Bas van der Kooij (24) maakte vorig jaar naam bij het grote publiek door als derde te eindigen op het NK wegwielrennen. Afgelopen winter maakte Van der Kooij de overstap naar BEAT en wordt de sprinter sindsdien begeleid door niemand minder dan Theo Bos. Wij spraken met hem over zijn toekomstplannen.

Uiteraard kan het gesprek niet over een ander onderwerp beginnen dan het coronavirus. Het virus hangt al tijden als een donkere wolk boven het peloton. Niet alleen op het allerhoogste niveau worden er koersen geschrapt, ook op het lagere niveau gaan de wedstrijden in Nederland en België tot het einde van maart niet door. “Ik hoop dat ik zaterdag nog kan koersen”, klonk het enigszins hoopvol op donderdagmiddag, doelend op de Ronde van Drenthe. ’s Middags werd ook die koers geschrapt.

Van der Kooij draaide een goede winter en heeft er al een paar wedstrijden opzitten. In de Ster van Zwolle viel hij door materiaalpech uit (‘ik had problemen met het zadel’) en in de Dorpenomloop van Rucphen eindigde hij als vijfde. Tevreden? “Mwah, niet echt. Ik begon de sprint te ver van achteren en kwam daardoor te laat op gang.”

Ambitieus

Dit jaar wil hij meer dan mooie ereplaatsen verzamelen. Van der Kooij barst van het talent én ambitie. Vorig jaar won hij twee UCI-koersen en verzamelde hij tal van ereplaatsen. Het mooiste resultaat zette hij op 30 juni neer door als vierde te eindigen op het Nederlands kampioenschap. Fabio Jakobsen, Moreno Hofland en Danny van Poppel stonden al klaar om na een spannende sprint het podium te beklimmen, toen plots de jongste van de gebroeders Van Poppel een halt werd toegeroepen. Hij was zojuist gediskwalificeerd; Van der Kooij mocht mee het podium op. Daar stond hij dan: een continentale renner van het kleine Monkey Town naast de professionele shirtjes van Deceuninck-Quick Step en EF Education First.

Podium NK wielrennen 2019
Van der Kooij (rechts) naast Jakobsen en Hofland.

Afgelopen winter verliet de oud-renner van Destil-Jo Piels en Alecto zijn ploeg Monkey Town om te gaan rijden voor BEAT. Bij die ploeg kreeg hij een eigen sprinttrein tot zijn beschikking én een meervoudig wereldkampioen die hem zo nu en dan adviseert: Theo Bos. Bos, die ook als baanrenner nog actief is bij BEAT, weet hoe het er in het peloton aan toegaat. Hij won sprintritten in de Eneco Tour en stond tweemaal aan de start van een grote ronde. “Van hem neem je wel sneller iets aan, ja.”

Bos houdt zich vooral bezig met de sprinttrein. In Monaco werkte Van der Kooij samen met leadout-man Luuc Bugter en Bos aan zijn sprintkwaliteiten. “Ik leer heel veel van hem. Niet per se in de sprint zelf, maar wel de weg naar de sprint toe. Het is belangrijk om efficiënt te rijden en daarmee zo fris mogelijk aan de finale te beginnen. Daarbij is de hulp van ploeggenoten erg belangrijk. Zij moeten je op het juiste moment naar voren brengen en ervoor zorgen dat je onderweg zo min mogelijk energie verspilt. Alles valt of staat met de weg naar een sprint toe.”

Belangrijkste resultaten:
• Etappewinst Ronde van Antalya (2019, UCI 2.2)
• Winst De Kustpijl (2019, UCI 1.2)
• 3de plaats NK voor profs (2019)

Ploegen:
• Destil-Jo Piels (2017)
• Alecto (2018)
• Monkey Town (2019)
• BEAT (2020)

Wennen

Vooralsnog heeft het niet geresulteerd in podiumplaatsen voor Van der Kooij, maar dat is ook niet gek. “We zijn nog niet heel lang bezig en moeten nog een beetje aan elkaar wennen. Dat is niet raar. In Rucphen had ik niet veel ploeggenoten meer voor me en begon ik te ver van achteren aan de sprint. Daardoor was het te zwaar en werd ik slechts vijfde. Het gevoel was goed, maar het resultaat nog niet. We moeten meer op elkaar ingespeeld raken en dan hoop ik dat we de sprinttrein op de rails kunnen krijgen.”

In welke wedstrijden BEAT aan de sprinttrein kan werken blijft een grote vraag. Van der Kooij had de Ronde van Drenthe op zijn programma staan en zou daarna een week op trainingsweek vertrekken, om vervolgens te koersen in België en Nederland. Door dat plan kan een streep gezet worden. Gelukkig blijven voor Van der Kooij de belangrijkste wedstrijden (voorlopig) wél doorgaan. “Ik werk toe naar de Scheldeprijs. Daar wil ik echt goed zijn, want dat is een wedstrijd die mij goed moet liggen. Ik wil mij op dat niveau tonen tussen de grote mannen.”

Bas van der Kooij 2020

Na de Scheldeprijs richt Van der Kooij zijn pijlen op de Ster ZLM Toer en het NK. Vorig jaar eindigde hij drie keer in de top tien van een etappe in de Ster, achter bijvoorbeeld Dylan Groenewegen en Caleb Ewan. Wat Van der Kooij betreft gaat hij zich ook dit jaar meerdere malen meten met de sprintwereldtop. “Ik ben ambitieus en wil hogerop. Je moet koersen uitzoeken waarin je goed wil zijn en daar meedoen om de prijzen. Voor mij zijn dat vooralsnog de Scheldeprijs, Ster ZLM Toer en het NK. Ik wil finales rijden met de grote mannen. Dat is een ander niveau dan waar we normaal op rijden; de snelheid ligt een stuk hoger. Na de ZLM Toer wil ik ook starten op het NK. Twee jaar geleden zat ik mee in de kopgroep en vorig jaar werd ik derde. Het parcours is dit jaar lastiger, maar op een kampioenschap kan ik altijd ietsje meer.”

Sprinten

Maar wat moet Van der Kooij verbeteren om de stap naar de sprinttop te maken? Moet hij sterker en slimmer worden of juist meer ervaring opdoen? “Ik denk vooral dat ervaring belangrijk is. Je moet veel finales rijden om te weten hoe het er aan toegaat. Kijk, als je voor een ploeg uit de WorldTour of ProContinentale Tour rijdt, heb je ook sterkere ploeggenoten om je heen. Voor een sprinter is dat enorm belangrijk. Als je dat stapje van de continentals naar de profs maakt, heb je al meer mannen die – als je de sprinter van de ploeg bent – het werk voor je doen. Dat helpt al mee. Sterker worden doe je elk jaar al, dus het zit ‘m vooral in ervaring opdoen.”

“Het geheim van een goede sprint is toch wel het positioneren.”

Goede ploeggenoten en dito sprinttrein zijn dus belangrijk, “maar het geheim van een goede sprint is toch wel het positioneren”, legt de BEAT-renner uit. “Goed manoeuvreren en zo efficiënt mogelijk door het peloton rijden. Als je dan brutaal genoeg bent en goed positioneert, dan is de sprint niet eens zo heel belangrijk meer. Dat zie je vaak bij de grote mannen: zij worden in een zetel naar de laatste honderden meters gebracht.” Mocht er een profploeg aankloppen bij Van der Kooij dan is hij een stap dichterbij zijn ultieme doel. “Mijn droom is om een etappe in de Tour de France te winnen. Ambitieus, maar de lat moet hoog liggen. Ik denk ook dat het mogelijk is.”

Dit jaar hoopt hij de stap naar de profs te maken. “We moeten niet te hard van stapel lopen. Het zou mooi zijn om eerst op ProContinentaal niveau te rijden en dan vervolgens bij een WorldTour-ploeg te tekenen. Hoe dan ook: ik blijf mij richten op mijn sprint. Dat is wel mijn sterkste kwaliteit, dus dat ga ik niet zomaar veranderen. Mocht ik uiteindelijk bij een profploeg rijden dan is het misschien wel denkbaar dat ik mij ook op de klassiekers ga richten. Lange afstanden kan ik wel aan, dat is in mijn voordeel.”

Maar eerst dus heel veel sprinten en mooie resultaten boeken. Een naam om in de gaten te houden!

Tacx Klimtijdtit 2019, Bas van der Kooij