Ide Schelling is een renner om in de gaten te houden. De 22-jarige renner uit Den Haag rijdt voor BORA-hansgrohe en maakte vorig seizoen indruk in de Ardennenklassiekers en Vuelta a España. Dit jaar maakt hij zijn debuut in Milaan-San Remo.

Schelling maakte eind 2019 de overstap van SEG Racing naar BORA-hansgrohe. Als eerste Nederlander tekende hij een contract bij de Duitse ploeg van kopman Peter Sagan. “Ik maakte mijn debuut in Australië en dat ging allemaal goed. Ik kon het niveau direct wel aan en dat was een fijne bevestiging.”

Maar toen kwam de lockdown en lag het seizoen stil. Na een afkoelperiode en een goede zomer – ‘het was lekker weer, dus ik heb prima door kunnen trainen’ – stond hij met frisse benen aan de start van de herstart. Als beloning voor een goed seizoen werd hij beloond met een plekje in de Vuelta-selectie. “Daar heb ik mezelf wel ontdekt. Althans: sindsdien weet ik dat ik meer kan dan ik dacht. Zowel bergop als bijvoorbeeld het herstelvermogen; ik wist niet dat dat zo goed was.”

Want in de zeventiende etappe naar Alto de Covatilla nestelde Schelling zich op kop van de groep der favorieten en reed hij meerdere gevestigde namen eraf. “Dat heeft mij wel aan het denken gezet en dat heeft de ploeg natuurlijk ook gezien. Op een gegeven moment moet je je ergens op gaan richten en dat moment is nu wel gekomen. Ik ben best allround en kan zowel heuvelop als op het vlakke prima uit de voeten, maar ik denk dat ik mij nu toch wel meer op het klimwerk ga richten.”

Ide Schelling 2020
Ide Schelling rijdt aan de leiding voor leider Primoz Roglic.

Trainingsstage

In Italië bereidt Schelling zich voor op het naderende wegseizoen. “We zien elkaar nu pas voor de tweede keer. In november hadden we al een teamuitje, maar toen maakten we vooral kennis met de nieuwe renners en werden er foto’s gemaakt, dat soort zaken. Nu is het echt een trainingskamp.” Vorig jaar was Schelling de jongste in de selectie. “Maar nu niet meer. De ploeg heeft veel jonge jongens aangetrokken, dus dat is wel fijn.” De ploeg versterkte zich met acht renners, waaronder landgenoot Wilco Kelderman (kopman in de Tour de France) en Nils Politt, die Sagan bij moet staan in de klassiekers.

Schelling omschrijft BORA als een ‘heel fijne, chille ploeg’. “Het gaat er heel relaxt aan toe, maar ook wel een stapje serieuzer. Er hangt hier een fijne sfeer.” En dat uitte zich vorig jaar in zijn wedstrijdprogramma. Deels door de bomvolle kalender kreeg Schelling de kans om zich in de grootste wielerwedstrijden te tonen. Hij mocht de Ronde van Lombardije, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik rijden, behaalde een mooie 13de plek in de Brabantse Pijl en als klap op de vuurpijl werd hij geselecteerd voor de Vuelta, zijn eerste grote ronde.

Het grootste verschil tussen bij de beloften rijden en de profs is wel de afstand, denk ik.

“Ik merk nu al dat ik daar de vluchten van pluk, want ik ben nog nooit zo goed uit een rustperiode gekomen. Of er dit jaar opnieuw een grote ronde in zit? Dat weet ik nog niet. Ik heb onlangs het wedstrijdprogramma wel ontvangen, maar om eerlijk te zijn heb ik het nog niet goed bestudeerd. Ik heb wel gezien dat ik veel wedstrijden in Spanje rijd en dat ik mag meedoen aan Milaan-San Remo. Daar gaan we met Peter voor een goed resultaat. Daarna rijd ik opnieuw de Ardennenklassiekers.”

Milaan-San Remo dus, een koers van meer dan 300 kilometer als we de neutralisatie meetellen. Zwaar voor een tweedejaarsprof. “Het grootste verschil tussen bij de beloften rijden en de profs is wel de afstand, denk ik. Ik was gewend om wedstrijden van 160 of 180 kilometer te rijden, maar boven de 200 kwam niet vaak voor. Dat is bij de profs wel anders. Of ik mijn training daarop heb aangepast? Nee, dat niet. Je rolt er een beetje in. Die wedstrijden maken je uiteindelijk wel sterker. Dat heb ik al gemerkt.”

Een mooi seizoen is in aankomst voor Schelling, die zelf ook wel weet dat de aandacht vanuit de ploeg vooral zal uitgaan naar de kopmannen. “Maar is het wel mijn doel om mij dit jaar in kleinere koersen te tonen en misschien wel te winnen. We zien wel hoe het loopt.”

Ide Schelling 2020