Je kunt negatief doen over een nieuw merk als Cube, maar dat is onterecht. Ondanks, of juist doordat ze betaalbare fietsen maken hebben ze een plaats veroverd in de markt. En niet door ‘stickers te plakken’. Nee, Cube doet eigen ontwikkeling en ook al lopen ze daar misschien niet helemaal mee voorop, je krijgt altijd een zeer moderne fiets. En daarbij zijn er ook maar weinig ‘traditionele’ racemerken waarvan je kunt zeggen dat ze voorop lopen in de ontwikkeling. De vernieuwing moet je vooral zoeken bij de merken die de laatste tien jaar de racefiets-markt hebben betreden. Maar voor de Cube Streamer Comp niets van dat alles, die gaat vooral de competitie te lijf met een scherpe prijs voor een no-nonsense fiets: € 1349,- voor een ‘Ultegra’-fiets.

Tekst: Lars van der Wansem/foto’s: Christiaan Krop

Recht toe, recht aan

De basis van de Streamer wordt gevormd door een strak aluminium frame. Gewoon ronde buizen zonder optische deuken omdat het mogelijk is. De lasnaden zijn netjes glad afgewerkt. Tik met je nagel op de onder- of bovenbuis en je hoort dat je met dunne buizen te maken hebt. Het gewicht voor het frame is dan ook een nette 1550 gram. Nog niet eens zo heel lang geleden was dit een topwaarde, nu is het hooguit aan ‘de lichtere kant’. Het betekent wel dat iedereen op de Cube kan stappen. Stijfheid en sterkte zijn dik in orde.
De Deda Black Force 4-carbon voorvork met aluminium binnenbalhoofdbuis valt met 610 gram uit de toon wat gewicht betreft. Maar ook hier krijg je er sterkte en stijfheid voor in ruil.
Het uiterlijk is onopvallend, maar wel zeer netjes en tijdloos. Het is (gelukkig) wat anders dan geheel zwart of grijs zoals we de laatste jaren vooral uit Duitsland zagen komen.

Stijf en lang en kort

De meetwaardes van de Cube Streamer zijn dik in orde. Als je een zeer stijve fiets zoekt tenminste. Met 119Nm/º scoort de torsiestijfheid zeer hoog. Samen met de strakke 51,5 Nm/º voor de bracketstijfheid en de stijve vork met 71 Nm/º maakt dat de fiets uitermate geschikt voor (zware) krachtrijders. Het garandeert ook een zeer strak stuurgedrag, de bocht uitzwabberen is zo goed als onmogelijk wat frame en vork betreft. Het maakt de Cube aan de andere kant wel een stuk minder comfortabel, iets wat je zeker op langere tochten op kan gaan breken.
De geometrie laat een lange achtervork en daarmee een lange wielbasis zien. De Cube wil dan ook lekker rechtdoor. De 72,3º graden balhoofdhoek draagt daar zeker aan bij. Door de grotere vorksprong is de naloop echter een kortere 59 millimeter, wat zorgt dat je nog steeds precies en snel kunt sturen met de Cube. De zitbuishoek is 73,1º graad en samen met de niet al te lange bovenbuis van 560 millimeter (voor een 58 centimeter frame, de werkelijke waarde is 56 centimeter, maar de Streamer is 2 centimeter sloping) maakt dat een ideale fiets voor lange tochten en cyclo’s.

Compact?

De Streamer Comp wordt geleverd met een carbon FSA X-Force compact-crankstel. Dit is een zeer duur crankstel en het is dan ook licht en ziet er luxe uit. De overige delen van de schakel- en remgroep zijn afkomstig van Shimano Ultegra. Dat deze onderdelen voldoen hoeft niet meer gezegd te worden. Zelfs vele amateurteams rijden met Shimano Ultegra, wat wel wat zegt over de kwaliteit.
De Shimano WH-R550-wielen zijn niet al te licht en passen goed bij het degelijke karakter van de Cube. De stijfheid is voldoende. De Schwalbe Stelvio Light in het zwart/grijze kleurenschema zijn speciaal voor Cube gemaakt. Ze lopen zeer licht, zijn goed voorspelbaar in de bochten, maar net niet van het niveau van bijvoorbeeld Michelin Pro.
De overige onderdelen zijn standaard en voldoen gewoon. Het levert een fiets op van precies 9 kilogram, wat netjes is voor deze prijsklasse.

Min

De enige echte ‘maar’ in dit verhaal betreft de compact. De ‘50’ voldoet eigenlijk alleen voor snelheden boven de 30 km/u en de ‘34’ voor snelheden onder de 20 km/u. Rijd je daar tussen, dan ligt de ketting te scheef, met als gevolg een verhoogde slijtage en meer weerstand. Daarbij is de voorderailleur nauwelijks aanloop-vrij af te stellen en schakelt de compact maar matig. De compact komt pas tot zijn recht als je de flinke heuvels in gaat, maar voor het overgrote deel van Nederland en Vlaanderen rijdt je eigenlijk voor gek met een compact. Het goede nieuws is dat de Cube Streamer voor hetzelfde geld met een triple geleverd kan worden.
De voorvork en de wielen zijn aan de zware kant. De vork zul je niet zo snel vervangen, maar is eigenlijk best de moeite waard. Je wint makkelijk 200 gram en je krijgt er extra comfort voor terug. De degelijke Shimano-wielen trek je net wat minder eenvoudig op snelheid. Iedere keer dat je flink aanzet word je daarmee geconfronteerd. In de polder, op lange rechte wegen merk je echter niks van het gewicht.

Plus

De pluspunten mogen duidelijk zijn: je krijgt voor een zeer scherpe prijs – € 1349,- – een hoogwaardige alleskunner zonder echte minpunten. De Cube Streamer Comp is net zo goed geschikt voor rustige rondjes op zondag als voor de Marmotte. De reden daarvoor is de aangename geometrie en zitpositie, samen met de hoogwaardige onderdelen. Op betrouwbaarheid is nergens bezuinigd en zelfs zeer zware rijders zullen prima met de Cube Streamer uit de voeten kunnen. En daarmee verdient Cube gewoon een plaats tussen de gerenommeerde merken op de racefietsmarkt. Eerlijk is eerlijk.