De lak in het zonnetje. Nice!
Zes jaar later
De oorspronkelijk Blackbuck (ook de naam voor een antilope) stamt uit eind 2014. Toen vooral een pure aerodynamische racer met direct mount-remmen en deels zichtbare rem- en derailleurkabels. En de nieuwe? Geen kabel meer te zien. Een zelf ontwikkelde stuur en stuurpencombinatie met speciale, deels deelbare spacers en een interne routing. Dóór de stuurhelften en de stuurpen en daarna aan de voorzijde het frame in. Dat gaat ook op voor de Di2 stroomdraad – de accu huist in de zadelpen, de junction in het uiteinde van de rechterstuurhelft. Het frame is uiteraard voorbereid op schijfremmen en ook optisch aangepakt – lage, slanke staande achtervorken, een interne zadelpenklem en een volledig carbon voorvork – waar de remleiding ook intern loopt.“De Blackbuck is eerder een allrounder met aero accenten.”De Blackbuck kan banden aan tot 32 millimeter. Los weegt een frame afhankelijk van de maat tussen 1050 en 1150 gram, de vork weegt rond 420 gram. Op de meetbank toont de Blackbuck geen zwakke punten. Compleet weegt de fiets in een maat L met Ultegra 8070 met 52/36 crankstel, 11-28 en hoge Quasar (uiteraard) 45-wielen met voortaan DT-naven (gelukkig maar, want de originele Quasar-naven waren niet altijd probleemloos) 7,80 kilo. De basisprijs is 3999 euro met Ultegra 8020, deze met Di2, speciale two-tone kleur en carbon wielen kost 5679 euro.
Schoonheidsfoutjes
De zadelpen op hoogte zetten en gaan. Alleen: de pen van de testfiets zat echt loeistrak. Prima, want zo zakt-ie niet, maar het kostte veel moeite (lees: extra schoonmaken en invetten met carbonpasta) om het zadel op 78 centimeter (center/top) te krijgen. Daarna was het inklikken en wegrijden. Hé, het rammelt. Dat bleken de moertjes rond de ventielen te zijn. Daarna niks meer. Geen gebonk of tegendraads geluid. Het stuur met de deels platte bovenzijde ligt goed in de hand, de bocht is niet echt diep en de overgang van bocht naar hendels is heel netjes. Dat vinden wij fijn… We reden met de combi 110/42.Uitzicht over de cockpit. Ter info: Apex voert twaalf combi’s van de cockpit. Het frame kan vanaf het voorjaar van 2021 ook gemonteerd worden met een andere stuur/stuurpen combinatie en eventueel een losse stuurpen en stuur. Bij onze testfiets was een van de spacers net niet lekker gemonteerd, waardoor er wat extra ruimte tussen pen en spacers zichtbaar was. Niet mooi, maar makkelijk op te lossen. Bij navraag bleek het een eerste versie te zijn; de nieuwe spacers zijn onderweg. De Blackbuck rijdt minder agressief dan je zou verwachten. Hij is lekker kort gebouwd zonder dat-ie nerveus wordt, met een wielbasis van krap een meter en rond een allround geometrie. Ja, aero, maar minder gefocust. Eerder een allrounder met aero accenten. Lekker doorrijden is een feest, scherp een bocht nemen ook. Hij doet zonder problemen wat jij hem opdraagt.Conclusie
Op wat schoonheidsfoutjes na is de fiets technisch in orde. En het sterke punt: je hebt heel veel keuze bij de afmontage. Zo kan je je fiets samenstellen zoals je zelf wilt. En in vergelijking met de 2014-versie is de nieuweling net wat beter; schijfremmen, een eigen uiterlijk en een eigen cockpit. Kijk je naar wat deze Apex biedt voor je euro’s, dan is de Blackbuck een goede optie. Bang for your bucks zouden de Amerikanen zeggen…
Steekas en 160 millimeter schijf.
52/36 past prima bij de Blackbuck.
Dit is een artikel uit Fiets 09, hier online te bestellen.