“Ik heb weleens gehoord dat je na een periode van inactiviteit sneller terug op je oude niveau komt, dan wanneer je daar nog nooit bent geweest. Klopt dit eigenlijk wel?” Jim van den Berg geeft antwoord op die vraag.
Spiergeheugen is een concept dat vaak wordt genoemd wanneer we praten over het herwinnen van spiermassa en kracht na een periode van inactiviteit. Voor wielrenners, die door blessures, seizoenpauzes of andere redenen soms gedwongen worden te stoppen met trainen, kan dit principe van cruciaal belang zijn bij het heropbouwen van hun fietsconditie.
Spiergeheugen verwijst naar het fenomeen waarbij spieren een soort ‘geheugen’ ontwikkelen voor eerdere trainingservaringen. Wanneer spieren worden getraind, ondergaan ze veranderingen op cellulair niveau, waaronder de toename van het aantal en de grootte van spiervezels en de versterking van neuromusculaire verbindingen. Deze aanpassingen worden opgeslagen in de spierkernen, die zelfs na een periode van spierafname behouden blijven.
Spiermassa
Recent onderzoek heeft aangetoond dat wanneer spiermassa afneemt door inactiviteit, de extra spierkernen die tijdens training zijn gecreëerd, niet verdwijnen. Deze kernen kunnen snel
reageren wanneer de training wordt hervat, waardoor spiermassa en kracht sneller worden hersteld dan wanneer iemand vanaf nul zou beginnen.
Dit betekent dat het terugwinnen van fietsconditie na een pauze minder tijd in beslag kan nemen dan oorspronkelijk verwacht. Dit is vooral voordelig voor atleten die een solide basis van training hebben gehad voordat ze een onderbreking in hun trainingsregime ervoeren. Het lichaam ‘herinnert’ zich de eerdere staat van fitheid en kan daarom sneller terugkeren naar die vorige vorm.
Dit principe is ook hoopvol voor renners die te maken hebben gehad met blessures. Na herstel van een blessure kan de angst bestaan dat al hun harde werk voor niets is geweest. Echter, dankzij spiergeheugen zal de periode die nodig is om hun vroegere kracht en uithoudingsvermogen te herwinnen, aanzienlijk korter zijn dan de tijd die nodig was om die niveaus in eerste instantie te bereiken.
Hongerwinterkinderen
Wat echter ook een rol speelt bij het terug in vorm komen, is dat de ervaring van hoe dat aan te pakken al aanwezig is. Je hebt al geleerd hoe je lichaam moet voelen na een zware training en misschien ook na een te zware training. Hierdoor kan je eerder gemaakte fouten vermijden en sneller progressie boeken. Het kunnen toepassen van een betere strategie in het verbeteren van je fietsconditie speelt zodoende ook een niet te onderschatten rol.
Gerelateerd aan dit onderwerp en wellicht even motiverend om snel weer op de fiets te stappen, is de epigenesetheorie. Hoewel hier nog maar matig wetenschappelijk bewijs voor is, lijkt het zo te zijn dat je veelvuldige trainen ook door kan geven aan je nageslacht. Door het trainen verander je op een positieve manier het DNA en dit is op die manier erfelijk. Een onderbouwing voor deze theorie komt onder meer voort uit een onderzoek naar kinderen geboren vóór en na de Hongerwinter in hetzelfde ziekenhuis.
Tijdens de Hongerwinter consumeerden volwassenen, inclusief zwangere vrouwen, gemiddeld slechts 400 tot 800 kilocalorieën per dag, terwijl normaal gesproken ongeveer 2300 kilocalorieën worden aanbevolen. ‘Hongerwinterkinderen’ bleken op oudere leeftijd een hoger risico te hebben op gezondheidsproblemen als obesitas en type 2 diabetes. Dit suggereert dat epigenetische veranderingen tijdens de zwangerschap van de moeder naar het kind zijn overgedragen, waarbij aanpassingen in de stofwisseling tijdens voedseltekorten langetermijngevolgen hadden.
Fietsen en sporten in het algemeen hebben dus ook langetermijneffecten. Wees daarom dus niet altijd op zoek naar kortetermijngewin, maar blijf vooral consistent het hele jaar door lichamelijk actief.