Specialized heeft zich vanuit het mountainbiken en vervolgens via de weg snel in het wielerpeloton gemanifesteerd. In 2011 introduceerde het merk de Crux en zette daarmee de aanval in op de door Europese  merken gedomineerde cyclocross markt. In 2013 vervolgde het merk zijn opmars met de Crux SL4 uitgerust met schijfremmen welke door de jaren heen meermaals is geüpgraded om te voldoen aan de wisselende standaarden qua schijfremmen cq steekassen. Nu is het tijd voor de volgende stap. De nieuwe Crux, gebaseerd op de inmiddels alweer ‘oude’ SL5 Tarmac beloofd een hardcore crossfiets te zijn puur gericht op snelheid en wedstrijdgebruik.

Met de Crux over 3 peaks

Tijdens de voorbereidingen en Three peaks challenge zelf gebruikten we de Specialized Crux Elite X1 zoals de fiets voluit heet op diverse parcoursen. De maatvoering en geometrie van de fiets is nagenoeg hetzelfde als zijn voorganger, handig als je wilt upgraden en waarschijnlijk omdat de geometrie gewoon prima in orde is. Het balhoofd is laag waardoor je zonder problemen een sportieve zit kunt creëren en de wielbasis is aan de korte kant. Vooral tijdens het vele draai en keer werk in wedstrijden is dit absoluut een voordeel. Verder valt op dat de Crux erg clean is. Rechte strakke buizen, standaard geen voorderailleur en bijbehorende nok meer en alle kabels en leidingen fraai binnendoor. Het frame is verder volledig bij de tijd met steekassen voor en achter, flatmount rembevestiging en veel ruimte wanneer je eventueel toch bredere banden wilt monteren.

Flatmount, steekassen. De crux is helemaal up to date

Natuurlijk is de fiets volledig behangen met eigen Specialized onderdelen en Roval velgen welke stuk voor stuk prima functioneren. De wielen zijn niet erg licht, met name door de zwaardere naven en spaken maar de brede velgen geven de banden wel lekker veel volume waardoor de kans op een lekke band minder groot is. De rival groep van Sram functioneert zoals we inmiddels van de 1x groepsets gewend zijn, perfect.

40 tanden, prima voor allround gebruik. Niet geschikt voor de Three peaks!

Het 40 tands voorblad samen met de 11-32 cassette is voor bijna iedereen prima en de clutch derailleur houdt de ketting op zijn plek. Enkel de hendels zijn wat minder fijngevoelig dan de duurdere Force hendels die we op andere testfietsen gebruikten. De ‘klikjes’ tijdens het schakelen zijn minder duidelijk en ook het remmen is wat minder ‘hard’

Ranke vormen en zeer cleane afwerking

Wendbaar en voorspelbaar

Wanneer we met de Crux op pad gaan is het eigenlijk al vrij snel duidelijk: Dit is een racemachine. De fiets is wendbaar, direct en vooral erg voorspelbaar. Sturen gaat daardoor makkelijk en binnen no-time ben je gewend aan de rijeigenschappen van de fiets. Inmiddels hebben alle moderne crossfietsen steekassen maar toch is dit qua rijeigenschappen wel degelijk één van de grootste voelbare verschillen met oudere modellen.

Wat verder vooral opvalt is het comfort van de fiets. Voor zover we van comfort kunnen spreken bij een crossfiets natuurlijk. Trillingen worden zo goed als mogelijk gedempt en we krijgen al snel een beetje een mountainbikegevoel. Dat gevoel kwam mede door de grove Terra banden die Specialized standaard monteert. Vind je snelheid niet zo belangrijk maak dan vooral gebruik van de flinke noppen die behoorlijk wat grip geven maar heb je nog ambities, kies dan voor een snellere band met minder profiel.

Wil je een fiets waarmee je zonder problemen competitie mee kunt rijden, een hele winter lang wilt baggeren en in de zomer eens een graveltocht wilt rijden dan is de Crux elite zeker een goede keus al is de fiets in verhouding met zijn concurrenten zoals getest in fiets #11 wel wat aan de dure kant.

Specialized Crux Elite 1x, € 3.299 

Tips & Tricks

Materiaal
Er zijn weinig wedstrijden zo specifiek op het vlak van materiaal dan de Three peaks challenge. Hierbij de belangrijkste aanpassingen aan je fiets voor een succesvolle race.

Verzet. Heb je een fiets met enkel blad kies dan voor 36 of maximaal 38 tanden voor en een cassette van minstens 11-32 achter. In de neutralisatie zal het even spinnen zijn wanneer je met 110 rpm in het peloton tolt maar zodra je Pen-Y-gent volledig kunt fietsen ben je dit allang vergeten. Kan je derailleur een cassette groter dan 32t aan, doen!

Schoenen & pedalen. Gebruik geen schoenen met een carbon zool. Je kuiten branden binnen no-time en je schoenen kunnen nadien in de kliko. Kies of voor een paar oude schoenen die inmiddels al lekker flexibel zijn geworden of neem een enduro achtig model met vibram zool. Zo heb je een wandelschoen waarmee je toch klikpedalen kunt gebruiken. Mavic, Specialized en Shimano maken perfecte modellen voor deze tocht. Om berg af controle te houden over de fiets en je enkels niet overdreven veel te belasten kun je het beste kiezen voor trail pedalen van bijvoorbeeld shimano XT of Ritchey. Hiermee is het contactoppervlak tussen schoen en pedaal zo groot mogelijk.

Wielen en banden. Het meest besproken thema in het startvak, maar eigenlijk heel simpel. Kies sterke tubeless ready banden. Monteer ze met veel vloeistof en pomp ze op tot minstens 3 bar. De snelste rijders kiezen allemaal voor banden met zeer weinig profiel om extra rolweerstand op de weg te vermijden en op het podium zijn ook nog jongens met tubes terug te vinden. Het voordeel van een tube in dit geval is dat je bij een lekke band gewoon volle bak kunt doorrijden op de velg.

Terra’s, ideaal in een Engels moeras, een beetje to much voor het Hollandse bos.

Tuningtips. Verklein de reach van je remhendels. Zo kun je de remmen veel makkelijker doseren en makkelijker reageren. Ben je niet gewend aan het dragen van de fiets? Monteer dan een stuk isolatiebuis om de bovenbuis. Lekker zacht aan je schouder.

Voeding. Eten moet je toch, drie tot vijf uur non stop bikkelen trek je niet zonder extra brandstof. Kies voor voeding waar je op kunt vertrouwen en wat makkelijk te eten is. onderweg word er verder niets aangeboden dus je bent op jezelf aangewezen. Tijdens de rit is eten tussen de beklimmingen door eigenlijk de enige mogelijkheid tot aanvullen van de brandstoftank.

Qua drinken zie je duidelijk drie verschillende tactieken. Zelf heb ik als mountainbiker meteen gekozen voor optie camelbak. Hierdoor kan ik meer (1.5 liter) voeding meteen meenemen en zeer gedoseerd tot me nemen. Kies je voor een enkele bidonhouder met bidon op de zitbuis dan heb je duidelijk minder gewicht bij maar kun je enkel drinken op de tussenstukken over de weg. Heb je echt ambities dan neem je helemaal geen drinken mee en zorg je voor verzorging bij het begin en einde van iedere berg.

Trainingtips

De Three peaks challenge bestaat eigenlijk uit drie trainbare onderdelen. Ongeveer 10% van de totale tijd fiets je over de weg en ben je al snel kop over kop aan het jagen. Als Nederlandse polderrenner heb je dit natuurlijk al onder de knie. Ruim 20% van de tijd rammelen je vullingen uit je gebit tijdens de afdalingen. Het kan zeker geen kwaad om vooraf een paar keer te gaan mountainbiken op mooi terrein om of om met je crosser afdalingen te nemen die je normaal over zou slaan. Met een snelle afdaling en het kiezen van de juiste lijnen heb je al snel 5 tot 10 minuten winst in de pocket. Het overgrote deel, in mijn geval bijna 3 uur ben je aan het klimmen en dan voornamelijk lopen. Haal je hardloopstappers maar uit de kast en zorg dat je probleemloos 5 kilometer kan rennen. Niet dat je tijdens de rit veel zult rennen maar wanneer je benen en vooral je kuiten gewend zijn aan de belasting zal dit tijdens raceday veel schelen. De meeste winst is voor vele te halen bij het behouden van ritme en tempo berg op. Dit kun je eenvoudig trainen op lange trappen van een flat of bijvoorbeeld in Landgraaf op de Wilhelminaberg.