Door: Thomas Olsthoorn
Madonna del Ghisallo
Lichte consternatie bij de medewerkers van het Museo del Ciclismo. Het is al bijna half twaalf en de hoofdgast is er nog niet. Zowel op de parkeerplaats als bij de achteringang van het fraaie glazen gebouw staan seniore mannen en vrouwen enigszins koortsachtig met elkaar te overleggen. Hun blikken constant gericht op de hoger gelegen weg waar straks een auto moet afslaan met daarin een wereldkampioen. Na dagen van hevige regenval is de lucht deze vrijdagochtend half oktober strakblauw. Een mooie dag om een aantal mensen in het zonnetje te zetten die de liefde voor en de waarden van het wielrennen uitdragen. Eén van de vier personen die vandaag de Premio Internazionale Vincenzo Torriani (vernoemd naar de markante koersdirecteur die van 1949 tot en met 1992 de scepter zwaaide over de Giro d’Italia en andere grote koersen in de Laars) krijgt overhandigd is Maurizio Fondriest. De Italiaan die in 1988 fortuinlijk de wereldtitel greep in het Belgische Ronse. Op het hoger gelegen plein voor de hoofdingang van het museum lijkt niemand weet te hebben van de aanstaande komst van Fondriest. Plukjes dagjesmensen genieten van het uitzicht op het Comomeer met de besneeuwde Alpentoppen op de achtergrond. Maar nog meer is het een komen en gaan van wielertoeristen – jong en oud, man en vrouw – die naar Magreglio fietsen om een bezoek te brengen aan de Madonna del Ghisallo. Het beroemde witte kerkje op de top van de gelijknamige beklimming die al meer dan een eeuw een markante passage is in de Ronde van Lombardije. In het kapelletje bevindt zich een altaar met een schilderij van de maagd Maria, die in 1949 door de zegen van paus Pius XII tot beschermheilige van de wielrenners werd benoemd. Het is een klein museum op zich. Hoog aan de muren hangen fietsen en truien van grote kampioenen als Fausto Coppi, Gino Bartali, Felice Gimondi en Eddy Merckx. Ook de gedateerde racer van Fondriest heeft een prominent plekje gekregen. Net als memorabilia van betreurde coureurs die in de koers om het leven kwamen; van Fabio Casartelli tot de vorig jaar overleden Gino Mäder. Het ademt een en al wielernostalgie. Ook door het standbeeld en de beeltenissen van de campionissimi Coppi, Bartali en Alfredo Binda die rondom het gebouw staan.
Morgen zullen traditiegetrouw de klokken van het kerkje luiden als de renners over de Ghisallo schieten. Vele decennia geleden, toen de weg nog niet geasfalteerd was en Coppi & co zich over een grindpad omhoog sleurden, was deze beklimming de scherprechter van de Ronde van Lombardije. De laatste jaren – als de route zoals dit weekend van startplaats Bergamo naar finishplaats Como gaat – is het de poort naar de finale. Hoewel er vanaf de top nog bijna tachtig kilometer moet worden gekoerst, staan de kerkklokken ook symbool voor het naderende einde van het wielerjaar. Il Lombardia is de laatste grote afspraak op Europese bodem, de laatste van de vijf monumenten. Het is alsof met het passeren van de renners het seizoen wordt uitgeluid en de weemoed zijn intrede doet. Weemoed naar al die mooie races die het afgelopen jaar zijn verreden en de wetenschap dat er een lange winter met een hoop koersloze maanden in het verschiet ligt.
Het eerste deel van de reportage over Tadej Pogačar is afkomstig uit de jubileumeditie van Procycling. Wat kun je in deze editie verwachten?
Een jubileum mag niet ongemerkt voorbijgaan. Daarom heeft Procycling volop aandacht besteed aan de afgelopen zeventien jaar waarin het magazine is verschenen. Dit omvat een selectie van de mooiste covers en exclusieve interviews met de afscheidnemende Robert Gesink, jarenlang het boegbeeld van het Nederlandse wielrennen, en sprintlegende Mark Cavendish. Deze laatste kroonde zijn carrière afgelopen zomer met zijn 35e ritzege in de Tour, waarmee hij het record van Eddy Merckx verbrak. Naast deze terugblik bevat dit nummer interviews met Charlotte Kool en Frank van den Broek van Team DSM-Firmenich PostNL, die beiden een memorabele eerste dag in de Tour de France beleefden. Ook spreekt Procycling met Bart Lemmen van Visma | Lease a Bike en ploegleider Frans Maassen, die openhartig vertelt over de dramatische val en bewonderenswaardige comeback van kopman Jonas Vingegaard. Verder worden traditiegetrouw de prestaties van alle World Tour-teams grondig geanalyseerd in De Afrekening.