Het is 14 april 2019 en na een tocht van drie uur parkeren we onze auto ergens in Arenberg. Het is de dag van Parijs-Roubaix, de mooiste wielerklassieker van het jaar. ‘Hier ergens moet het zijn’, dacht ik nog. Gezien de honderden auto’s langs de kant van een verlaten weg weet ik dat we goed zitten.

In Arenberg ligt de bekendste kasseienstrook van Parijs-Roubaix. Troueé d’Arenberg doet bij de gemiddelde liefhebber nog niet direct een belletje rinkelen, maar het Bos van Wallers ongetwijfeld wel. Een mythisch bos met een 2,4 kilometer lange kasseienstrook waar geen kei goed ligt. Samen met een vriend ging ik naar het noorden van Frankrijk om de 117de editie van Parijs-Roubaix met eigen ogen te bekijken. Wij vatten aan het einde van de strook post, zodat we direct na afloop konden ‘afsteken’ naar de volgende strook. Je raadt het al: we waren niet de enige.

De sfeer doet denken aan een gemiddelde wandeling in het park op een zomerse dag, maar dan met een Vlaams tintje. ‘Forza Lampaert’ roept een groep dronken Belgen. ‘Alléz Wout’ roept een andere groep. Ondertussen maakt een oudere man een blik knakworsten open en gooit hij ze in een pannetje. Loop je 100 meter verder ruik je weer een heel andere keuken. Culinair is het allemaal niet, maar vermakelijk is het wel. Voor veel mensen is het kijken naar de koers een dagje uit. Dat je de renners slechts drie seconden ziet is bijzaak; het gaat om de sfeer.

Geen gekletter op kasseien

Na een fantastische dag, dacht ik eraan om in 2020 opnieuw terug te keren naar Roubaix. Niet per sé om de renners te zien finishen op de wielerbaan, maar vooral om opnieuw ergens op een verlaten landweggetje te wachten op het geluid van rondvliegende helikopters en het gekletter van de velgen van de materiaalwagens op de niet-terugdeinzende stenen. Niets is namelijk normaal. De wielersport heeft een vast stramien, maar op de dag van de Hel van het Noorden is alles even anders. De topfavorieten om 10.00 uur zijn meestal rond een uur of 16.00 allang geen topfavorieten meer. Parijs-Roubaix is een koers vol verrassingen.

Maar nu ligt de koers – net als de rest van de wereld – stil. Dat we Milaan-San Remo moesten missen was lastig, maar ach: alleen de laatste 30 kilometer waren het aanzien waard geweest. De Ronde van Vlaanderen was al een stuk lastiger. Gelukkig zond Sporza nog een virtuele wedstrijd uit, al lijkt dat natuurlijk in niets op de ‘echte’ Ronde. Zondag vallen we in het grote niets. Parijs-Roubaix kan en wordt dus niet virtueel verreden. Het Bos van Wallers zal, zo vermoed ik gezien de getroffen maatregelen in Frankrijk, helemaal leeg en stil zijn.

Dit jaar dus geen heroïsche verhalen. Bekijk de erelijst er maar op na: elke winnaar heeft zijn verhaal. Mathew Hayman? De outsider die vanuit zijn schuur met een gebroken elleboog zich voorbereidde op de klassieker en in een sprint afrekende met de topfavoriet Tom Boonen, die vurig hoopte zijn vijfde kassei binnen te slepen. Johan Vansummeren? Hij verbaasde vriend, vijand, zichzelf en vooral zijn vriendin door na een solo alleen aan te komen in Roubaix. Na afloop ging hij pardoes op zijn knieën en vroeg hij haar ten huwelijk. Dat doet Parijs-Roubaix dus met een mens.

Maar ook in de marge worden er mooie verhalen voor in de geschiedenisboeken geschreven. Wat te denken van Evaldas Siskevicius? Die ‘wereldberoemd’ werd door een filmpje op de Belgische tv. Hij weigerde om op te geven in Parijs-Roubaix 2018. Zelfs de man van de bezemwagen kreeg hem niet zover om zijn rugnummer af te spelden. “Dan zoek ik het wel alleen uit. Ja, ik houd me aan de verkeersregels”, zei de Litouwer, die al op meer dan een uur achterstand van de kopgroep reed en zelf zijn weg naar de wielerbaan zocht. Een jaar later keerde hij terug in de koers van zijn dromen. Siskevicius, niet de bekendste en grootste renner, mengde zich in de kop van de wedstrijd en eindigde zelfs als negende. Dan zit er een goede kop op.

De 118de editie gaat dus niet door, en dat is een groot gemis. Speculeren heeft geen zin, maar het blijft jammer dat we niets hebben om naar uit te kijken. Misschien zou de wedstrijd een titanengevecht opleveren tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Misschien zou Niki Terpstra voor een stunt zorgen. Misschien zou Evaldas Siskevicus…


Hennie Kuiper in 1983 op weg naar de winst, ondanks een lekke band.


Lars Boom in 2011 in het Bos van Wallers. 


Altijd chaos bij het opdraaien van de eerste kasseienstroken.