Ide Schelling stuurde zijn Specialized-racefiets die voorzien was van een toeter – wel zo handig voor een renner die in hartje Den Haag woont – over het duinenpad tussen Scheveningen en Wassenaar. Het was donderdag 17 juni, einde ochtend. Schelling vertelde over een speciaal gevoel in zijn lijf. Een sensatie die hij lange tijd niet had ervaren. Zenuwachtig voor een koers was hij tegenwoordig niet meer. Nu wel. Of beter gezegd: hij had onwijs veel zin. Het had alles te maken met het telefoontje dat hij drie dagen eerder had gekregen van Ralph Denk. De grote baas van Bora-Hansgrohe had hem afgelopen maandag verteld dat hij was geselecteerd voor de Tour de France. En dat al in zijn tweede jaar als beroepsrenner.

Foto’s: Cor Vos / Tekst: Thomas Olsthoorn

Indrukwekkend voorjaar

“En ook niet zomaar in een ploeg, hè,” zei Schelling enthousiast. “Met jongens als Peter Sagan, Wilco Kelderman… Een van de topploegen van de laatste seizoenen. Had je een paar jaar geleden tegen me gezegd dat ik nu met die jongens de Tour zou gaan rijden, dan had ik je echt voor gek verklaard.”

Aan het begin van dit seizoen had Schelling al indruk gemaakt met zijn vijfde plaats in de GP Industria & Artigianato, vierde plaats in de Brabantse Pijl en zijn aanvalslust in de Amstel Gold Race. Na dat geslaagde voorjaar boekte hij begin juni bij de start van zijn tweede deel van het wielerjaar, na veertig dagen zonder koers, zijn eerste profzege in de GP Kanton Aargau. Daarmee overtuigde hij de Bora-leiding en verdiende hij een uitverkiezing voor de Ronde van Frankrijk. De debutant wist dat hij als knecht een dienende rol moest gaan vervullen in de grootste koers ter wereld, maar hij had negen dagen voor het Grand Départ ook al snode plannen gemaakt, zo vertelde hij tijdens het fietsritje.

“Ik hoop dat ik ergens een keer een beetje vrijheid krijg. Misschien juist wel aan het begin van de ronde. Ik heb gisteren het rondeboek goed bekeken en toen zag ik dat er in de eerste twee etappes best veel bergpunten te verdienen zijn. Daarna een dag of vier zo goed als niets. Mocht ik de eerste etappe mijn kans mogen gaan, dan zou het vet zijn om een dag puntjes te sprokkelen voor de bollentrui.”

“Ik denk dat ik het gewoon aan Ralph ga voorstellen. Ik ben er niet bang voor om dat idee uit te spreken. Stel ik zit een dag mee, pak onderweg punten, dan kan het zomaar zo zijn dat ik een dag of vier, vijf die trui om mijn schouders draag. Dat is het meest makkelijke succes dat je kunt halen. Het zal even tricky zijn om de vroege vlucht te halen omdat veel renners dat van plan zullen zijn. Maar als ik eenmaal meezit dan maak ik met mijn sprintje en klimkwaliteiten kans om puntjes te pakken. Ik ga er gewoon onbevangen in.”

Een goede week later maakt Schelling die woorden meer dan waar. In de eerste etappe van Brest naar Landerneau zit hij mee in de vroege vlucht. Als hij bij de eerste sprintjes om de bergpunten merkt dat hij niet de snelste is op de Bretonse heuvels haalt hij een mooie truc uit door zich af te laten zakken en te doen alsof hij een gelletje bij de volgwagen gaat halen. Maar in plaats daarvan gebruikt hij de afstand met de vijf vluchtgenoten om een spurt te lanceren. Hij schiet langs zijn collega-coureurs en gebruikt het zog van een motor om een gat te slaan. Schelling gaat er als een speer vandoor, niemand die ook maar probeert achter hem aan te gaan. Na een solo van tientallen kilometers komt hij als eerste boven op de Côte de Saint-Rivoal en steekt een gebalde vuist in de lucht. De bollentrui is binnen en een nieuwe Hollandse publiekslieveling is geboren.

Zondag op weg naar Mûr-de-Bretagne zal Schelling proberen de bergtrui te verdedigen, wetende dat hij de polkadots dan nog een paar dagen langer in zijn bezit zal hebben. Hoe zijn Tourdebuut ook verder zal verlopen, het wordt nog volop genieten van de avonturen van Ide Schelling.

Het grote Fietsen met-verhaal met Ide Schelling is te lezen in de volgende editie van Procycling, die op donderdag 29 juli verschijnt.