Als er iemand verdiende om te winnen, dan was het Steven Kruijswijk wel. Na een solo van liefst 70 kilometer werd hij op 3,5 kilometer van het einde teruggepakt door de klassementsmannen en finishte hij uiteindelijk als tiende. “Het was het proberen waard”, zei de Nederlander na afloop tegen de NOS.

Knappe aanval

Kruijswijk toonde veel lef en sprong mee in een kopgroep van 26 man. Op de Croix de Fer reed hij samen met onder andere Alejandro Valverde weg, waarna hij zijn medeaanvallers achterliet en een solo van 73 kilometer aanging. Met vier minuten marge op het peloton begon Kruijswijk aan de beklimming van de Alpe d’Huez, maar helaas werd hij 3,5 kilometer van de finish teruggepakt.

“Ik wist dat het heel lastig ging worden”, blikt Kruijswijk terug. Hij had met meer voorsprong willen beginnen aan de slotklim. Na de Croix de Fer had hij nog zes minuten voorsprong op het peloton, maar in de afzink verloor hij twee kostbare minuten. “Ik had minder over dan ik had gehoopt. Het is voor mij wel een teleurstelling dat ik het niet haal na zo’n grote voorsprong, maar als ik niet alleen was doorgegaan, had ik het zeker niet gehaald. Ik houd er wel van om op zo’n manier te koersen. Gewoon kijken waar het schip strandt in plaats van drie weken achtervolgen.”

Foutje doet Dumoulin de das om

Tom Dumoulin beleefde allerminst een topdag. Op de Alpe d’Huez snakte hij naar water en hing hij lange tijd aan het elastiek. Naarmate de klim vorderde werd Dumoulin steeds sterker. In de slotkilometers versnelde hij zelfs nog, maar hij kon niet voorkomen dat het op een sprint met Thomas, Froome, Landa en Bardet uitdraaide. “Ik baal, want in de sprint maakte ik een schakelfout. Het heeft niks met mijn materiaal of iets te maken, gewoon een domme fout van mij.”

Dumoulin is teleurgesteld, want hij had graag na 1989 eindelijk voor een Nederlandse overwinning op de Alpe d’Huez willen zorgen. “Ik heb het zelf verkloot. Ik denk dat Thomas sowieso wel de sterkste was, maar ik zorgde er zelf voor dat ik de strijd niet aan kon gaan.”