Plaatselijk staat de helling bekend als de ‘onmogelijke’ klim. De Traverse de La Roche is met een maximum stijgingspercentage van 16 procent opgenomen in het parcours van de Tour de France. Een dag later moet op de Col des Chevrères zelfs een stuk van 20 procent worden overwonnen. Voor het eerst doen etappe’s in de Vogezen in zwaarte niet onder voor de bergetappe’s in de Alpen en Pyreneeën.
”Ik hou ervan om ook andere bergregio’s in Frankrijk aan te doen, behalve de Alpen en de Pyreneeën”, legt Tourdirecteur Christian Prudhomme uit tijdens een verkenning van de Vogezen etappes met enkele journalisten.” Wat mij betreft kan de Tour overal worden gewonnen of verloren. Er zijn geen dogma’s”.Prudhomme doet de aanpassingen aan de Tour de France wel stap voor stap. Wielerpubliek is van nature conservatief, zo beseft hij.
De Tour komt in de achtste rit aan op La Mauselaine. Nu is deze klim met een lengte van 1.8 kilometer en 10 procent gemiddeld nog niet zo heel zwaar, maar daar gaat in de toekomst mogelijk verandering in komen. Tijdens de verkenning adviseerde Prudhomme lokale autoriteiten één van de skipistes in de toekomst te asfalteren. Dat is al eerder gedaan met de aankomstplaats van de tiende rit: de Planches des belles Filles. Het asfalteren van de klim heeft de regio een hoop extra toerisme opgeleverd.
In de achtste etappe doet de Tour de France de Col de Grosse-Pierre aan. Deze klim is vijf kilometer lang en telt 322 hoogtemeters. Het middenstuk van 1.200 meter is 12 procent gemiddeld met uitschieters naar 16 procent. De Col de Grosse-Pierre is geen nieuwkomer in de Tour. Lucien Petit-Breton bedwong de helling in 1913 als eerste. Chris Anker Sorensen was als eerste boven in 2012. Toen werd de klim aangeduid als berg van de derde categorie. Maar de klim van dit jaar zal aanzienlijk zwaarder zijn. Directeur Sport, Thierry Gouvenou, van de tourorganisator ASO, vond via Google Earth een ander weggetje. ”Iets als de Muur van Huy in de Waalse Pijl,” legt hij uit. De helling blijkt al jaren in het parcours te zitten van een lokale motorrace. Zo heeft de helling de bijnaam van ‘onmogelijke’ klim gekregen. De top van de klim ligt op 12 kilometer van de finish in de etappe naar La Mauselaine.
Twee dagen later, in de tiende rit, begint het klimwerk pas echt. De aankomst ligt op de Planche des belles filles. Chris Froome won daar twee jaar geleden zijn eerste touretappe. In de rit van dit jaar staan maar liefst zeven beklimmingen op het programma. Met de Platzerwasel en Petit Ballon gaat het peloton twee keer over cols hoger dan 1100 meter. Op de Platzerwasel verloor Raymond Poulidor in 1967 de Tour de France. Hij viel in de afdaling en brak daarbij onder meer zijn stuur. In de achtervolging vergat hij te eten, waardoor hij op de Ballon d’Alsace een hongerklop kreeg.De col des Chevrères is bekend bij deelnemers aan de Trois Ballons. Deze klim is ruim 10 kilometer lang, met een maximum stijgingspercentage van 20% . Gemiddeld stijgt is de klim 7%. ”Hij lijkt op de Angliru”, zegt Gouvenou. ”Bovendien ligt de top niet ver van de voet van de slotklim”.
De Tour komt in de achtste rit aan op La Mauselaine. Nu is deze klim met een lengte van 1.8 kilometer en 10 procent gemiddeld nog niet zo heel zwaar, maar daar gaat in de toekomst mogelijk verandering in komen. Tijdens de verkenning adviseerde Prudhomme lokale autoriteiten één van de skipistes in de toekomst te asfalteren. Dat is al eerder gedaan met de aankomstplaats van de tiende rit: de Planches des belles Filles. Het asfalteren van de klim heeft de regio een hoop extra toerisme opgeleverd. 
In de achtste etappe doet de Tour de France de Col de Grosse-Pierre aan. Deze klim is vijf kilometer lang en telt 322 hoogtemeters. Het middenstuk van 1.200 meter is 12 procent gemiddeld met uitschieters naar 16 procent. De Col de Grosse-Pierre is geen nieuwkomer in de Tour. Lucien Petit-Breton bedwong de helling in 1913 als eerste. Chris Anker Sorensen was als eerste boven in 2012. Toen werd de klim aangeduid als berg van de derde categorie. Maar de klim van dit jaar zal aanzienlijk zwaarder zijn. Directeur Sport, Thierry Gouvenou, van de tourorganisator ASO, vond via Google Earth een ander weggetje. ”Iets als de Muur van Huy in de Waalse Pijl,” legt hij uit. De helling blijkt al jaren in het parcours te zitten van een lokale motorrace. Zo heeft de helling de bijnaam van ‘onmogelijke’ klim gekregen. De top van de klim ligt op 12 kilometer van de finish in de etappe naar La Mauselaine.
Twee dagen later, in de tiende rit, begint het klimwerk pas echt. De aankomst ligt op de Planche des belles filles. Chris Froome won daar twee jaar geleden zijn eerste touretappe. In de rit van dit jaar staan maar liefst zeven beklimmingen op het programma. Met de Platzerwasel en Petit Ballon gaat het peloton twee keer over cols hoger dan 1100 meter. Op de Platzerwasel verloor Raymond Poulidor in 1967 de Tour de France. Hij viel in de afdaling en brak daarbij onder meer zijn stuur. In de achtervolging vergat hij te eten, waardoor hij op de Ballon d’Alsace een hongerklop kreeg.De col des Chevrères is bekend bij deelnemers aan de Trois Ballons. Deze klim is ruim 10 kilometer lang, met een maximum stijgingspercentage van 20% . Gemiddeld stijgt is de klim 7%. ”Hij lijkt op de Angliru”, zegt Gouvenou. ”Bovendien ligt de top niet ver van de voet van de slotklim”. 
