Morgenochtend beleeft de documentaire ”The Armstrong Lie” zijn Nederlandse première. De documentaire over Lance Armstrong maakt onderdeel uit van het IDFA documentaire festival. Wij spraken met regisseur Alex Gibney.

Door Daniel Benson/ Future

Hoe was het om met Armstrong te werken?

”Het was wisselend. Ik heb vijf jaar met hem gewerkt. Ik mocht bijna overal bijkomen. Soms was het leuk, op andere dagen was hij juist niet zo eerlijk en open. In de dagelijkse omgang is Lance Armstrong een prima vent”.

Was de oneerlijkheid juist niet waar alles om draaide?

”Natuurlijk. Zijn zogenaamde openheid was een grote leugen. Hij loog soms recht in mijn gezicht”.

lance-armstrong-gele-trui-7-740Wist je dat hij loog?

”Niet altijd. Soms wist ik dat wel”.

Heb je hem ermee geconfronteerd?

”Dat hing ervan af. Het definitieve antwoord op zijn leugens over doping kwam pas in 2011/2012. Als het om kleinere zaken gaat, kreeg ik vaak toch hetzelfde antwoord. Ik heb ervoor gekozen om veel van zijn antwoorden pas in de montagekamer in de juiste context te zetten.

Ik kan me bijvoorbeeld een autorit met hem en Johan Bruyneel herinneren. Zij spraken erover om Frankie Andreu als enige journalist toestemming te geven om hen tijdens de Tour de France te interviewen. Armstrong vond het idee erg leuk en hij lachte erom. Hij vond het hilarisch. Bruyneel kon er niet om lachen en hij adviseerde om het niet te doen.

Later vroeg ik aan Armstrong wat er nou zo grappig was aan het idee. Hij zei op een diplomatieke toon:  ”helemaal niets”. Ik herhaalde de vraag. En weer gaf hij hetzelfde antwoord. Ik heb deze antwoorden als context in de documentaire gebruikt”.

Lance Armstrong Zwemmen SwimmingWat wilde Armstrong als titel van de documentaire?

”Dat weet ik niet, ik heb hem het nooit gevraagd. Ik denk dat hij de huidige titel heeft geaccepteerd. We hebben het er per e-mail over gehad. Ik geloof dat zijn antwoord iets was als: ik weet niet of ik nu geïrriteerder moet zijn vanwege de titel of vanwege het feit dat je nog steeds het woord peloton niet kunt spellen. Daar heeft hij een punt. Ik schreef ‘peloton’ verkeerd”.

Denk je dat Armstrong nog steeds liegt?

”Dat is lastig te bepalen. Er zijn soms zaken waarvan je weet dat hij niet de waarheid spreekt. Het is lastig om hem te vertrouwen vanwege zijn verleden. Het is goed om daarom naar mijn documentaire te kijken, hoe ik sommige issues aanstip. Ik denk niet dat Armstrong nu volledig open kaart speelt. Laat ik het zo zeggen”.

Waarin geloof je hem nu niet?

”Over zijn comeback in 2009. Ik geloofde in zijn oprechtheid, maar dat doe ik nu niet meer”.

Wat maakt Armstrong een goede verhalenverteller?

”Hij snapt hoe het werkt. Hij kan zijn eigen verhaal goed vertellen. Hij weet wat mensen willen horen, hij snapt de kracht van emotie. Mensen willen liever een prachtige leugen horen, dan de harde waarheid. Hij speelde dat spel goed. Hij gebruikte zijn verhaal van kanker-overlever ook om zijn vijanden aan te pakken. Wat zei hij niet in 2005? Hij zei: ‘Excuus aan iedereen die niet wonderen gelooft. Sorry aan iedereen die niet in staat is om groot te dromen’. Armstrong begreep wat de kracht van een wonder was. Veel mensen sloegen er op aan”.

Was Armstrong nu de drijvende kracht of slechts een radartje in het systeem dat miljoenen wist te verdienen?

”Ik denk dat hij een radartje in het systeem was. Hij was de grote ster, maar net als in Hollywood zijn er een hoop producers die geld verdienen aan het systeem. Armstrong was niet alleen. Hij was schrijver en de regisseur, maar niet de producer. Zonder producers kan je geen grote film maken”.

Santos Tour Down Under - etappe 6 - 2011Hoe was het om binnen dat systeem te werken?

”Het voelde soms alsof ik binnenin de Lance tank zat, bezig met het maken van een promotiefilm voor Armstrong. Veel mensen spraken niet met me. Zelfs iemand uit mijn eigen team, hoorde lik later van  Jonathan Vaughters, waarschuwde mensen dat ik niet te vertrouwen zou zijn”.

Wat is nu je gevoel over Armstrong?

”Het is raar. Ik heb  genoten van onze gesprekken. En dan niet de gesprekken die we voor de camera hadden, die waren namelijk niet altijd openhartig. Ik genoot vooral van onze dagelijkse gesprekken. Ik vind Armstrong als persoon ook aardig.  Ik denk alleen dat hij niet snapt waarom de mensen nu boos op hem zijn. Hij richt zich vooral op zijn prestaties als atleet. Dat denk ik althans”.

Het is dus niet allemaal zo zwart wit. Het is niet een verhaal van de good en de bad guys?

”Er is een groot grijs gebied in dit verhaal. En daar gaat mijn film ook over. Er is een hoop grijs als het gaat om de sponsors en een hoop grijs als het gaat om de wielerbond UCI. Hebben zij lastige vragen gesteld? Nee. Iedereen die denkt dat Armstrong de enige slechterik was, is gewoon gestoord”.