Psst. Lek! In de koers ga je naar rechts, haalt je wiel uit de fiets en wacht. Dat zit bij het mountainbiken toch net even anders. Zeker tijdens marathons ben je volledig op jezelf aangewezen en wil je het liefst zonder plat te vallen, zoals ze dat in Vlaanderen zo mooi verwoorden, richting de meet.

Om de kans op lekrijden zo klein mogelijk te maken zijn er de laatste jaren in het mountainbiken behoorlijk wat veranderingen doorgevoerd. Zo zijn er aanpassingen gedaan in de banden en velgen. Velgen zijn breder geworden. Een stuk breder, tussen de 24 en 30 millimeter is vrij normaal. Hierdoor blijft onder andere de band boller en stoot deze minder snel op de velg. De kans op stootlek wordt zo verkleind. Ook de kans om lucht te verliezen als je tubeless rijdt wordt verkleind doordat de band beter aan de velg blijft ‘plakken’.


Een smalle (21mm) en brede (30mm) velg

Tubeless zeggen we. Tja, moderne mountainbike velgen en banden worden niet meer ontworpen om met binnenbanden te gebruiken. Dat is een redmiddel om thuis te komen. Luxe velgen hebben tegenwoordig geen ‘haakje’ meer aan de velgrand. De band blijft op de velg zitten door de druk van de band. Hierdoor worden velgen sterker. Maar worden ook de banden aan de zijkant minder belast door de scherpe rand van de velg.

Goed, een brede velg. Luchtdicht gemaakt met tubeless tape, lekkere brede banden en geseald met één van de vele beschikbare tubeless vloeistoffen. Uit onze tubeless test van Fiets nummer 4, 2019 komt met name de Peaty’s vloeistof erg goed naar voren. De vloeistof maakt banden luchtdicht. Ook dicht het kleine gaatjes. Denk hierbij bijvoorbeeld aan lekke banden die veroorzaakt worden door een spijker of stukje glas.


‘Onze Hans’ kan geen tubeless vloeistof meer zien. Na de vergelijkende test.

Maar wat als je de band stuk rijdt door te wild afdalen? Stootlek of een te snelle passage door een kuipbocht? Diverse merken hebben sinds een jaar of drie hier oplossingen voor. ‘Inserts’ worden ze in de volksmond genoemd. Of ‘worsten’ als je naar de pelotontaal wilt luisteren. Schwalbe was één van de eerste met hun ‘procore’ systeem. Een soort extra hard opgepompte binnenband strak rondom de velg. Inserts werken anders. Een soort schuimrubberen ring beschermt de velg tegen stootlek en voorkomt dat de band van de velg kan rollen. Merken als Huck Norris werken met een systeem wat op te delen is. De montage is hierdoor zeer makkelijk. Wij gingen uitgebreid op pad met het systeem van Vittoria en het veelgebruikte Cushcore.

Vittoria airliner

Als je de airliner ziet denk je in eerste instantie aan zo’n slang waar je vroeger als kind op ronddreef in het zwembad. Een dikke plastic slurf die amper vocht opneemt. In feite is dit dan ook niet veel anders. Wel is de dichtheid een stuk hoger. De ‘slang’ word geleverd in diverse breedtes.

Dat monteren van de inserts geen pretje is melden we je eerder al. De insert is behoorlijk groot, waardoor het omleggen van de banden een precies klusje is. Met soepele banden gaat dit nog wel. Een setje stevige downhill sloffen krijg je amper op de juiste plaats. Één ding is zeker. Een buitenband demonteren op de trails is onmogelijk. Gelukkig hoeft dit ook niet. Uit ervaring kunnen we melden dat je met een lekke band en de airliners gewoon door kunt fietsen richting de auto. Je velg blijft gespaard.

We gebruikten de Vittoria airliners een half jaar in het wild. Meermaals demonteerden we de boel om te checken. Conclusie? De tubeless vloeistof lijkt wat eerder weg te trekken dan bij gebruik zonder inserts. Zou het groene gevaarte dan toch wat vocht opzuigen? Vloeistof bijvullen via het ventiel gaat lastig omdat het vochtige goedje eigenlijk nergens heen kan. Verder valt op dat het gevaarte langzaam groter word. Bij de eerste montage snij je de airliner op maat en maakt deze met een ty-wrap vast. Na flink wat ritten zien we dat het geheel flink is uitgerekt door alle landingen en wrijving van bochtenwerk. Zo gaat het spul in ieder geval lang mee.


Er mag weer een stukkie af.

Wat voel je er van tijdens het rijden? Fiets je met lage bandendruk dan voel je dat de rijeigenschappen van je band behoorlijk veranderen. Je voelt de band wringen rondom de worst en dat vraagt wat gewenning. Dat je de velg nog nauwelijks kunt raken is een prettige gedachte. Toch kun je – als je maar hard en lomp genoeg een berg af rijdt – ook met deze flinke jongens lek rijden. Het steken van een ‘plug’ is dan de enige en snelste oplossing. En zo geschiedde. Aanrader? De Airliners zijn prettig in gebruik maar minder fijn bij montage. De prijs van zo’n 70 euro is niet mals, al gaat het systeem wel tijden mee.

Cushcore

Het systeem wat (samen met Pepi’s) het meeste wordt gebruikt bij cross-country ritten is Cushcore. Waarom? Het is licht, vrij eenvoudig te monteren en vraagt veel minder volume in de band waardoor het geheel meer zoals een ‘normaal’ systeem blijft aanvoelen.

Eerst de montage. We gebruiken de XC versie van het systeem. Cushcore maakt vier verschillende modellen. Geschikt van cyclocross tot downhill. De strip is plat, met ‘vakjes’ aan de onderzijde en weegt slechts 150 gram (nagewogen) voor een 29er versie. Die vakjes zitten er met een reden. De Cushcore ventielen, welke ik van harte aanbeveel hebben een opening aan de zijkant in plaats van de onderkant. Lucht, en latex vloeistof kan zo door de opening hun weg vinden in de band. Makkelijk qua montage en onderhoud!


De vloeistof kan via de openingen richting de band.

Het geheel is een beetje rekbaar en dat maakt het nog makkelijker. In tegenstelling tot de Vittoria Airliner inserts lukt het om het Cushcore systeem zonder bandenlichters of hulp van derden binnen no time te monteren. Hierdoor is het wisselen van banden bij andere weersomstandigheden een stuk aantrekkelijker.

Rijtest

Zoals gezegd is de strip vrij plat. Hierdoor wordt de velg beschermd tegen impact en is het nagenoeg onmogelijk om je band stuk te rijden op de velg. Net even wat extra bescherming wanneer je rijdt met lagere druk. Een passage over een rock garden of flinke Ardennen afdaling is zo een stuk minder spannend. In vergelijking met de Airliners voelt de band met Cushcore veel ‘normaler’ aan. Weinig wringen en minder massief. Eigenlijk voel je nauwelijks verschil of er wel of geen Cushcore is gemonteerd. En dat wil je hebben. Zeker wanneer je op de Nederlandse zandgrond met (zeer) slappe banden in de rondte rijdt.

Het materiaal waar de Cushcore strips van zijn gemaakt is redelijk hard. Het systeem kan makkelijk overgezet worden van wiel naar wiel. Je hoeft ze dus niet te vervangen wanneer je andere banden of een andere fiets koopt.

Conclusie

Momenteel is Cushcore waarschijnlijk de beste keuze voor cross country rijders die op zoek zijn naar extra bescherming bij wedstrijd gebruik. De strip is dusdanig dun dat met een lekke band doorrijden niet echt goed werkt, maar de boel is eenvoudig te demonteren en mee te nemen onderweg. En die strip wil je wel meenemen want met een aanschafwaarde zo’n €80 per band (strip+ventiel) is het systeem verre van goedkoop. De techniek is mooi, het systeem werkt. En vooral het (zeer) lage gewicht in combinatie met de makkelijke montage maakt het interessant. Maar voor de massa er mee rond gaat toeren zal de prijs toch nog wel wat moeten zakken.

www.cushcore.com