Regelmatig komen lezers van Fiets Magazine naar mij toe met een compliment voor mijn testverhalen. Meestal gevolgd door een opmerking over al die mooie, dure fietsen die ik altijd onder mijn kont heb. Proef ik daar enige jaloezie? Snap ik best, hoor. En het klopt natuurlijk ook, dat ik vaak bolides test met prijskaartjes boven de 10.000 euro. Dat soort fietsen is niet voor iedereen weggelegd. Daarom ben ik deze maand extra blij met mijn nieuwe testmodel. Dat is nu eens geen high-end racer, maar een luxe instapper: de Rose X-Lite Four Disc met de nieuwe Shimano 105 Disc-groep.

Zoals het een goede Rose betaamt, wordt hij gebracht door de pakketjesbezorger. Want zo gaat dat al sinds mensheugenis bij het Duitse bedrijf, dat eerst naam maakte als postorderbedrijf en daarna als online fietsshop – het heeft ook twee grote winkels, in München en vlak over de grens in Bocholt. De fiets is netjes ingepakt en vrij eenvoudig in elkaar te zetten. Ik verwijder al het beschermende materiaal en pak mijn inbussleutels. Het stuur moet recht en de zadelpen erin. Mijn eigen pedalen schroef ik erop, en voilà: ik ben klaar om te vertrekken.

Beter dan Dura-Ace?

Hij ziet er erg goed uit. De X-Lite Four is iets zwaarder dan de X-Lite Six (scheelt 100 gram), maar qua geometrie komen ze overeen. Ik heb de versie met de nieuwe Shimano 105 7020-groep, inclusief schijfremmen. Ben ik erg benieuwd naar, want ik heb er al veel goeds over gehoord. Wist je trouwens dat de eerste Shimano 105-groep al in 1982 werd gelanceerd? 37 jaar geleden alweer. Lange tijd was 105 de instapgroep van het Japanse merk. Tegenwoordig zitten de Tourney, Claris, Sora en Tiagra daar nog onder. Meestal zie je dat de techniek van de high-end groep Dura-Ace in de loop der jaren langzaam doorsijpelt naar beneden. Ik heb al gehoord dat de huidige 105-groep beter is dan de Dura-Ace van vijf jaar geleden, maar dan voor een pak minder geld. Hij lijkt veel op zijn duurdere Ultegra-broer, maar is door ander materiaalgebruik wel zwaarder. Ietsje maar: nog geen 200 gram. De groep oogt ook iets goedkoper. Flatmount-remklauwen grijpen de schijfremmen, die voor en achter maximaal 160 millimeter groot zijn.

Onder mijn Rose zitten DT Swiss P1750-wielen. Een goedkoop setje met aluminium velgen, maar van een goede kwaliteit. De steekassen van DT Swiss werken op een heel nette manier. Je hebt één spanner die dient als een inbussleutel. Hiermee draai je beide assen vast, waarna je hem ‘opbergt’ op je achterste as. Dat ziet er aan de voorzijde prachtig slank uit – en je hebt toch altijd je inbussleutel bij de hand voor het geval je lek rijdt. Om de wielen zitten Continental Grand Prix 4000’s: zeer mooie trainingsbanden. Missen we nog iets? O ja, stuur, stuurpen en zadelpen zijn van Ritchey. Net spul, maar verder niet heel bijzonder. Het zadel is de Selle Italia SLR. Alles bij elkaar is het een mooi op elkaar afgestemd geheel.

Oog voor detail

Het frame oogt strak. De nieuwe logo’s van Rose bevallen me goed. De grote R voorop valt op. Onderaan de schuine buis staat met grote letters de naam van het Duitse merk. Rechts duidelijk leesbaar in het wit, links bijna onzichtbaar in zwart. Aan de linkerkant staat dan wel weer in het klein Rose op de zitbuis. Het geeft de fiets een speelse en tegelijk chique uitstraling. Het gebruik van matte en glanzende lak benadrukt dit nog eens. De binnenkant van de voor- en achtervork zijn fel oranje. Zeer opvallend, ik vind het wel wat hebben.

Ook de lijnen van de buizen spreken mij aan. De laag ingezette achtervork en de aflopende bovenbuis zijn mooi in verhouding. De zitbuis loopt aerodynamisch mee met het achterwiel en de geprofileerde balhoofdbuis ziet er goed uit. Er is echt gelet op details. Zo is de geïntegreerde zadelpenklem prachtig verstopt en lopen de kabels mooi de buizen in. De afwerking is gewoon zeer netjes.

Goed gewerkt, Léon

Waar ik minder vrolijk van word, is het weer. Regen en 3 graden is niet bepaald lekker testweer. En een fiets uitproberen op Zwift is ook niet echt een optie. Vandaag moet het echt gebeuren. De voorgenomen tocht van 60 kilometer wordt tijdens het ontbijt met elke blik naar buiten ietsje korter. Tijdens het omkleden besluit ik mijn vaste rondje duinen van 38 kilometer te gaan doen. Als ik al mijn moed bij elkaar geraapt heb, vertrek ik richting de duinen. Regen. Kou. Ik lijk wel gek. Nog geen kilometer onderweg begint te stortregenen. “Volgens mij willen de weergoden me iets duidelijk maken”, zeg ik hardop tegen mezelf. Ik keer om. Terwijl ik de sleutel in het sleutelgat steek, kijk ik op mijn teller. 2,4 kilometer. “Goed gewerkt, Léon.”

Maar natuurlijk komt er weer een volgende dag en die is een stuk droger. Het waait wel als een dolle, maar ja: je moet toch wat. Opnieuw kleed ik me netjes aan en vol goede moed vertrek ik. In een gezapig tempo rol ik de stad uit en kom uit langs de Vliet. Ik vertrek met wind tegen, dan kan ik straks laagvliegend met de wind mee terug. De Rose voelt comfortabel aan, en tegelijkertijd stevig en strak. De eerste indruk is dus goed. De remgrepen van de 105-groep klapperen wel als ik over de oude klinkers rij. Dat hoor ik bij de Ultegra-shifters nooit. Maar qua schakelen en remmen is het verder precies wat ik gewend ben.

Gas erop

Tijd om wat gas te geven. Ik zet vol aan. Dat valt niet tegen. De fiets reageert goed. De wielen voelen niet erg stijf, maar je moet alles in verhouding zien. Het zou niet eerlijk zijn om deze fiets direct te vergelijken met een van de ultieme toppers uit mijn vorige testen. Maar op zichzelf houdt de Rose heel behoorlijk stand. En eigenlijk is dat best nog een understatement: hij doet het tot nu toe prima. De geometrie bevalt me goed en het rijgedrag is plezierig. Ik kan me makkelijk in de bochten gooien en weer terug accelereren naar mijn kruissnelheid. Daarnaast is hij op slechte wegen toch comfortabel.

 

De wind maakt dit feestje wel wat minder leuk. Mijn teller geeft 23 kilometer per uur aan. En ik moet nog wel even voor ik eindelijk de bries in mijn rug mag voelen. Na een heel stuk zwoegen en zweten draai ik eindelijk met de wind mee. Een hele opluchting. Ik leg mijn handen in de beugel en schakel een paar tanden bij. Veertig kilometer per uur is op deze manier een makkie. Met een hogere snelheid krijg ik toch altijd een beter gevoel bij een fiets. Ik slinger door de bochten en geniet. Deze fiets rijdt lekker. In de verte zie ik iemand rijden en ik kan de verleiding niet weerstaan. Nog een tandje erbij. Even aanzetten en gas erop. Op een klein klimmetje schakel ik terug terwijl ik op de pedalen sta. Dat kan deze 105-groep heel goed handelen. Lekker hoor. Langzaam rij ik naar deze persoon toe. Het is iemand op een e-bike. “Yuuw.” Ik groet hem vriendelijk wanneer ik langs hem rij. Ik vind het mooi, mensen op de fiets. E-bike of niet, lekker erop uit.

Op mijn gemak rij ik terug naar huis. Ik probeer de remmen nog eens: ook qua remkracht merk ik weinig verschil met Ultegra. Ik kan het slijtagegedrag van beide groepen niet vergelijken, maar nieuw zijn ze in ieder geval aan elkaar gewaagd. Ik denk nog even terug aan de Shimano Dura-Ace-groep die ik op mijn oude Colnago uit 2007 heb zitten. Die werkt inderdaad een stuk minder direct en goed dan deze nieuwe 105-groep. Als ik thuis nog een keer van een afstandje naar de Rose kijk, vind ik het een strakke fiets om te zien. In gedachte doe ik er een paar dikke wielen onder: ja, nu is hij echt mooi.

Eindelijk sexy?

Een paar dagen later heb ik een gezellige avond met veel mensen uit de fietswereld. Al gauw krijg ik de vraag welke fiets ik aan het testen ben. Nou, de Rose X-Lite met Shimano 105. “Best een toffe fiets, hoor”, vul ik aan. De reactie vat aardig het probleem samen dat Rose heeft: “Het blijft een discountmerk, hè.” Ik vind het onzin, maar ik snap wel waar het gevoel vandaan komt. Nee, de Rose X-Lite Four met Shimano 105 zal de prijs voor most sexy bike on the planet niet gaan winnen. Ik word ook niet opgewonden van de specificaties. Maar als hij voor je staat, is het gevoel al een heel stuk beter. En helemaal als je erop rijdt.

Tijdens mijn testritten heeft de fiets een prima indruk gemaakt. De webshop vermeldt dat hij 7,4 kilo is zonder pedalen. Wij tellen ongeveer 7,7 kilo. Jammer, maar dat is nog altijd een goed gewicht voor een fiets in deze klasse. Qua prijs had ik hem wel iets lager ingeschat. 2541,01 euro is meer dan ik dacht. Het is ook niet wat je van Rose verwacht. Er zijn concurrenten die fietsen met eenzelfde afmontage voor minder geld aanbieden. Dus samengevat, de X-Lite Four is niet goedkoop, wel strak, comfortabel en een van de lichtste in zijn categorie. En mooi is hij ook. Wanneer Rose eindelijk sexy wordt? Wie weet is de omslag wel ingezet met deze X-Lite