Steeds meer fietsers ontdekken de voordelen van een compressor. Misschien dat je er wel eens over hebt nagedacht er eentje aan te schaffen. Waar moet je op letten? En belangrijker: wat kun je ermee? Cycloworld heeft een paar tips.

Wat is een compressor?

Een compressor is een apparaat dat lucht samenperst en onder een druk van circa 8-10 bar opslaat, meestal in een vat (waarover later meer). Op een compressor kun je verschillende soorten apparaten aansluiten. Het gereedschap dat tandartsen, orthopeden, autospuiters en -monteurs gebruiken werkt allemaal op lucht. Voor hobbyfietsers zijn dit soort toepassingen echter niet zo interessant. Wij gebruiken op de compressor voornamelijk: 

  1. Het luchtpistool. Ideaal voor het schoonblazen / droogblazen van de fiets (en met name de draaiende delen). Ook perfect voor andere toepassingen in en om het huis.
  2. Een pistool voor het oppompen en tubeless maken van banden. Ook ideaal voor het vullen van zwembadjes, luchtbedden, voetballen en meer.

Waarop moet je letten als je een compressor koopt?

  • Allereerst wil je een olievrije compressor hebben. Deze vergt minder onderhoud en de lucht die eruit komt is vrij van olie. De meeste compressors zijn olievrij maar niet allemaal (die van de Lidl bijvoorbeeld vaak niet), dus let er goed op bij aanschaf.
  • De geluidsproductie is een aandachtspunt. Een compressor kan een enorme herrie maken, soms wel tot 90 dB. Onderschat dit niet, dit is echt behoorlijk luid. Geen probleem als je afgelegen woont, zeker wel als je in een woonwijk woont. Er bestaan stillere compressors (meestal ca. 60 dB), die zijn wel iets duurder.
  • Een alternatief is een geïsoleerde kist om je compressor timmeren. Zo lang de compressor niet continu aan staat is oververhitting geen issue.
  • De grootte van de ketel. Een compressor slaat de lucht op in een vat, ook wel ketel genoemd. Hoe groter de ketel hoe minder vaak de compressor aanslaat om de ketel bij te vullen. Woon je klein dan is 6 liter in principe werkbaar, maar je zal soms wat geduld moeten hebben. De compressor heeft om de zoveel tijd even nodig de ketel opnieuw te vullen. In deze categorie is de Silent DST 100/8/6 van Stanley een aanrader. 
  • Een grotere ketel van 24-50 liter werkt uiteindelijk toch het fijnst. Wil je niet te veel uitgeven, kijk eens bij HBM.
  • Wil je tóch een wat grotere ketel én heb je weinig ruimte: er bestaan ook modellen met een rechtopstaande ketel. Die zet je vrij simpel in een hoek.
  • Het type aansluiting. EURO (ook wel DIN) is het meest gebruikelijk, echter soms vind je echter ook nog compressors met een Orion-aansluiting. Verreweg het meeste gereedschap (en slangen) is EURO/DIN. Heb je toch een compressor met Orion kun je voor weinig geld een adapter kopen.
  • Er zijn ook, veelal goedkopere, compressors in de handel zonder ketel, de zogenaamde ‘cassettecompressors’. Dat lijkt heel handig, maar voor fietsers is dit type niet aan te raden. De luchtopbrengst is simpelweg te gering.

Welke accessoires heb je nodig?

  • Accessoires zijn bijna altijd exclusief.  De meeste compressors worden zelfs geleverd zonder slang, dus die zul je moeten bijkopen. Het handigste werkt natuurlijk een haspel, maar strikt noodzakelijk is dat natuurlijk niet.
  • Een goed blaaspistool moet je hoe dan ook hebben. Om in de kleine hoekjes te komen is eentje met een pijpje eraan (zie onder) zeker aan te raden.
Compressor
  • Het volgende wat je nodig hebt is een oppomppistool. Meestal zit hier een manometer op en een korte, flexibele slang (zie afbeelding). De slang past zonder hulpstukken op een autoventiel (Schrader). Wil je een ‘m aansluiten op een fietsventiel heb je een verloopnippel nodig. Persoonlijk vind ik een universele adapter met een rubber erin (zie het plaatje hieronder) handig werken. Deze past moeiteloos op een Presta ventiel (met of zonder kern) maar ook op een stadsfietsventiel (Dunlop).
Compressor
  • Er zijn diverse sets in de handel waarmee je in één keer klaar bent. Deze bijvoorbeeld.

Dit is een artikel van Cycloworld.