Zoek je naar sprinters in dit deelnemersveld? Dan heb je een vergrootglas nodig. Mogelijk zijn er slechts 5 à 6 echte kansen voor de mannen met dikke kuiten, en dan moet ook echt alles meezitten voor ze. Sam Bennett kan prima een klim verteren en is bij Deceuninck-Quick Step de absolute sprintkopman. Zijn grootste concurrent luistert naar de naam Caleb Ewan, die bij Lotto-Soudal ook de enige sprintkopman is. Op een normaal, vlak parcours zouden Bennett en Ewan er met kop en schouder bovenuit steken, maar hoe is dat dit jaar? Er staan etappes als ‘vlak’ bestempeld waarin de renners wel minstens 3.000 hoogtemeters moeten overbruggen… In de spaarzame echte sprintetappes gaan zij voor de punten zorgen.
Lees ook
Bestel nu de officiële Tour de France Gids 2020 van Procycling
17 augustus 2020 - Magazine
We blijven in het kamp van Deceuninck-Quick Step. Julian Alaphilippe won vorig jaar bijna de Tour de France, maar kukelde in de laatste (ingekorte) bergetappe alsnog van het podium. Gaat hij dit jaar met klassementsambities van start? Nee, is het antwoord, maar dat betekent niet dat hij niet voor een klassement gaat. “Het wordt voor Julian lastig om vorig jaar over te doen. We bekijken het van dag tot dag en zien wel wat er gebeurt”, zei ploegleider Tom Steels. Getuige het parcours is er één ding wel zeker: Alaphilippe gaat veel kansen krijgen en punten scoren voor je Tourspel.
8. Tom Dumoulin (Jumbo-Visma)Ze waren met drie, maar zijn nog maar met twee over. Bij Jumbo-Visma delen Primoz Roglic en Tom Dumoulin door het wegvallen van Steven Kruijswijk samen het kopmanschap, maar stiekem weet iedereen wel dat Roglic een streepje voor heeft op de Limburger. Maar hoe fit is Roglic na zijn val in de Dauphiné? En wat als Dumoulin, die elke dag sterker wordt, straks plots een betere indruk maakt dan de Sloveen? Bij Ineos gebeurde het al vaker dat de schaduwkopman uiteindelijk op de hoogste podiumtrede stond…
7. Thomas De Gendt (Lotto-Soudal)Een monstertocht uit zijn mouw schudden is voor Thomas De Gendt hetzelfde als het zetten van een bak koffie: dagelijkse kost. De Belg omcirkelt voor elke etappekoers wel een paar ritten en voert het plan vervolgens tot in de puntjes uit. Vorig jaar smeedt hij samen met kamergenoot Tim Wellens snode plannen en pakte dat regelmatig goed uit. De Gendt won in zijn carrière al twee ritten in de Tour, één rit in de Giro (op de Stelvio) en een rit in de Vuelta (+ het bergklassement). Dat is heel knap, want De Gendt is geen sprinter en ook niet de allerbeste klimmer. Bergpunten zal hij niet laten liggen en ook een tussensprint met bijbehorend prijzengeld raapt hij op. Kortom: De Gendt zal zich vaak van voren laten zien.
6. Tadej Pogacar (UAE Emirates)Hij is nog maar 21 (!) jaar, maar toch is Tadej Pogacar al een van de kanshebbers op de eindzege. Net als Primoz Roglic is Pogacar afkomstig uit Slovenië en wist hij de Tourfavoriet op het tijdritkampioenschap laatst nog te verslaan. Vorig jaar won hij drie ritten in de Vuelta en beleefde hij zijn definitieve doorbraak. Dit jaar draagt Pogacar bij UAE Emirates het kopmanschap en mogen ze daar stiekem wel dromen van het podium. Gesteund door de Italianen Fabio Aru en Davide Formolo heeft hij aan hulp bergop geen gebrek, maar hoe goed zijn de benen? Het klinkt wat raar om te zeggen dat Pogacar dit jaar nog geen indruk heeft gemaakt als je naar zijn resultaten kijkt, maar wellicht heeft hij het allerbeste voor de Tour bewaard.
5. Mikel Landa (Bahrain-McLaren)‘Free Landa!’ We moeten toegeven: Landa heeft niet de allerbeste keuzes in zijn carrière gemaakt. Als je op het podium van een grote ronde kan eindigen moet je niet in dienst willen rijden van kopmannen, en al helemaal niet verwachten dat je dan voor eigen kansen mag gaan. Bij zowel Astana, Sky als Movistar liep hij telkens tegen dezelfde problemen aan, maar bij Bahrain-McLaren is hij ein-de-lijk verlost van het gevangenschap. Oké, hij deelt met Wout Poels – die ook jarenlang in dienst reed – het kopmanschap, maar heeft hij in theorie een streepje voor op de Nederlander. Landa heeft geen last meer van Quintana en Valverde en vindt tussen Nice en Parijs een parcours op maat. Veel klimwerk, zware aankomsten bergop en slechts één tijdrit, nota bene een klimtijdrit. Met potlood vullen we alvast een plek in de top vijf in.
4. Thibaut Pinot (Groupama-FDJ)De Franse hoop is Thibaut Pinot. Hij won in 2012, 2015 en 2019 al een etappe en was vorig jaar dicht bij de eindwinst, maar een beenblessure gooide twee dagen voor de aankomst in Parijs roet in het eten. Dit jaar mikt Pinot op de Tour en de Vuelta, maar is het nog maar de vraag hoe goed hij is. Pinot maakte in de eerste etappes van de Dauphiné indruk door het onder andere Primoz Roglic lastig te maken, maar kon in de slotetappe zijn leiderstrui niet verdedigen. Daniel Martinez profiteerde en won de Dauphiné, Pinot – die later aangaf te kampen met rugklachten – werd tweede. Als zijn rugklachten meevallen en Pinot toont flarden van de Pinot van vorig jaar, dan is het een kanshebber voor het geel. Maar net als bij zo’n beetje alle favorieten (Roglic, Bernal, Buchmann, Quintana) is het de vraag: is hij fit genoeg?
3. Richard Carapaz (Ineos)Geen Chris Froome en ook geen Geraint Thomas. Bij Ineos is het alle ballen op Egan Bernal, die in de jacht op zijn tweede Tourzege wordt geholpen door Richard Carapaz. De Ecuadoraan won vorig jaar tot ieders verrassing de Giro d’Italia en werd op het laatste moment overgeheveld van de Giro-ploeg naar de Tourselectie. Een gelukje voor Bernal dat de twee kemphanen Froome en Thomas er niet bij zijn of haalt hij met Carapaz juíst problemen in huis? Carapaz trok zich vorig jaar ook weinig aan van teamorders, maar won daardoor wel de Giro. Met de vorm zit het bij Carapaz wel goed. Hij won een rit in Polen en eindigde als dertiende in de Ronde van Lombardije. We zien Carapaz niet vroeg lossen, dus zal hij bergop heus wel wat puntjes bijeen sprokkelen en heel misschien wel tot het einde strijden om het geel.
2. Peter Sagan (BORA-hansgrohe)Hier had net zo goed de naam van zijn ploeggenoot Buchmann kunnen staan, maar door een val in de Dauphiné is het nog maar de vraag of hij in Nice fit aan de start verschijnt. Peter Sagan doet hoe dan ook wel mee. De Slowaak eindigde als vierde in zowel Milaan-Turijn als Milaan-San Remo en bereidde zich in de Dauphiné voor op het vele klimwerk wat hem te wachten staat. Er staan genoeg etappes op het programma waarin er flink geklommen moet worden. Sagan is dan in het voordeel ten opzichte van zijn grootste uitdagers voor het groen. Als er een groepje van 30 tot 50 man overleeft, dan zit de drievoudig wereldkampioen er waarschijnlijk nog bij. Wint hij voor de achtste keer het puntenklassement? Wij denken van wel, dus zal hij ook vaak bovenin het dagklassement te vinden zijn.
1. Wout van Aert (Jumbo-Visma)Dit is een gok. Normaal gesproken rijdt Wout van Aert volledig in dienst van zijn kopmannen. Maar áls hij een kans krijgt, dan zal-ie hem met twee handen pakken. Hoe en waar maakt niet uit, want Wout van Aert kan inmiddels alles. Bergop kan hij zijn kopmannen tot ver in de finale bijstaan en in een sprint kan hij zich meten met de toppers. Als het parcours een beetje lastig is en er een groep van 30 tot 50 man overblijft, dan geldt hij – net als Sagan en Alaphilippe – tot waarschijnlijk de snelsten. Het koersverloop gaat bepalen hoeveel kansen Van Aert krijgt, maar helaas hebben we geen glazen bol om dat te voorspellen…
Bestel nu de Tourgids van Procycling voor slechts €8,95!
