De Trek Madone Gen 8 is volgens Trek ‘licht als Émonda, snel als Madone’. Daarmee volgt het Amerikaanse merk de trend waarbij het verschil tussen aero- en klimfietsen verdwijnt. Is het resultaat van deze combinatie een ‘kloppende fiets’?

Marketingkreten als ‘de enige racefiets die je ooit nodig zult hebben’: ik vind ze altijd wat moeilijk te plaatsen. Zeker voor amateurs die hun eigen fiets betalen. Ik ken namelijk veel mensen met meerdere fietsen in de schuur, maar dat zijn vaak heel verschillende soorten fietsen, bijvoorbeeld een MTB, gravelbike en racefiets. Maar ik ken zelf niemand die zowel een klim- als een aeroracer heeft. Vaak koop je een fiets die het best past bij de manier waarop je hem het meest gebruikt.

Dat gezegd hebbende, is de ontwikkeling van lichte aerofietsen (of zijn het nu aero klimfietsen?) hoe dan ook een heel prettige: je hoeft geen concessies meer te doen.

Snelle combinatie

De nieuwste Madone, de Gen 8, is qua gewicht vergelijkbaar met de huidige Émonda SLR. Hij is maar liefst 320 gram lichter dan de vorige Madone. Dit is te danken aan het nieuwe 900 Series OCLV-carbon dat Trek gebruikt, en aan de nieuwe buisvormen waardoor er simpelweg minder materiaal nodig is. Deze fiets is volgens de fabrikant 77 seconden per uur sneller dan de Émonda en net zo snel als de vorige Madone (bij 200 watt vermogen). De nieuwe aerodynamische buizen helpen om deze winst te behalen. Het opvallendste aan dit aeroframe is het ‘gat’ in de zadelbuis, dat we ook al zagen op de vorige Madone.

De nieuwe RSL Aero-bidons en bijbehorende bidonhouders helpen om het hele ‘rijderssysteem’ nog sneller te maken. Je kunt goed zien dat de bidons feitelijk de onderkant van het frame dichtmaken, waardoor er minder turbulentie ontstaat uit de trapbeweging. Zo is niet alleen puur het frame sneller, ook de combinatie van fiets plus renner levert minder weerstand op. Volgens windtunneltesten win je hiermee 1,8 watt bij een snelheid van 35 kilometer per uur.

Treks nieuwe IsoFlow-technologie zorgt voor meer verticale flexibiliteit dan bij de oude Madone; oneffenheden worden zo beter opgevangen. Dat komt het comfort op lange ritten ten goede. De samenvatting tot nu toe, kortom: hij is net zo licht als de oude Émonda en net zo snel als de oude Madone, maar dan met meer comfort.

Twee versies

De Madone Gen 8 is uitgerust met een vernieuwde Aero RSL Road Integrated-cockpit. Een stuur en pen uit één stuk dus. Het stuur heeft een lichte flare, waardoor hij bovenop 3 centimeter smaller is dan in de beugels. Een mooi detail is de afwerking van de top cap: over het balhoofd zit een afdekkapje, dat ziet er fraai uit.

De fiets staat op Bontrager Aeolus-wielen met 51 millimeter hoge velgen. Deze bieden een goede balans tussen aerodynamica en gewicht. De banden zijn de nieuwe Aeolus RSL TLR, die verkrijgbaar zijn in 26, 28, 30 en 32 millimeter. Ze hebben een hoge TPI-waarde (threads per inch), wat ze bijzonder soepel en comfortabel maakt.

Ook deze achtste generatie Madone is er, zoals we gewend zijn, in zowel een SLR- als SL-variant. De laatstgenoemde heeft dezelfde frametechnologie als het SLR topmodel, maar is uitgevoerd met goedkoper carbon en een los stuur en losse stuurpen. De RSL Aero bidons en -bidonhouders worden ook niet standaard meegeleverd op de SL-modellen.

Project One

Als je twee fietsen samenvoegt tot één nieuw model, ontkom je er niet aan om de geometrie ook iets te veranderen. Wie al wat bekender is met Trek, weet dat je hun fietsen in het verleden vaak kon kopen met een H1/H1.5- of een H2-geometrie. Daarbij had eerstgenoemde variant een sportievere zit door een iets langere reach en lagere stack. Met de Madone Gen 8 verdwijnt dit verschil: er is nog maar één geometrie.

Ook gaat Trek over van acht verschillende maten (47, 50, 52, 54, 56, 58, 60 en 62) naar zes (XS tot en met XL). Feitelijk gaan ze dus terug van zestien uitvoeringen naar zes. Dat maakt het kiezen van de framemaat in elk geval overzichtelijker. De keuze voor de juiste cockpit, zeker met het geïntegreerde aero RSL-exemplaar, wordt op deze manier wel extra belangrijk.

Project One is een programma van Trek waarmee je vrijwel alles aan je fiets kunt personaliseren. Uiteraard kun je kiezen uit allerlei paintjobs, maar je kunt bijvoorbeeld ook je eigen naam in de lak laten verwerken. Daarnaast kun je alle onderdelen zelf kiezen, van de trapas tot het stuurlint en van wielen tot groepset. Ook in de maatvoering is er naast de framemaat van alles te kiezen, denk aan stuurbreedte, lengte van de stuurpen en cranklengte. Een detail: Project One is alleen mogelijk met de duurdere SLR-modellen.

Een vertrouwd gevoel

Ik testte de Madone Gen 8 SLR 7 AXS, afgemonteerd met een elektronische SRAM Force-groepset, een dubbelzijdige Quarq-vermogensmeter en afgewerkt met een custom lak. Die afwerking geeft een fraaie look aan de fiets, er zit een bijzondere diepte in de lak die deze toch al prachtige racer nog meer tot zijn recht laat komen. De geïntegreerde cockpit geeft de Madone een cleane uitstraling.

Er is goed nagedacht over kleine details, denk aan het eerder genoemde kapje over het balhoofd. Ook de steekassen zijn prachtig vormgegeven, met een bij de lak passende kleur. De inbus die je gebruikt om de steekas los te halen is heel slim vormgegeven, door het smalle deel dat je in de as steekt ook weer te voorzien van een kleinere maat inbus waarmee je de zadelpen en stuurpenboutjes kunt bedienen. Dit is een twee-in-één inbus dus. Ik houd wel van zulke simpele en tegelijk slimme dingen.

Maar het belangrijkste: deze fiets is een genot om op te rijden. Meestal moet ik op een testmodel toch wel even een uurtje wennen voordat ik een beetje mijn draai heb gevonden. Deze Trek voelt direct heel natuurlijk aan, alles voelt alsof ik op mijn eigen vertrouwde fiets zit. Daarbij moet ik wel aantekenen dat ik zelf ook op een racer uit de categorie ‘lichte aerofietsen’ rijd – dus die gelijkenis is niet vreemd.

Hoewel Trek de fiets als zeer licht aanprijst, gaf de weegschaal bij dit maatje L toch 7,7 kilo aan, zonder pedalen. Voor een aerofiets is dat best redelijk, maar toch niet helemaal wat ik gewend ben van een high-endklimfiets of van andere aerofietsen in deze prijsklasse. De Gen 8 vóelt trouwens wel licht. Daarmee bedoel ik dat hij direct en responsief is. Hij is snaarstrak in een sprintje, even staan op de pedalen de brug op gaat heel soepel en hij stuurt heel lekker en vertrouwd in. De halfhoge velgen in combinatie met de soepele 28 millimeter brede banden geven een prima mix van gewicht, aerodynamica en comfort.

Een fiets die klopt

Trek volgde de trend die hun concurrenten hadden ingezet, en besloot om één fiets te maken die zowel licht is als snel. Daar zijn ze best goed in geslaagd. Voor een fiets in deze prijsklasse is het gewicht nog wel een tikkeltje te hoog. Maar aan de andere kant: de keuzes die ze gemaakt hebben qua geometrie, opbouw en afmontage kloppen en de Madone Gen 8 SLR 7 heeft het rijgedrag dat je mag verwachten van een racer als deze. Al bij al is dit voor mij simpelweg een fiets die klópt.

Specificaties Trek Madone Gen 8 SLR 7 AXS

Plus: fraaie fiets met een goede combi van gewicht, snelheid en comfort, je kunt alles personaliseren
Min: het gewicht is wat aan de hoge kant voor een klimfiets
Prijs: €9.499,-
Frame/voorvork: carbon/carbon
Gewicht: 7,7 kg (excl. pedalen)
Groep: SRAM Force AXS, 48/35, 10-33, incl. powermeter
Wielen: Bontrager Aeolus Pro 51
Banden: Pirelli PZero Race, 28mm
Zadel en -pen: Bontrager Aeolus Pro/Bontrager
Stuur en -pen: Trek Aero SK Road integrated
Maten: XS, S, M, ML, L en XL

Meer informatie is te vinden op de website van Trek.