewicht’ komen. Een gezond tempo om af te vallen tijdens intensieve training houdt volgens experts in dat je niet meer dan een halve kilo per week kwijtraakt. Dat is zeker geen definitieve waarde, maar ik ben er zelf van overtuigd dat je zeker geen extreme diëten moet volgen als je ook duurvermogen wilt opbouwen: Gun je lijf de goede bouwstoffen en vitamines. Professionele wielrenners zijn natuurlijk vaak mager, maar er zitten dan ook legio deskundigen na te denken over hun voeding.Trainen versus minder eten
Omdat ik door mijn intensive en frequente trainingen niet te weinig kon gaan eten, ben ik hulp gaan zoeken bij een professionele voedingscoach. Samen met Carmen, die me al eerder had begeleid tijdens een Sportvasten kuur, heb ik een plannetje opgesteld dat vooral gezonde en eiwitrijke voeding voorschreef. Zo ontbeet ik wel eens met havermout met appel, proteïne-bananen-pannenkoeken, eieren, fruitsmoothies of bruinbrood. ’s Avonds stond er pompoensoep, kip met groente en witvis op het menu. ’s Middags at ik vooral veel salades, af en toe met peulvruchten. De kunst voor mij was om het voedingsplan aan te passen aan mijn trainingen: weinig eten op de rustdagen, aanvullen waar nodig bij intensive trainingen.Cheat-day op de dag van de lange rit
Een keer per week ging ik een lange training doen en die dag vulde ik het eet-schema ook volledig zelf in. Hierbij probeerde ik wel rekening te houden met mijn energiebehoefte en ook de koolhydraten af te stemmen op de intensiteit van de training. Maar boterhammen, reepjes, noten, banana-bread en bij vlagen zelfs een hamburger waren op deze dagen geen taboe. Wel plande ik vaak het overslaan van het ontbijt (intermittend fasting) op de rustdag na de lange rit.Hier wat voorbeelden van mijn dagmaaltijden:Voorbeeld van een dag met een korte trainingOntbijt:2 stuks fruit met kwark of yoghurt.Tussendoor: nootjes of studentenhaver.
Lunch: Omelet van 2 eieren met rauwkost.
Tussendoor: snackpaprika’s o.i.d.
Avondeten: groente met kip, kalkoen of vis; zilvervliesrijst.Voorbeeld van een rustdag:Ontbijt: Een fruitsmoothie.
Tussendoor: Snacktomaatjes
Lunch: Salade met olijven en linzen.
Avondeten: Groente en kip.Voorbeeld van een dag met 4-5 uur duurtraining:Ontbijt: 30gr havermout met sojamelk, fruit en nootjes en/of rozijnen.
Tussendoor: Bananenbrood, een dubbele boterham met appelstroop of pindakaas of een reepje, naar behoefde of inspanning.
Lunch en Diner: Vrij indelen, bijv. uit eten. Lunchen werd soms een pannenkoek of een heerlijke zuurdesem boterham met Hummus en groente bij Fausto in Schoonhoven.