Met vijf ritzeges in de Tour de France is Dylan Groenewegen (29) nu al een van de succesvolste renners uit de Nederlandse wielergeschiedenis. Voor Fiets blikt de sprinter van Jayco-AlUla maar al te graag terug op zijn vijf overwinningen. Hopelijk komt er in de komende dagen nog een etappe bij.

1. Een droom komt uit

23 juli 2017 (etappe 21, Montgeron-Parijs, 105 km)

“Ik zag op tv altijd die rit in Parijs en had als grote doel om daar een keer te winnen. In 2016 deed ik zelf voor het eerst mee aan de Tour de France. Ik voelde me tijdens de slotrit heel goed, maar reed lek en kwam niet aan sprinten toe. Ik wil niet zeggen dat ik anders had gewonnen, maar ik was wel vastberaden om op de Champs-Élysées te laten zien wat ik kon. Een jaar later kreeg ik een nieuwe kans.

“We waren bij LottoNL-Jumbo nog maar met vijf renners over, maar wel met vijf supergemotiveerde renners. Het was de laatste kans, we wilden nog één keer knallen. Marcel Kittel won tijdens die Tour bijna alles, vijf ritten om precies te zijn, maar hij was vier dagen voor de slotrit afgestapt. Ik zat er al een paar keer dichtbij met onder meer een derde plaats en een tweede plaats. Toen kwam de ultieme kans om in Parijs toe te slaan. Als sprinter wil je daar gewoon een keer gewonnen hebben.

“We hadden met het team afgesproken om mij in een goede positie af te zetten en van daaruit zou ik de sprint aangaan. Zo verliep het ook. Ik kwam in de laatste bocht tussen Marco Haller en Alexander Kristoff van Katusha terecht. Achteraf is het makkelijk praten en had ik beter in het wiel van Kristoff kunnen zitten, dat had me immers veel kracht bespaard en dan had ik wat later aan mijn sprint kunnen beginnen. Nu stuurde Haller op het laatste rechte stuk al vroeg opzij omdat ik in zijn wiel zat. Voor mij was het toen geen optie meer om te wachten, dus ben ik mijn sprint vroeg gestart. Ik sloeg een heel klein gaatje op Kristoff en Edvald Boasson Hagen. Zij kwamen er vervolgens niet meer aan te pas. Het grootste gevaar kwam nog van de opkomende André Greipel. Hij ging heel hard, maar kwam van ver. Te ver, gelukkig. Ik won.

“Op de Champs-Élysées wint altijd de sterkste sprinter van dat moment, degene met de meest frisse benen. Of je moet je positie extreem vernachelen. Het is ook een eerlijke sprint, want alle sprinters komen ook echt aan sprinten toe op zo’n brede aankomst als daar. In Parijs is er gewoon nog één kans.
Mijn droom was altijd om een Touretappe te winnen en op die dag kwam mijn droom uit. Het maakte superveel los, mede doordat mijn familie er ook bij aanwezig was. Het was prachtig om dat moment met ze te delen.”

2. Vingertje voor de mond

13 juli 2018 (etappe 7, Fougères-Chartres, 231 km)

“Voor elke wedstrijd voel ik wel druk. Of ik nu een koers in België rijd of een rit in de Tour, ik voel altijd wel iets. Het is niet vanzelfsprekend dat je maar even een rit in de Tour wint, dat is gewoon heel erg moeilijk. Toch was een ritzege in 2018 iets wat wel ‘even’ van mij werd verwacht. Maar de eerste dagen liep het niet lekker. Ik kwam voor het eerst van hoogtestage en voelde me in die week heel suf. Ik zat er gewoon niet lekker in. Na die tegenvallende eerste dagen werd er al ‘Zie je nou wel?’ gemompeld. Ik dacht alleen maar: hoe kan dit opeens? Ik heb zo goed getraind, alle wedstrijden voor de Tour gingen goed en dan opeens op het moment suprême heb ik dit… Pas tijdens de ploegentijdrit voelde ik weer iets van de goede spanning die ik zocht, ik stond weer ‘aan’. Een paar dagen later ging in één keer de knop om en was het raak.

“Het was een sprint die heel lichtjes heuvelop liep. Ik zat best ver en op een gegeven moment reed ik alleen doordat ik een ploeggenoot was kwijtgeraakt. Ik raakte een beetje ingesloten. Als sprinter heb je altijd de hoop dat er ergens ruimte ontstaat. Ik dacht: ik wíl die opening hebben, ik wíl die vrijheid hebben. Ik koos ervoor om dan maar vroeg aan te gaan, ook omdat ik weet dat zo’n sprint me goed ligt. Op die manier lanceer je jezelf en probeer je maar zelf de ruimte te zoeken. Bij het aanzetten voelde ik al dat het een goede sprint was. Toen ik ook nog Fernando Gaviria passeerde, wist ik helemaal dat het goed zat.

“Met een vingertje voor de mond reed ik over de finishlijn. Het vingertje was niet voor journalisten bedoeld hoor, het doet er ook niet toe voor wie het wel was. Het was meer een beetje ontlading en alles wat erbij kwam kijken. Weet je wat wel jammer was? Mijn vrouw Nine en mijn vader waren er de
hele eerste week bij, maar toen ik won waren ze net vertrokken. Dus ik zei tegen ze: ‘Morgen win ik weer, dan moeten jullie er wel bij zijn!’ Ze zijn toen in hun auto gesprongen en ook een goede vriend van mij ging mee. Die dag erna won ik zoals beloofd opnieuw.”

3. Belofte maakt schuld

14 juli 2018 (etappe 8, Dreux-Amiens Métropole, 181 km)
“‘Zie je nou wel dat ik ging winnen?’ Dat was een van de eerste dingen die ik tegen Nine en mijn vader zei nadat ik voor de tweede dag achter elkaar de etappe pakte. Ze vroegen zich af hoe ik zo zeker wist dat ik inderdaad ging winnen. Toen heb ik maar geantwoord dat ik ook af en toe maar wat roep om mezelf een beetje vertrouwen aan te praten, haha.

“Ik weet nog goed dat het die dag een behoorlijk hectische aankomst was. Ik moest in volle sprint nog even inhouden omdat Fernando Gaviria en André Greipel voor mijn neus bijna in elkaar begonnen te haken. Ik dacht toen wel: o jee, daar gaan we met zijn allen… Ik hield heel even in, ik stopte met accelereren. Maar gelukkig liep die situatie goed af en bleef iedereen overeind. Peter Sagan ging de sprint vervolgens van ver aan. Ik ben toen in de slipstream van Greipel blijven zitten, en kwam daar precies op tijd uit om hem te passeren.

“Op die dag heb ik ook het vertrouwen van de dag ervoor gebruikt, ik was ontspannener dankzij die eerste ritoverwinning. Het was in etappe 8 eigenlijk een heel mooie sprint en vooral ook een lekkere sprint. Ik kwam op het juiste moment en voelde toen al dat ik hem ging winnen. Een dag later, in de etappe van Arras naar Roubaix, viel ik. Dat was voor mij de grote ommekeer van die Tour. Want tot dat moment zat ik er lekker in en reed ik heel goed, maar onderweg naar Roubaix brak mijn stuur af en viel ik hard. In de dagen daarna heb ik veel last gehad, vooral van mijn knie en van mijn rug. Ik heb nog wel een paar dagen doorgesukkeld ondanks de pijn, maar in de twaalfde etappe, die naar Alpe d’Huez, was het definitief klaar en moest ik afstappen. Ik had te veel pijn om nog langer door te gaan. Het lichaam vertelde me dat het genoeg was. Zonde, want ik voelde me die Tour echt heel goed.”

4. Feest na gele domper

12 juli 2019 (etappe 7, Belfort-Chalon-sur-Saône, 230 km)

“Mijn grote doel was om in de openingsetappe in Brussel de gele trui te veroveren. Het hele seizoen ging het supergoed en ik bewees keer op keer dat ik een van de snelste sprinters was. Maar dan komt er helaas iets wat ook bij het sprinten hoort: ik ga onderuit, net op het moment dat ik in een goede positie zit. Ik heb veel last gehad van die val. In eerste instantie baalde ik enorm. Ik dacht: dit kan ik er niet bij hebben. Daarna hoorde ik dat mijn ploegmaat en leadoutman Mike Teunissen had gewonnen en veranderde mijn gemoedstoestand. We waren het hele jaar veel samen op pad geweest en naar elkaar toegegroeid. Tijdens die Tour lagen we bij elkaar op de kamer. Ik was heel blij voor Mike dat hij won, dat maakte mijn teleurstelling iets minder groot. Niemand had het verwacht, maar het was een fantastische prestatie.

“Een dag na mijn val en de stunt van Mike stond er een ploegentijdrit op het programma. We stonden met Jumbo-Visma met een redelijke machine aan de start. Ik viel daarbij uit de toon, ik was een krakkemikkig ventje. De ploeg zei: ‘Als je niet mee wil draaien, snappen we dat.’ Maar ik wilde er alles aan doen om mijn steentje bij te dragen en met de ploeg te winnen. Ik hield het een kilometer of tien vol, toen ben ik eruit gewapperd, zo hard ging het. Voor mij was het een pijnlijke dag, voor het team een om nooit te vergeten: we wonnen. Het was voor de ploeg sowieso een Tour om nooit te vergeten met meerdere ritwinnaars en een derde plek voor Steven Kruijswijk in het eindklassement.

“Van tot tot teen lag ik open, voelde me totaal niet fris meer. Op dat moment viel mijn doel een beetje in het water. In de ritten erna moest het soms echt uit mijn tenen komen om de finish te bereiken. Ik overwoog zelfs serieus om naar huis te gaan. Achteraf ben ik heel blij dat ik dat niet heb gedaan. In rit zeven rekende ik na een lange, warme en slopende dag in een sprint af met Caleb Ewan. Na bestuderen van de finishfoto werd ik als winnaar aangewezen. Het is altijd heel close met hem. Het lijkt er wel een beetje op alsof hij een abonnement heeft op finishfoto’s. Hij gebruikt vaak de slipstream en komt er laat uit, dat maakt de sprintduels met hem ook zo mooi. In de Tour trok hij vaak aan het langste eind, nu deed ik dat. Het bleef voor mij dat jaar bij die ene ritzege. Eigenlijk was ik nooit helemaal hersteld van die val. Jammer, want er waren nog veel kansen.”

5. Misschien wel de mooiste

3 juli 2022 (etappe 3, Vejle-Sønderborg, 182 km)

“Over fotofinish gesproken, haha. In mijn beleving had ik een wiel voorsprong op de rest, maar nadat ik de finishfoto had gezien bleek het verschil met Wout van Aert toch iets kleiner. Het was een sprint met de juiste timing. Ik wilde heel graag winnen. Er waren vorig jaar niet veel kansen in de Tour voor de pure sprinters. De dag ervoor, toen Fabio Jakobsen won, verknalde ik het nog. Terwijl ik me echt wel goed voelde. Ik wilde de dag erna per se winnen, ook omdat er daarna nauwelijks nog sprintritten zouden volgen.

“Op negen kilometer van het einde leek het fout te gaan omdat ik bij een valpartij zat, maar uiteindelijk kon ik me toch in de sprint mengen. Ik zat heel lang ingesloten op links. Daarna zag ik ploegmaat Amund Grøndahl Jansen op rechts en die hielp me naar voren voor de laatste bocht. Ik kwam nooit echt lekker uit de wind te zitten en zat er maar een beetje naast te ‘bokken’. Op het moment dat ze de sprint aangingen, kon ik meeglippen met Van Aert, die vervolgens een beetje terugviel qua snelheid. Ik kon mijn wiel nog doordrukken. Misschien is het wel mijn mooiste Touroverwinning tot nu toe. Er kwam namelijk nogal wat kijken bij die etappezege. Ik ben naar de ploeg gehaald om in de Tour te schitteren en heb mijn oude ploeg verlaten omdat ik per se naar de Tour wilde, dan wil je ook iets laten zien.

“Mijn etappeoverwinningen hebben allemaal een eigen verhaal. Die eerste overwinning in een Tour waarin ik er al de hele tijd tegenaan zat te hikken en waarin Kittel steeds sterker was, die is heel mooi. Een jaar later voel je je een week niet goed en krijg je daarna twee keer de bevestiging dat je toch in orde bent, dat is ook top. Bij mijn vierde etappezege dacht ik na de valpartij dat mijn Tour over was maar won ik alsnog een rit, en dan is er nog die laatste met de hele voorgeschiedenis. Dat maakt het ook extra mooi en de mooiste overwinning in de Tour. Tot nu toe…”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."