22 jaar na zijn eerste verschijning staat de nieuwe Cannondale Scalpel voor me. Het 2024 model is alweer de 8e generatie Scalpel! Slanker, langer, maar van bovenaf nog steeds robuust ogend. Wat is er nieuw en wat is er beter? Lekker testen op de tracks in Braga, Portugal.
We gooien hem er nog een keer in: op moderne XC-parcoursen worden races gewonnen, of verloren, op loeisteile klimsecties en ruige afdalingen. Marathons worden gewonnen op capabele, efficiënte fietsen die vermoeidheid uitstellen en obstakels de baas zijn. Dat vraagt om een ontwerp dat op een breed scala aan tracks ingezet kan worden, zonder afstand te doen van racegenen. Biedt het aangepaste framedesign hiervoor ook voordelen voor de ‘laaglanders’ die graag ruiger terrein afwisselen met snelle jakkersecties?
De nieuwe Scalpel belooft licht en wendbaar te zijn gebleven. Maar tegelijk ook stabieler, efficiënter, capabeler en daarmee sneller. Maar vooral ook leuker en veelzijdiger, dat moet toch van pas kunnen komen in ons eigen ‘low country’?!
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
‘XC’ meets ‘Down Country’
Er staat dus slechts één Scalpel voor me. Het SE ‘Down Country’ model ontbreekt. Met dit ene ontwerp zegt Cannondale aan de wensen en eisen van beide type rijders te kunnen voldoen. ‘XC’ en ‘Down Country’ rijders stellen tegenwoordig gelijksoortige eisen aan een fiets.
Cannondale houdt hierbij vast aan functie boven vorm. ‘Beter’ gaat vóór mooie lijnen of maximale integratie, wat mij aanspreekt, alhoewel het silhouet prachtig slank is. Toch zien we op de duurdere modellen een fraaie geïntegreerde cockpit die in twee lengtes (60 en 75 mm) komt. Superstijf? In het midden tussen stijfheid en souplesse.
Een te stijf stuur gaat ten koste van comfort en handling. Comfort equals speed, zeggen ze. Cannondale heeft het oversized bovenste balhoofdlager van een extra afdichting voorzien, wat de levensduur verlengt. Dat komt van pas in combinatie met de leidingen die door het balhoofd lopen en onderhoud niet makkelijker maken.
De bekende FlexPivot in de liggende achtervork en de ‘eenpotige’ Lefty Ocho voorvork, nu met 120 mm veerweg (net als de Fox achterdemper), zijn oude bekenden. Waarom Lefty? Door het gebruik van naaldlagers blijft de vork ook wanneer de torsiekrachten hoog zijn actief. Lichte, skinny XC vorken met twee losse poten schieten hier tekort, zodat de Lefty in afdalingen waar het er om gaat, meer tractie en comfort biedt. De vork staat nu wat hoger in zijn vering, wat voor een betere absorptie van kleine oneffenheden zorgt.
Liggende achtervork en kinematica zijn maatspecifiek
De reach is toegenomen met 30 mm (maat L). Tegelijk staat de vorkhoek met 66 graden 2 graden verder onderuit. Samen met de toegenomen reach creëert dat een langere wielbasis die zorgt voor meer vertrouwen in afdalingen en stabiliteit op hoge snelheid. De wielbasis op de L is met 64 mm toegenomen. Op de XL, door onder andere de maatspecifieke lengte van de achterbrug, zelfs met 82 mm. Een toename van 7%. Obstakels en ruigere ondergrond worden zo ook makkelijker genomen en geabsorbeerd.
Manuel Fumic, drievoudig deelnemer aan de Olympische Spelen namens Duitsland en tegenwoordig ambassadeur van Cannondale, vult aan dat met een kortere (60 mm) stuurpen gereden kan worden, wat zorgt voor directere overbrenging van de stuurinput. De zitbuishoek is een graad toegenomen naar 75,5 graden, wat van pas komt bij het klimmen. Je kruipt minder naar voren op je zadel, zodat je efficiënte zadelpositie ten opzichte van je pedalen beter in tact blijft samen met je lichaamsbalans. De stack heeft Cannondale gelijk weten te houden ondanks de toegenomen veerweg. De Scalpel moet wel zijn racegenen behouden. Het bottom bracket staat nu 2 mm lager op 40 mm.
De gewichtsverdeling van de rijder en het zwaartepunt daarvan ten opzichte van de fiets bepaalt in grote mate hoe de vering en de fiets zich gedragen. Het rijdersgewicht is het grootste gewicht van het geheel en de balans daarvan verstoren heeft grote impact op het rijgedrag en de werking van de vering.
Hoe groter je bent, hoe verder dat (vaak ook toegenomen) zwaartepunt omhoog en naar achteren verschuift. Houd je hier geen rekening mee in je design, dan worden grotere maten te soepel en kleinere maten te stug. Inefficiënt dus. Elke maat heeft nu z’n eigen ophanging van het veersysteem.
De lengte van de liggende achtervork is, zoals gezegd, aangepast (een grotere maat betekent een langere achtervork). Hierdoor is zwaartepunt van de rijder in alle maatvoeringen gelijk. Dat is, met uitzondering van de S, nieuw voor de overige maten Scalpel. Grotere maten profiteren nu ook mee van de dezelfde balans en stabiliteit als de middenmaat. Dit speelt ook een grote rol bij de gewichtsverdeling, en dus balans, op de fiets bij het klimmen. In feite hebben ze vier verschillende ontwerpen moeten maken. Iets dat je alleen doet als het ook echt wat toevoegt.
Twee lock-out standen
De lock-out kent twee standen. Een middenpositie is volgens Cannondale door de uitgekiende kinematica niet nodig. Ligt de ketting rechts dan wordt de achtervering soepeler om op hoge snelheid snel te kunnen reageren op oneffenheden, op de grote kransjes wordt deze juist wat stugger om met klimmen de gevraagde tractie te behouden. In de middelste kettinglijn is de ‘anti-bob’ 100%.
Bij systemen waar het ontwerp is gebaseerd op drie standen zal je veel vaker moeten switchen tussen de veer-modi. De vering zal in de middelste ‘pedaal’ modus minder soepel zijn, wat niet altijd gewenst is. Cannondale wilde een ontwerp uitbrengen dat efficiënt is in de open stand, maar met behoud van de bijbehorende souplesse als het terrein daarom vraagt zonder weer te moeten ‘unlocken’.
Volgens Cannondale zit de winst van het nieuwe model vooral in de aangepaste geometrie en kinematica, en minder in de extra 20 mm veerweg waar ‘iedereen’ altijd als eerste de mond vol van heeft. Door de shock hoger te plaatsen is er ook op de kleinste maten ruimte voor een tweede bidon. Kleinere mensen hebben ook grote dorst.. Door de bijzondere constructie onderaan de zitbuis kan er een dropper van maar liefst 200 mm geplaatst worden.
Geslaagd dieet?
Denk aan een 20 gram winst op het frame bij gelijk blijvende stijfheid. In combinatie met een groter frame met een groter inzetbereik. 1778 gram framegewicht voor de Lab71, 200 gram lichter dan de gewone frames bij dezelfde stijfheid. De Lab71 uitvoering komt daarmee op 10,4 kg mét dropper.
Er is geen frame storage meer. Dat geeft extra gewicht en gaat altijd ten koste van de stijfheid van het geheel, aldus Cannondale. Voor 2024 is er ook geen Lab71 als frameset beschikbaar. Alle modellen zijn in twee kleuren leverbaar, de Lab71 uitgezonderd.
Geen SE dus. Een ‘Short Track’ model dan? Manuel Fumic antwoordt dat een short track-ontwerp op dat specifieke parcours een klein voordeel kan bieden, maar dat wordt teniet gedaan in het uitdagendere terrein waar de XC-wedstrijd gereden wordt. Of de lengte van een marathon. Of de uitdagendere trails waar de doelgroep de fiets graag inzet. Anders gesteld: waar heb je het meeste plezier mee?
De praktijk
Wat direct opvalt als je op de Scalpel stapt is de toegenomen reach en dus ook de korte cockpit van 60 mm. Waar is de tijd gebleven dat ik met een 120 mm stuurpen de Transalp reed… 20 jaar terug.
Je ziet nu vooral veel brede band ver voor je uit rollen, dat geeft vertrouwen. Kom maar door met je obstakels en drops. We klimmen over het asfalt omhoog het achterland van Braga in. Om me heen kijkend zoek ik naar wippende veringen. Nergens te zien. Staat de lock-out aan? Ik voel het geheel eigenlijk ook niet ‘remmen’ of ‘zuigen’, ook al staat de vering bij mij en de meesten in ‘open’ stand. De ketting ligt links, de uitgekiende kinematica doet zijn werk.
We worden getrakteerd op een veelzijdig menu van trails en paden. Losse bosgronden, gladde boulder secties, scherpe rotsen met drops en kort elkaar opvolgende bochten. Dan weer smalle met rotsen bezaaide tricky singletracks. Zoals je die in de Ardennen rijdt, maar dan eindeloos veel langer. Maar ook flink uitdagende afdalingen die zonder dropper en brede banden eigenlijk niet verantwoord, maar vooral minder leuk zijn. Het staat allemaal op het menu en de Scalpel smaakt het goed.
De fiets biedt veel rust en reserve, wat je het vertrouwen geeft om het onbekende lastige pad wat je voorgeschoteld krijgt zonder aarzeling in te duiken. De souplesse waarmee de vering zijn werk doet en het vertrouwen en daarmee de reserve die de gestrekte geometrie biedt is gewoon leuk. Wil je diep zitten, dan kan dat. Wil je een meer relaxte zit, laat dan de spacers staan en ervaar zo twee fietsen in één. Brutaal (en nieuwsgierig) als ik ben besluit ik bij een fotoshoot de daalsectie met losse rotsen en ingesleten trails gewoon nog een keer te pakken. Ik moet even een stukje asfalt volle bak omhoog en kan zo mooi aanvoelen hoe de fiets zich hierbij gedraagt. De transitie van een efficiënte en capabele ‘down country style’ daler naar een pure klimmer is ongekend.
We klimmen en dalen verder en verleggen onze grenzen samen met de prof’s van het Cannondale Factory Racing team. Je kan je eigenlijk niet meer voorstellen dat je zonder dropper, met stevig opgepompte bandjes van 2.2 of smaller, met een korte reach en bijbehorende lange stuurpen en steil geplaatste voorvork hier omlaag kwam. Ja, dat kwam je. Maar niet met zoveel gemak en vertrouwen, en dus grote grijns, als met dit nieuwe design.
Laaglanders op kop
Naar beneden betekent ook weer omhoog. Een lange asfaltstrook. Lock-outs ‘dicht’, de laaglanders gaan op kop. ‘Koers’ op asfalt op een fully met deze dimensies. Niets van een vertragend of loom gevoel wat je wel ervaart bij pure downcountry fietsen. Die met zware banden en brede riserbars en een ‘rechtop’ positie je de lust ontnemen om op dit soort stroken vol gas te blijven gaan . De Cannondale Scalpel laat hier zien zijn racegenen nog steeds te bezitten.
Verdict
Na een dag vol plezier en grenzen zoeken maken we de balans op. Deze fiets is tot veel meer in staat dan we in Nederland nodig hebben. Zit dit in de weg? Een volmondig ‘nee’. De grens is alleen maar opgerekt, zonder dat dit ten koste gaat van een laag gewicht, efficiëntie en rijbeleving. Hoe meer reserve een fiets biedt, hoe harder je door bochten kan. Hoe later en hoe minder hard je remt. Hoe minder energie je nodig hebt om weer op te trekken. Cannondale weet met dit design twee fietsen in één te bieden. Met de focus op XC, kijkend naar de cockpit, rem- en bandenkeuze. Cross Country meets Low Country, loves Low Country! De Scalpel is back on top.
Specificaties Cannondale Scalpel
- Moderne geometrie betekent meer reach, een ‘slackere’ balhoofdhoek en een stijlere zitbuishoek
- Toegenomen veerweg van 100 mm naar 120 mm voor en achter
- De Scalpel SE ‘120 mm’ wordt niet vernieuwd en verdwijnt
- Ontwikkeld op basis van de Proportinal Response Design Filosofie: elke maat is specifiek ontworpen op de rijders dimensies
- Daarmee per maatvoering o.a. aangepaste veerophanging en aangepaste lengte liggende achtervork
- Voorzien van het bewezen Flex Pivot Technologie
- Elke maat uitgerust met een dropper
- Brede 2.4 banden
- De Lab71, 1 en 2 uitgerust met Lefty Ocho 120 mm. De 3 en 4 met Rockshox SID 120 mm
- De 2 kan zowel met SID als met Lefty geleverd worden
Cannondale Scalpel, prijzen en modellen
Model | Prijs |
LAB71 | €12.999 |
Scalpel Carbon 1 | €9.499 |
Scalpel Carbon 2 Lefty | €7.499 |
Scalpel Carbon 2 | €6.799 |
Scalpel Carbon 3 | €4.999 |
Scalpel Carbon 4 | €4.299 |
Modelserie 3 en 4 komen standaard met een RockShox SID 120 mm voorvork en aluminium velgen, bij de 2 is er keuze tussen een SID of een Lefty. Lab71 en 1 hebben een Lefty vork en carbon velgen, net als de ‘2’.
Meer informatie vind je op de site van Cannondale. Hieronder vind je nog een uitgebreide video over de Scalpel.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."