Door de halve wereld is Mathieu van der Poel (24) nu al gebombardeerd tot de nieuwe wereldkampioen op de weg. Hij vindt dat grote onzin, maar maakt zich er ook niet druk om. Daarvoor heeft de alleskunner nog te veel andere zaken aan zijn hoofd. Een gesprek tussen alle bedrijven door, over verveling in de Tour, mountainbiken en een eigen World Tour-team.

Kijkend naar de Tour, riep dat een sterker verlangen op om er ook te schitteren?
“Ik heb de Tour inderdaad nauwlettend gevolgd, maar ik moet ook eerlijk zeggen dat het niet echt kriebelde. Wat ik bedoel: ik heb nooit met pijn in het hart naar deze Tour gekeken. Ik ben zeker niet jaloers op renners die de Tour wel reden. Zoals bekend heb ik mij vastgepind op de Olympische Spelen van Tokio 2020 (mountainbike), en daar houd ik ook gewoon aan vast. We hebben een langetermijnplanning opgesteld richting die Spelen, en daar past de Tour niet in. Er waren de voorbije Ronde van Frankrijk vooral in het eerste deel wel enkele ritten waar ik het idee had ook iets te kunnen betekenen. Maar dat ik de Tour wil rijden na de Spelen (dus in 2021) is uiteraard geen geheim meer.”

En hoe denk je dat je in de Tour bestand zult zijn tegen de ‘verveling’ van drie weken dezelfde sleur van etappes, hotel, pers, eten, rusten en etappes?
“Ik denk dat de Tour weinig verveling met zich meebrengt. Op zich zijn er aardig wat vaste rituelen, dat klopt, maar je komt wel telkens in een ander hotel terecht bijvoorbeeld. Bovendien zijn de etappes afwisselend genoeg om toch zeker om de twee à drie dagen op een andere manier aan de slag te moeten gaan. Ik denk dat de sfeer soms ook best relaxed kan zijn. Dan doel ik vooral op het nakaarten na een rit samen met de ploeg. Lijkt mij eigenlijk nog best gezellig. Uiteraard kan dit idee misschien helemaal omslaan als ik ooit ook effectief in de Tour terechtkom.”

‘Ik heb mij vastgepind op de Spelen van Tokio, daar houd ik aan vast. Maar dat ik de Tour wil rijden na de Spelen is uiteraard geen geheim meer’

Ik veronderstel dat jij op een geheel eigen wijze naar deze Ronde van Frankrijk hebt gekeken. Wat waren voor jou drie opvallende zaken?
“Ten eerste dat het een erg leuke en boeiende Tour was, veel aantrekkelijker dan de voorbije edities. Het was spannend. Ik denk dat dit vooral kwam door het atypische parcours in het begin van de derde week. Je kon onmogelijk bepalen wie met het geel aan de haal zou gaan. Dat aspect had de koers nodig; het was toch al even geleden dat het tot de laatste rit bergop spannend is geweest.”

“Vervolgens dat Jumbo-Visma het goed heeft gedaan… maar dat zal iedereen wel gezien hebben, haha. Dat is een objectieve vaststelling. En dat Alaphilippe misschien wel de sterkste renner is geweest over de gehele Tour gezien. Voor mij is hij en zonder enige twijfel dé verrassing en dé revelatie van deze Tour. Niemand had van tevoren kunnen denken dat hij dit uit zijn benen zou schudden.”

Mathieu van der Poel 2019
Van der Poel in actie tijdens de Tour of Britain, die hij won.

Tourdoelen

Erik Zabel was teleurgesteld over het kwijtspelen van zijn recordaantal groene truien (zes) dat hij nog deelde met Peter Sagan. ‘Er is echter een troost,’ zei hij. ‘Er komt een man die acht keer groen gaat winnen. Mathieu van der Poel.’
“Op zich vind ik dat een aardig compliment, maar acht keer de groene trui winnen is simpelweg onmogelijk. Daarvoor zal ik te laat in de Tour komen; het zou al mooi zijn mocht ik hem ooit één keer kunnen winnen.”

Als je de Tour gaat rijden, met welk doel is dat dan? Ik snap of zou het begrijpen wanneer je moe wordt van de wereld die in jou een Tourwinnaar ziet, kampioen van de massasprints en ga zo maar door. Leg dat alles naast je neer en spreek je uit: waar ga je naar op zoek?
“Zo! Dat vind ik lastig om te zeggen. Ik denk dat die pittige overgangsetappes mij zouden moeten liggen. Zo’n etappe heeft vaak iets weg van een klassieker, qua profiel en qua wedstrijdkarakter. Maar de andere ritten hebben natuurlijk ook erg veel charme, je merkt gewoon dat het niveau in de Tour ontzettend hoog ligt. Er zijn veel sterke klimmers van de partij, waardoor er ontzettend hard bergop wordt gereden. Vooral die derde week is volgens mij er lastig. Als je nog nooit aan een grote ronde hebt deelgenomen, weet je niet wat er in die derde week kan gebeuren. Ik zou niet op een individueel klassement rekenen. Dat past voorlopig niet binnen mijn capaciteiten. Ik zou in de Tour eerder op zoek gaan naar ritoverwinningen en misschien op termijn mij eens toeleggen op het puntenklassement.”

De Tour wordt een project voor 2021. Er wordt dan ingezet op een World Tour-waardige ploeg. Kun je aangeven waar volgens jou je eigen Tourteam aan moet voldoen om succesvol te zijn?
“Puur theoretisch, in een ideale wereld: ik zou dan graag een klassementsman in dat team hebben. Waarom? Omdat het mij ook echt gaaf lijkt om te kunnen werken voor dé kopman en die taak af te wisselen met mikken op eigen succes.”

Als Wout Van Aert, jouw grote crossrivaal op de weg, probleemloos bakens verzet en uitblinkt in tijdrijden en sprinten, kan dat jou verleiden om grenzen te verkennen die je nog niet kent als wegcoureur?
“Vergelijkingen maken met andere renners doe ik niet. Nooit überhaupt, dat weet iedereen ondertussen wel. Uiteraard heb ik de sterke prestaties van Wout gezien. Ik durf te stellen dat wij renners zijn die best wat zaken gemeen hebben op meer vlakken, ons profiel is misschien wat gelijkwaardig. Op die manier geeft Van Aert wel een eerste (goede) indicatie over wat mogelijk zou zijn. In dat opzicht vond ik het interessant te zien wat Van Aert kon in de Tour.”

WK Yorkshire

Ben jij er ook zo van overtuigd dat het WK-parcours en de andere omstandigheden ideaal zijn om voor het eerst de wereldtitel bij de profs te behalen?
“Ja, vind ik wel. Ik heb de keuze moeten maken tussen het WK mountainbike en het WK op de weg in Yorkshire. De keuze is gevallen op het WK op de weg en dat heeft zijn redenen. In de eerste plaats leek de combinatie ons niet ideaal, ook met het olympisch testevent in Tokio in het achterhoofd. Het WK MTB, het WK in Yorkshire en het testevent hebben op drie verschillende continenten plaats, het spreekt voor zich dat die combinatie onmogelijk is.

‘Of ik win? Veel te voorbarig en kort door de bocht. Dat ik kan winnen? Daar geloof ik wel in’

“Omdat ik er niet flauw over doe dat het WK-parcours in Yorkshire mij moet liggen, heb ik daarom ook resoluut voor het kampioenschap op de weg gekozen. Of ik win? Veel te voorbarig en kort door de bocht. Dat ik kan winnen? Daar geloof ik wel in. Maar er zullen meer coureurs zijn die met die gedachten aan het WK beginnen.”

Was het niet uniek geweest als je in Engeland Wout van Aert zou zijn tegengekomen, zeker na zijn wervelende optreden in de Tour? Het zou een wereldtitelstrijd extra cachet geven, niet?
“Uniek misschien wel, maar het niveau op zo’n WK ligt ontzettend hoog. De beste renners – met betrekking tot het parcours uiteraard – van de wereld komen daar samen. Uiteraard zou Wout daar een rol van betekenis hebben kunnen spelen, en zou hij invloed kunnen hebben op het hele wedstrijdverloop. Maar ik denk niet dat zijn afwezigheid minder glans geeft aan een eventuele wereldtitel. Daarvoor zijn er genoeg andere grote namen.”

Wat heb je liever: een thrillerachtige ontknoping à la de Amstel Gold Race of solo naar de regenboogtrui?
“Dat maakt mij geen sikkepit uit. Als ik naar de wereldtitel zou rijden, dan is het scenario me om het even, haha. Maar solo is ook goed hoor, haha.”


Dit is een artikel uit de Vuelta en WK gids 2019 van Procycling. 

Mathieu van der Poel 2019