Je vakantiegeld heb je overgehouden, je wilt al jaren een nieuwe fiets en nu is het moment daar. Die mooie carbon aerobike met schijfremmen moet het worden. Bestellen kan telefonisch via de fietsenwinkels, maar dan: 8 maanden (!) wachten. Soms nog langer. Dat is toch niet normaal? Nou, jawel. We leggen je uit hoe het komt dat fietsenwinkels bijna leeg zijn en merken geen gevulde doos meer in het magazijn hebben staan.

Om te kunnen begrijpen hoe het kan dat merken zo achter de feiten aan lopen leggen we je eerst uit hoe de planning werkt. Wanneer bestellen merken hun spullen en hoe lang duurt het voordat een fiets van Excel-formulier daadwerkelijk in de doos bij een dealer geleverd wordt? Het ontwikkelen van een nieuwe fiets duurt gemiddeld zo’n drie jaar. Van concept tot prototype, van samenstelling tot productie en presentatie. In dit geval gaat het vooral om de laatste fase. Merken maken normaal een planning, één jaar in het vooruitzicht. Fietsen voor 2021 zijn begin 2020 al besteld. Er wordt een schatting gemaakt van de benodigde modellen, kleuren en maten. Dit wordt gedaan met verkoopcijfers van andere jaren en geplande verkoopstrategie in het achterhoofd.

Tijdens het modeljaar kan dit gemiddeld nog één à twee keer worden bijgestuurd. Blijkt een model bijzonder goed te verkopen en snel uitgekocht te raken dan is het over het algemeen mogelijk nog een of twee keer een batch te bestellen. Van order tot levering duurt dat gemiddeld zo’n drie maanden.

Bij de productie van een fiets komt heel wat kijken. Zo moet er een frame worden gemaakt, onderdelen moeten bij diverse fabrikanten worden aangekocht en deze moeten allemaal beschikbaar zijn. Een fiets zonder zadel kan natuurlijk niet. Eenmaal opgebouwd moet de fiets verpakt en verscheept worden. Je zult begrijpen dat goed en strak plannen hier essentieel is. Nu gaat dit meestal goed. Zolang alle toeleveranciers hun eigen planning op orde weten te houden.

We gaan een jaar terug in de tijd. Carnaval in Nederland komt er aan, corona is in China aan een opmars bezig. Goed om te weten is dat fietsonderdelen en frames lang niet allemaal uit China komen. Taiwan, Maleisië, Sri Lanka, Cambodja: overal worden fietsen en onderdelen geproduceerd en geassembleerd.

In februari 2020 is er nog niets aan de hand. Merken hebben hun planning klaar en kijken vooruit naar 2021. In de tussentijd worden de eerste lockdowns ingevoerd. Met name in China. Fabrikanten moeten hun werk staken waardoor er een productieachterstand ontstaat. Met name bij leveranciers van ruw materiaal. Aluminium, carbon, noem maar op. Fabrikanten spelen hier op in en sturen hun planning naar beneden bij. Wanneer mensen thuis moeten blijven en de kans hebben om hun baan kwijt te raken houden ze hun geld in de zak. Logisch zou je zeggen.

Fabrieken blijven soms tot wel een maand dicht, de achterstand loopt op. Na het veilig heropenen van productieplaatsen wordt er vaak op halve kracht opgestart. Medewerkers moeten extra afstand houden en zo kan er minder snel worden geproduceerd.

Zodra de eerste zonnestralen zich laten zien duiken mensen massaal het bos in. Sportscholen zijn dicht, de meeste vormen van vermaak verboden en zo blijft er weinig anders over dan wandelen of fietsen. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. In plaats van dat mensen hun geld op de bank zetten worden massaal fietsen gekocht. En dan gaat het mis. Nog even voor de volledigheid: op een zonnige zondag is het niet ongebruikelijk dat ruim 10.000 mountainbikers in een weekend de Utrechtse Heuvelrug bezoeken. Kortgeleden werden op één zondagochtend maar liefst 1.500 fietsers geteld op het 8 kilometer lange mtb-parcours in Dorst.
Waar merken nog bezig zijn de productieachterstand weg te werken en aansturen op een lagere planning, blijkt de vraag groter dan gemiddeld. Veel fabrikanten zien hun omzet enorm stijgen. Zo plust het Britse Hope 25 procent. Dat zijn flink meer naven en tandwielen. Niet voor niets is er geen naafset van Hope meer te vinden.

Waar blijven de fietsen?

De fiets industrie werkt in een keten. Loopt die in de soep, dan ontstaat er een sneeuwbaleffect. We lopen het proces met je door.

Basismateriaal
Niet enkel de fietsindustrie is booming. Zo ontstaat er veel vraag naar ruw materiaal. Aluminium, carbon, boutjes en moertjes. Noem maar op. Zodra hier een wachttijd ontstaat, volgt er direct vertraging in het verdere proces.

Frames
Zodra er ruw materiaal beschikbaar is kan er geproduceerd worden. Echter, door de corona-restricties op minder hoge snelheid dan gebruikelijk. Dit zorgt voor vertraging.

Losse onderdelen
Momenteel zit hier de grootste kink in de kabel. Merken die zadels en grips produceren zijn er genoeg. Maar bedenk je dat er eigenlijk maar twee grote spelers zijn als het gaat om aandrijfsystemen. Zowel SRAM als Shimano produceert op volledige capaciteit en leveren enerzijds aan de OEM markt – dat betekent groepsets om complete fietsen voor merken mee op te bouwen. Aan de andere kant produceren ze losse onderdelen om winkels mee te bevoorraden.

Simpelweg kan een machine niet harder draaien dan volle bak. Wanneer een fietsmerk in plaats van 40.000 groepsets ineens 70.000 groepsets nodig heeft – en er niet één, maar zo’n 200 fietsmerken zijn – dan heb je een probleem. Even een fabriek bijbouwen gaat niet zo maar. Dat duurt een jaar of twee, misschien drie. De wachttijd voor onderdelen van toeleveranciers loopt inmiddels op tot wel 300/400 dagen. Ruim een jaar dus.

De komende tijd zullen we steeds vaker fietsen op de markt zien komen met afwijkende afmontages. Een merk heeft momenteel maar twee keuzes. Wachten, of verkopen met andere onderdelen. Momenteel komt het voor dat hele reeksen modellen klaarstaan om te verschepen maar moeten wachten op iets simpels als een remschijf of stuur.

Verpakking en verschepen

Doordat wereldwijd idioot veel online verkocht wordt neemt de vraag naar kartonnen verpakking enorm toe. Zo zijn kartonnen fietsdozen ineens beperkt beschikbaar. Ook dit zorgt voor vertraging.

Nadat frame en alle onderdelen bij elkaar zijn geraapt en de fiets verpakt is moet deze verscheept worden. Een volgend probleem: de transportsector heeft het razend druk en havens zijn overvol. Het komt voor dat schepen dagenlang voor de haven liggen te dobberen voor zij kunnen lossen. Lokaal vervoer zit in hetzelfde schuitje, maar een maand of zes later dan gepland is het dan toch raak. Je nieuwe fiets staat klaar.

Gaan prijzen stijgen?

Zeker. Een haast onvermijdelijke maatregel. Sommige merken als Specialized en Canyon hebben dit al gedaan bij bepaalde modellen. Vele anderen zullen volgen. Dit heeft meerdere redenen. Simpel: wanneer er veel vraag is en beperkt aanbod dan stijgen de prijzen. Ruw materiaal is beperkt en de productiecapaciteit eveneens. Hierdoor is de inkoop van onderdelen en accessoires voor merken duurder. Er is gewoonweg weinig onderhandelingsruimte.

Een belangrijke andere factor is transport. Het verschepen van een container naar de andere kant van de wereld is in prijs enorm gestegen. Vier keer duurder dan een jaar geleden is geen bijzonderheid. Als laatste het inmiddels verboden woord, ‘korting’. In tijden van schaarste mag je bijna blij zijn dat je een fiets mag kopen. Gekkenwerk natuurlijk. Maar hierdoor is afdingen eigenlijk uit den boze.

Wie profiteert van de situatie?

Kleine merken van onderdelen en accessoires boeren goed, grote fietsfabrikanten doen er alles aan om hun modellen aan de man te brengen. Kleine merken die in eigen huis produceren en spullen op de plank hebben liggen springen hier op in.

Aan de andere kant hebben kleine framefabrikanten juist een uitdaging. Zij leveren maatwerk en bestellen niet twintig of zelf honderden groepsets op voorhand. Een volledige groepset bemachtigen in deze tijd is een hele puzzel. We nemen de proef op de som. Shimano XT 12 speed achter derailleur? Reken maar op twee maanden levertijd. Shimano Ultegra disc-groepset? Vergeet het maar.

De verwachting is dat de enorme wachttijden nog minstens tot eind 2022(!) aan zullen houden. Simpelweg omdat opschalen amper mogelijk is. Ben je in de running voor een nieuwe fiets en weerhoudt de levertijd je iets te bestellen? Gewoon doen. Beter wordt het niet. En uitkijken naar iets moois is minstens net zo leuk als het bezitten, toch?