Koop je een racer, dan zit hij er standaard op. De voorderailleur. Of het nu je eerste karretje is of een extreme aero racer, twee kettingbladen (2x) is de norm. Anders dan in de MTB-wereld is het rijden op de weg zonder voorderailleur nog een uitzondering. Maar wat als je wel wilt overstappen omdat je of toch niet schakelt of als echte weightweenie het liefst met zo min mogelijk onderdelen op stap wilt?

Het is het tweede kwartaal van 2012 als SRAM de MTB-voorderailleur ter ziele verklaart. Bijpassend met overdreven Amerikaanse video van een mechanische uitvaart is dit het begin van een nieuwe manier van aandrijflijnen samenstellen. Drie jaar later rijdt geen enkele topper op de mountainbike nog met een voorderailleur en ook de crossers gaan voor de bijl. SRAM pakt uit met Force CX1. Later volgt ook Rival en Apex1.

1×11

Wat is er daadwerkelijk anders aan een 1x specifieke groep? Kortweg heeft de achterderailleur een tweede veer die zorgt voor extra spanning waardoor de ketting minder makkelijk zijn eigen weg volgt. Ook zijn de tandwielen vooraan aangepast. Een dikker en dunner tandje wisselen elkaar af en zo hapt de ketting als het ware in het tandwiel. Een aflopende ketting is eigenlijk nauwelijks mogelijk. Een kettinggeleider is daardoor overbodig geworden. Fiets je op de weg met one by, dan is het logisch dat je inlevert qua schakelopties. Maar mis je die wel?

Stel je voor, je rijdt 47 criteriums per jaar, alle op het grote mes. Een 52 voorblad en 11×28 cassette zouden dan meer dan voldoende moeten zijn. Of ben je de ultieme poldertoerist? 44 tanden voor en 11×25 geven je alle opties om van dijk naar dijk te scheuren. Fiets je wel én op het vlakke én in de heuvels, dan is het zoeken naar het juiste verzet of een extra voortandwieltje. Met 1×11 is er ruime keus in grote cassettes tot zelfs 10-42. Stel je voor, 42 tanden voor en de zojuist genoemde 10-42 cassette achter. Bij 100 omwentelingen zit je boven de 50 kilometer per uur terwijl je met een laag beenritme met net geen 10 kilometer de Zoncolan op kan sukkelen. De stappen tussen de verschillende versnellingen zijn vanzelfsprekend een stuk groter dan bij een reguliere cassette.

XD-body

SRAM biedt pasklare oplossingen aan in de al aangehaalde Apex1-, Rival1- en Force1- groepsets. Een ‘lege’ linkershifter verklapt direct dat schakelen voor niet meer mogelijk is. Heb je een wielset met HG body, dan is 11-40 de grootste mogelijkheid. Heb je wielen waar je de body van kunt wisselen, bijvoorbeeld naven met een DT Swiss-binnenwerk of de meeste Mavic-wielen dan kun je een XD-body monteren zodat je de 10-42 cassette kunt gebruiken. Zo’n body wisselen is meestal ‘klik en klaar’ en gefixt in een paar minuutjes. In theorie zou je dus een body met cassette in zijn geheel kunnen wisselen wanneer je een ‘polderverzet’ en ‘bergpion’ wilt houden.

Berggeiten

Shimano heeft momenteel nog geen volledige one by groepset. De in het voorjaar geïntroduceerde Ultegra RX-derailleur met clutchmechanisme maakt het wel eenvoudiger om je voorderailleur overboord te gooien. Tot voorheen was het bij een ombouw van een Ultegra- groepset nog aan te bevelen een kettinggeleider te monteren omdat de veer in de derailleur niet berekend was op de 1x constructie. De extra veer in de RX-versie vangt dit dus wel op. De lange kooi maakt schakelen tot 34 tanden op de cassette mogelijk.

Wil je meer dan dat en heb je net als de meeste fietsers Shimano, dan kun je een derailleurpatverlenger monteren. Verschillende merkjes maken dit soort simpele patjes ook wel een mountaingoat genoemd. Zo’n tussenstuk laat de derailleur verder zakken waardoor je met een lange slag Shimano derailleur ineens tot 40 tanden kunt schakelen. Heb je Di2? Met hetzelfde gemak klik je een elektrisch opererende XT derailleur op je fiets en ineens heb je mogelijkheden tot 46(!). Wie nu nog niet boven komt kan bij ons een triple aanvragen.

Finetuning

One by heeft qua schakelgemak zeker zijn voordelen, niet meer nadenken en gewoon op die hendel duwen als het licht, lichter of lichtst moet. Een nadeel van de 1x specifieke onderdelen is dat de afstelling nóg nauwkeuriger komt. Monteer je een derailleurpatverlenger, dan zul je de stelschroef op de derailleur ook moeten vervangen voor een langer exemplaar wanneer je de maximale vertanding foutloos wilt kunnen schakelen. Met die lange bout bepaal je de B-gap. Zoiets als de afstand tussen je krans en het derailleurwieltje. Per systeem is dit anders maar deze moet zeer precies worden afgesteld wanneer je het systeem juist wilt laten werken. De SRAM-groepen werken zodoende het best met een ruimte van 12 millimeter tussen deze twee onderdelen. Op te meten met de schuifmaat! Lekker ouderwets.